Schaalverkleining in het OV kan betere dienstverlening opleveren

De klachten over het openbaar vervoer in Overijssel houden aan. Een onbetrouwbare dienstregeling, uitval van bussen en vertragingen. Reizigers zijn onzeker of hun geplande reis wel doorgaat of ze vragen zich af of ze wel op tijd op school of hun werk aankomen.

De vervoerders beroepen zich op overmacht als ze hun verplichtingen niet na kunnen komen, maar moet de provincie daar als opdrachtgever genoegen mee nemen?

Gedeputeerde Martijn Dadema constateerde in de Statencommissie Verkeer en vervoer dat het inmiddels beter gaat, maar ook dat het nog niet goed genoeg is. ‘Boetes hangen in de lucht, wat ze beloven moeten ze waarmaken.’

Extra geld om de problemen in het openbaar vervoer aan te pakken is niet de oplossing, meent CDA-Statenlid Jacob Spiker. ‘Dan belonen wij in feite de vervoerder voor afspraken die niet worden nagekomen. Ze moeten doen wat ze beloofd hebben.’

Spiker stelt een andere aanpak voor: niet meer de grote concessies voor de hele provincie (en soms zelfs voor twee of drie provincies) waarop alleen grote vervoerders in kunnen schrijven bij de aanbesteding. ‘Nadeel daarvan is dat we dan steeds bij dezelfde vervoerders terechtkomen. Af en toe komt er een vervoerder bij, maar dat is dan ook weer zo’n hele grote partij.’

Door een of meerdere lijnen weg te halen uit zo’n grote concessie komen ook kleinere vervoerders in aanmerking. ‘Waarbij verwacht mag worden dat de kwaliteit heel snel omhooggaat’, aldus Spiker.

Gedeputeerde Dadema wil nagaan of er al eens onderzoek is gedaan naar het aanbesteden van kleinere vervoersconcessies. ‘Er zitten ook voordelen aan grotere concessies. Allerlei kleine lijnen die op elkaar afgestemd moeten worden, dat is een enorme klus. Maar voor de inwoners van onze provincie kan het weleens fijner zijn.’