Het CDA wil dat kinderen met jeugdhulp het recht krijgen om iemand uit hun eigen omgeving te betrekken bij belangrijke zorgbesluiten. Deze steunfiguur is geen professional, maar een goede bekende, zoals een familielid, de buurman of de trainer van de voetbalclub. De zelfgekozen mentor is er niet om delen van de professionele hulp over te nemen, maar om daadwerkelijk en gelijkwaardig mee te beslissen over wat goed is voor het kind, het gezin en de situatie. CDA-Kamerlid René Peters heeft hier een initiatiefvoorstel over geschreven.

Peters: “Met dit voorstel wordt het recht op een zelfgekozen mentor vastgelegd in de wet en komt het kind centraal te staan. De persoon vormt een belangrijke steunpilaar voor jongeren die jeugdhulp krijgen. Zo creëeren we rust, betere hulp voor jongeren en kunnen we het aantal uithuisplaatsingen terugbrengen.”

Ons Kamerlid deed inspiratie op bij de initiatiefnemers van stichting JIM (Jouw Ingebrachte Mentor). 

Mede-oprichter JIM, Levi van Dam: “We weten uit onderzoek dat jongeren die zelf een mentor kiezen uit hun sociale omgeving zich meer gehoord en gesteund voelen. Zo'n zelfgekozen mentor kan voorkomen dat jongeren zwaardere zorg krijgen of zelfs uit huis geplaatst worden. Dus zo'n mentor gun je iedere jongere die met jeugdhulp te maken krijgt. Maar nu is het zo dat jongeren afhankelijk zijn van waar zij wonen en wie de professionals zijn of zij een zelfgekozen mentor mogen vragen. Dat lijkt niet helemaal eerlijk.”

Oud-voetballer en JIM-ambassadeur Hans van Breukelen: “Ieder kind verdient het om in een veilige en warme omgeving op te groeien. De JIM draagt daaraan bij, want als vertrouwenspersoon van de jongere is hij de katalysator van positieve energie tussen het kind en zijn ouder(s).”

Lees hier het initiatiefvoorstel

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.