
03 juli 2025
02 juli 2025 4 minuten lezen
De perspectiefnota vormt de aanzet tot de provinciale begroting voor volgend jaar. Net als bij de begrotingsbehandeling in november is het vaststellen van de perspectiefnota is dan ook een belangrijk moment voor Provinciale Staten. Alle fractievoorzitters blikken vooruit met een algemene beschouwing. Zo ook Laura Mak die de CDA-fractie aanvoert.

Vorig jaar begon ik mijn algemene beschouwing met de definitie van het woordje ‘perspectief’, dat vooral te maken heeft met vooruit kijken. En ook dit jaar proberen we met de perspectiefnota weer vooruit te kijken. Maar het valt mij steeds meer op dat er een verschil is tussen ‘kijken’ en ‘zien’. Kijken doe je met je ogen, is objectief en feitelijk. Zien gaat om het daadwerkelijk waarnemen, begrijpen en bewustwording.
Kijken doen wij graag in Provinciale Staten. Het valt me op dat we de afgelopen maanden veel gesproken hebben over cijfers, de jaarrekening, extra rapportages op onderbestedingen, de tussenbalans en de monitor. Allemaal instrumenten om op basis van getallen naar het verleden te kijken. En begrijp me niet verkeerd, dit is belangrijke en nuttige informatie die we kunnen gebruiken om ook weer naar de toekomst te kijken. Maar soms vraag ik me af of we naast al dat kijken nog wel voldoende ‘zien’. En daarmee bedoel ik vooral het zien van onze inwoners.
Ieder mens wil gezien worden. Ieder mens heeft behoefte aan erkenning. Pas als je gezien wordt, kun je ook anderen zien. Wij mensen komen tot bloei in de betekenisvolle relaties die we met anderen aangaan. En zonder dat netwerk van relaties zijn we nergens. Het CDA wil daarom bij deze perspectiefnota vooral de nadruk leggen op het zien van - en de relaties met onze inwoners en betrokken organisaties.
Dit komt voor ons allemaal samen in het landelijk gebied. Hier liggen veel uitdagingen voor ons als provincie, waar we als CDA graag een positieve bijdrage aan willen leveren. Echter, in de perspectiefnota lezen we vooral over belemmeringen en onmogelijkheden. Belemmeringen vanwege de staat van de natuur en de aanvullende opgaven die hiervoor nodig zijn. Onmogelijkheden door het gebrek aan gelden vanuit het rijk na het schrappen van het NPLG. En nog véél meer belemmeringen en onmogelijkheden rondom vergunningverlening voor stikstof uitstotende activiteiten. Wij zouden het niet willen hebben over wat niet kan, maar vooral over wat er wél kan.
Het is belangrijk om bestaande natuur te behouden en te koesteren, nieuwe natuur moet het landschap versterken. Vaak wordt de agrarische sector gezien als een probleem om dit te bewerkstelligen. Wij zien agrarische ondernemers juist als onderdeel van de oplossing.
Een mooi voorbeeld hiervan is het project Salland Loont, waarin gezocht is naar manieren van landbouw om natuur, landschap en biodiversiteit onderdeel te maken van de bedrijfsvoering. Dit project was erg succesvol. Dat zagen ze ook in Den Haag en in Brabant, waar het project zelfs overgenomen wordt. Waarom zien wij dat in Overijssel niet?
Een ander voorbeeld zijn de verschillende koploperprojecten die in onze provincie lopen. Door gebrek aan slagvaardige ondersteuning vanuit de provincie bij financiering, uitvoeringscapaciteit en regelruimte zien wij deze projecten vaak vertragen.
Het CDA ziet de positieve energie en de wil van onderop in al deze voorbeelden. Wij zouden graag zien dat we als provincie naast de betrokkenen gaan staan. Voor zowel Salland Loont als de koplopers zullen wij een motie indienen om een impuls en perspectief aan deze initiatieven te geven.
Landschap en natuur bestaan niet zonder terrein beherende organisaties, zoals de gescheperde schaapskuddes. Zij zijn de parels van onze heide. Wij zien hun zorgen en uitdagingen met betrekking tot hun bedrijfsvoering. De wil om ze langdurig perspectief te bieden laat je niet zien met een overeenkomst van zes jaar, maar eerder met een overeenkomst voor de duur van een generatie. Hiertoe zullen wij een amendement indienen.
Zowel het verhaal over de initiatieven vanuit de koplopers en Salland Loont, als dat van de schaapskuddes, laten zien dat landbouw, landschap en natuur hand in hand gaan. Dit vraagt niet om losstaande maatregelen, maar om integraal en meerjarig beleid. Juist het gebrek aan langdurige maatregelen heeft geleid tot de genoemde belemmeringen en onmogelijkheden in de perspectiefnota. Het CDA is dan ook een groot voorstander van het opstellen van een integrale, meerjarenvisie op landschap en natuur.
Maar ons landelijk gebied bestaat niet alleen uit landbouw, landschap en natuur. Er moet ook plek zijn voor onze inwoners om te wonen en te werken. Door ruimte te maken voor woningbouw voor alle doelgroepen. Maar ook voor onze Mkb’ers (veelal familiebedrijven), die een grote maatschappelijke waarde leveren. En er moet aandacht zijn voor verkeersveiligheid en bereikbaarheid, bijvoorbeeld in de vorm van vraaggestuurd openbaar vervoer.
Nu heb ik het veel gehad over de opgaven die er liggen in het landelijk gebied en initiatieven van organisaties die bijdragen aan het realiseren van deze opgaven. Maar de kers op de taart is toch wel als er daarnaast ook nog inwoners zijn die samen de schouders eronder zetten om aan de leefbaarheid van een gebied te werken. Daarom kan ik de gebiedsplannen waar nu aan gewerkt wordt rondom het Kanaal Almelo-de Haandrik niet onbenoemd laten. Het CDA kijkt met trots naar de positieve energie en het noaberschap dat weer ontstaat in een gebied dat zoveel te verduren heeft gehad in de afgelopen jaren. We willen ook hier graag naast onze inwoners staan om ze te ondersteunen.
En als we dan toch nog wat vooruit mogen kijken gunnen we elk gebied in Overijssel zo’n gezamenlijke gebiedsaanpak, voor iedere opgave die er ligt in een gebied. Een aanpak waarbij provincie, ondernemers en inwoners samenwerken voor een toekomstbestendig Overijssel. Een aanpak waarbij wij als provincie (ook wij als Provinciale Staten) naast onze inwoners gaan staan, ze proberen te begrijpen en ons bewust te worden van wat ze nodig hebben. Een aanpak waarbij we niet alleen kijken, maar ook zien.