Mantelzorg

In Nederland is veel geregeld in de zorg. Toch neemt het beroep op mantelzorgers in de toekomst alleen maar toe. Eén van de redenen is de vergrijzing in ons land. Meer mensen bereiken de pensioengerechtigde leeftijd én we worden met z’n allen ouder. Veel zorg in Nederland wordt door de naaste opgevangen. Veelal gebeurt dit liefdevol en ervaren mensen dit als vanzelfsprekend. Zorgen voor een ander kan van korte duur zijn, bijvoorbeeld na een operatie. Het kan ook van langere duur zijn, bijvoorbeeld om je kind met een ziekte of handicap of je naaste vanwege ziekte of ouderdom.

Mantelzorgers zijn van onschatbare waarde in ons land. Maar mantelzorg is niet zo maar iets. Het vraagt in sommige gevallen veel van degene die zorgt voor een ander. De tijd die je besteedt voor het zorgen van je naaste, kan stress meebrengen voor de baan die je hebt. Of druk leggen op anderen binnen je gezin. Of je moet soms iets afzeggen waar je je op had verheugd, omdat de zorg even voor moet gaat. Hoe vanzelfsprekend mantelzorg ook lijkt, het is niet niks.

Het CDA vindt het belangrijk dat mantelzorgers goede ondersteuning kunnen vinden en krijgen. Deze ondersteuning kan bestaan uit praktische informatievoorziening, een luisterend oor, lotgenotencontact, praktische hulp tot iemand die je helpt als overbelasting dreigt en de zorg te zwaar wordt.

Om al deze vormen van ondersteuning te leveren is het CDA voorstander van het versterken van het mantelzorgsteunpunt van onze gemeente De Bilt. Op deze manier dragen we er aan bij dat we zo goed mogelijk voor elkaar kunnen zorgen. Als blijkt dat het teveel wordt, willen we dat het steunpunt er is om te helpen of er een mogelijkheid is voor respijt (een adempauze). Voor korte momenten van respijt is het CDA voorstander om tot maximaal drie keer per jaar voor een kort moment ondersteuning gemakkelijk te kunnen krijgen. En mantelzorgers mogen gezien worden. Eéns per jaar zetten we de mantelzorger in het zonnetje en belonen we dit met het mantelzorgcompliment.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.