31 januari 2023

Inbreng debat over de werving van internationale studenten

Inbreng debat over de werving van internationale studenten
(alleen het gesproken woord telt)

Voorzitter,

Voor het CDA zijn universiteiten geen bedrijven, geen instellingen die tot doel hebben te concurreren op de internationale kennismarkt. Ze zijn opgericht om mensen te emanciperen, te verheffen. Natuurlijk zijn het excellente kennisinstituten, natuurlijk hoort daar internationalisering bij. Voor de inhoud, voor de kennis, voor onze arbeidsmarkt. Maar de primaire verantwoordelijkheid ligt bij het emanciperen en opleiden van mensen uit Nederland. Internationalisering is prima. Maar met beleid. Goed nadenken welke studenten hier nodig zijn. Goed nadenken welke studenten hier ook een duurzame bijdrage leveren aan de samenleving. En geen ongebreidelde instroom van studenten die Amsterdam echt niet alleen kiezen vanwege hun studie. En geen hordes Duitse psychologen in Nederland in het Engels opleiden. Dit ontwricht. Qua werkdruk, qua huisvesting en qua onderwijskwaliteit. Grip en menselijke proporties. Dat willen wij. 

Voorzitter,

Sinds het collegejaar 2018-2019, toen de Wet taal en toegankelijkheid ontwikkeld werd, is er een toename van 25.000 internationale studenten bij universiteiten. In de brief aan de instellingen spreekt de minister hen nu aan op hun maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef. Ik wil graag van de minister horen wat hem het vertrouwen geeft dat de instellingen hier nu mee aan de slag gaan. Gaat een instroombeperking niet in tegen hun slecht begrepen eigenbelang? Hebben ze geen last van financiële prikkels? En hoeveel kleiner moet de instroom worden, voordat de minister tevreden is? En wat gaat hij doen indien de instellingen dit niet oppakken? Kan hij iets doen?

Voorzitter,

De minister geeft ook aan dat de instellingen zelf aan de slag kunnen met het beheersen van de internationale studentenstromen. Zij kunnen de instrumenten toepassen die zij reeds ter beschikking hebben staan, zegt hij. De Wet taal en toegankelijkheid was bedacht omdat verreweg de meeste studenten uit Europa komen en behandeld worden als Nederlandse student. Dit was een goede wet en ik wil dan ook dat we hiermee verder gaan. Is de minister bereid om de Wet taal en toegankelijkheid toch weer op te pakken? Of welke instrumenten overweegt hij om in de februaribrief te presenteren die beter zouden zijn? Wat zou de minister van het idee vinden om de numerus fixus die voorgesteld wordt in de Wet taal en toegankelijkheid niet maximaal drie jaar te voeren, maar onbeperkt te laten gelden? 

Voorzitter,

In de brief naar de instellingen geeft de minister ruimte voor specifieke opleidingen die zich richten op regionale tekortsectoren in de zorg, de bètatechniek en het onderwijs. Zeker voor de sector zorg en onderwijs geldt dat als je hier wilt werken het noodzakelijk is om de Nederlandse taal te leren. Is de minister het met mij eens dat we juist ook voor internationale studenten moeten zorgen dat ze tijdens de opleiding de Nederlandse taal gaan beheersen, zodat de kans toeneemt dat ze na de opleiding in Nederland gaan werken? Hoe ziet hij dit idealiter voor zich?

Voorzitter,

De minister schrijft dat instellingen hun best moeten doen afgestudeerden voor ons land te behouden. Tijdens de begroting hebben we het idee geopperd om de instellingen die dit goed doen financieel te belonen. Het kan behulpzaam zijn om kennis op te bouwen hoe we afgestudeerden voor de Nederlandse arbeidsmarkt kunnen behouden. Is de minister hiertoe bereid? En is hij tevens bereid om een monitoring op te zetten, zodat we straks weten welke instellingen hier goed mee bezig zijn en welke nog een tandje bij kunnen zetten?

Voorzitter,

Wij maken ons ook in toenemende mate zorgen over de beheersing van de Nederlandse taal door Nederlandse studenten. Instellingen hebben nu een inspanningsverplichting. Dit wordt heel verschillend ingevuld, er zijn geen kaders afgesproken. Een afspraak zonder doelen is geen afspraak. Is de minister bereid nu specifiek te maken wat hij van instellingen verwacht? Ook horen we graag van de minister wat hij van het systeem in Vlaanderen vindt, waarbij het beleid is dat iedere docent verantwoordelijk is voor de taalontwikkeling van de student? 

Voorzitter,

De taalbeheersing neemt onder af, omdat er steeds meer opleidingen in het Engels aangeboden worden. Instellingen hanteren verschillende argumenten waarom ze overschakelen naar het Engels. Omdat onderwijs internationaal georiënteerd is bijvoorbeeld. Of omdat studenten na hun afstuderen veelal werkzaam zijn in een internationale arbeidsmarkt. Maar is dat nu zo? We hebben bij al deze argumenten echter nooit een onderbouwing gehad of dit wel echt klopt. Ik hoor graag of de minister bereid is om een representatief onderzoek te laten doen onder afgestudeerden, om te bepalen of zij in een setting werken waar ze veelal de Engelse taal gebruiken?

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.