Kamervragen over het bericht 'En toen was er geen hoogleraar Friese taal en cultuur meer, tegen de afspraken in'

Vragen van de leden Peters (CDA) en De Hoop (PvdA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht 'En toen was er geen hoogleraar Friese taal en cultuur meer, tegen de afspraken in' (1). 

1. Hoe kijkt u naar de sollicitatieprocedure, die uiteindelijk niet resulteerde in een hoogleraar maar in een universitair docent?
2. Wat is uw gedachte bij de observatie van DINGtiid dat er geen eerlijke procedure is gevolgd, omdat niet duidelijk was dat het om een universitair docent ging én dat er wel genoeg geschikte kandidaten zouden zijn om de functie van hoogleraar Fries te vervullen, zij hadden alleen moeten worden benaderd?
3. Wanneer bent u voornemens om met een wetsvoorstel te komen, waarin wetenschappelijk onderwijs in het Frysk wordt verankerd?
4. Vindt u dat Fries als onderdeel van de bredere internationale opleiding in voldoende mate recht doet aan de positie van het Fries als tweede Rijkstaal?
5. Hoe wilt u er in de tussentijd voor zorgen dat alvast wordt gehandeld naar de geest van de aangenomen motie-De Hoop/Van der Molen over het wettelijk verankeren van wetenschappelijk onderwijs in het Frysk (2), waardoor het wetenschappelijk onderwijs in het Frysk ook de komende tijd aangeboden kan blijven worden?

(1) https://www.nrc.nl/nieuws/2023/01/15/straks-is-er-geen-hoogleraar-friese-taal-en-cultuur-meer-en-dat-is-een-slechte-zaak-vinden-wetenschappers-en-schrijvers-a4154248 
(2) https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/moties/detail?id=2022Z23152&did=2022D49943