CDA | Veelgestelde vragen over het UPLG

Veel­ge­stel­de vra­gen over het UPLG

Rond het UPLG leven veel vragen. Dat begrijpen we goed, want de keuzes die we nu maken raken boeren, natuur, dorpen en de toekomst van onze provincie. Op deze pagina beantwoorden we de vragen die leden aan ons stellen. Heb je zelf een vraag die hier nog niet tussen staat? Laat het ons weten. We vullen deze pagina regelmatig aan, zodat iedereen kan meekijken, meedenken en meepraten over de stappen die we als provincie zetten.

Normen, juridische houdbaarheid en vergunningverlening

Wat is het verschil tussen een generiek plafond, en een hectarenorm voor ammoniak?

Het generiek plafond is de (ammoniak) uitstoot van de hele provincie. De hectarenorm wordt gebruikt om als norm in de omgevingsverordening op te nemen om de afgifte van vergunningen mogelijk te maken.

Gaat dit plan nu echt zorgen voor vergunningen voor PAS-melders en interimmers en is het ‘samenwerken binnen de polders’ juridisch houdbaar?

Dit zijn twee afzonderlijke zaken. Door normen te stellen in de Omgevingsverordening en ook een pad af te spreken waarlangs dit gerealiseerd gaat worden (monitoring en handhaving) wordt het juridisch houdbaar en kunnen we weer starten met het afgeven van vergunningen voor PAS-melders, interimmers, woningbouw, etc.

Wat is het mandaat van de Ecologische autoriteit? De stikstofcommissie onder leiding van Remkes heeft twee jaar geleden al aangekaart dat de onpartijdigheid van deze partij in het geding is.

De EA is een in 2022 door de regering ingestelde zelfstandige/onafhankelijk orgaan (gelijk aan bijvoorbeeld de Autoriteit Persoonsgegevens, Autoriteit Consument en Markt) dat onafhankelijk beoordeelt of alle beschikbare kennis en informatie gebruikt wordt voor besluiten, met het oog op het gezond maken en houden van de natuur.

Voor de intensieve bedrijven worden luchtwassers genoemd als oplossing. Zijn luchtwassers erkend en zijn deze inzetbaar op zowel biologische en gangbare bedrijfsvoering?

Niet alle luchtwassers zijn erkend. Het gaat om de erkende/goedgekeurde chemische luchtwasser. Deze luchtwassers zijn alleen te gebruiken voor hokdieren die permanent binnen verblijven.

In de bijlage (pagina 11) zijn twee kaarten (kaart a en b) over de KRW bijgevoegd. Waarom zijn deze kaarten maar voor een klein gedeelte ingekleurd?

Deze kaarten geven inzicht over de toestand oppervlaktewater voor wat betreft stikstof en fosfor in het gebied van het Waterschap AGV (Amstel, Gooi en Vecht). We zullen vragen om de kaartjes van de overige waterschappen (HDSR, Rivierenland en Vallei en Veluwe) ook toe te voegen.

Op pagina 76 van de bijlages: de kaart van de essentiële natuur is erg onduidelijk. Kan hier een duidelijke versie van komen?

Deze kaart geeft aan welk percelen essentiële natuur binnen of buiten nu al aangegeven gebieden vallen. Conclusie is dat alle essentiële percelen binnen de al bekende gebieden (groene contour en NNN) gelegen zijn behalve in het Binnenveld bij Rhenen. Wij zijn het overigens met u eens dat de kwaliteit en de gebruikte kleuren beter kunnen.

Strategie, rolverdeling en bestuurlijke aanpak

Welke rol heeft de gebiedsgerichte aanpak?

De gebiedsgerichte aanpak is oorspronkelijk (voordat er sprake was van plannen voor de ammoniakuitstoot en natuurherstel) ontwikkeld om de transitie landelijk gebied integraal en in samenwerking met belanghebbenden in kleine gebieden (polderniveau) aan te pakken. Wanneer het UPLG wordt uitgevoerd is deze aanpak ook het leidende principe.

Waarom gaat de provincie zo voortvarend aan de slag met de landbouw, en laat ze de andere uitstoters over aan de landelijke politiek?

Het beleid en aanpak andere uitstoters (industrie en mobiliteit) is de verantwoordelijkheid van de Rijksoverheid. Deze uitstoot wordt ook aangepakt maar niet via het UPLG.

Waarom moet de provincie roomser dan de paus zijn/de koploper zijn ten opzichte van de andere provincies, ten koste van de boeren?

Op verzoek van Provinciale Staten heeft het College het eigen plan en programma verder uitgewerkt, juist omdat de regering op dat moment geen stappen zette. In Utrecht willen we de vergunningverlening voor PAS-melders, interimmers, woningbouw en projecten zoals de verbreding van de Rijnbrug weer op gang brengen. Daarbij lopen we niet vooruit op andere provincies. Ook elders wordt gewerkt aan provinciale programma’s om deze opgaven mogelijk te maken.

In gesprekken en reacties op het UPLG horen we geregeld zorgen over onderdelen die verder zouden gaan dan landelijke verplichtingen. Daarom zetten we hieronder de betreffende punten overzichtelijk op een rij en geven we per punt onze duiding, zodat duidelijk wordt wat er wel en niet klopt.

Bovenwettelijkheid van ambities en maatregelen in UPLG

De provincie wil in 2027 al overstappen op doelvoorschriftvergunningen voor agrariërs, terwijl landelijk nog stallijst- en dieraantaleisen gelden. Utrecht loopt vooruit met een nieuw instrument: duidelijk bovenwettelijke doelsturing.

De doelvoorschriftenvergunning is geen bovenwettelijke ambitie maar een uitwerking van de verplichting om de natuur te versterken. Door de huidige regering zijn geen instrumenten ontwikkeld of ingevoerd die het mogelijk maken om de natuurverbetering vorm en inhoud te geven waardoor provincies zelf de ontwikkeling hiervan gestart zijn. De doelvoorschriftenvergunning is hier een voorbeeld van.

De provincie stapelt 13 extra KRW-maatregelen op de al 19 verplichte acties, zoals strengere beperkingen op grondwater en gewasbescherming, terwijl deze niet verplicht zijn.

De aanvullende KRW maatregelen worden door de provincie, op verzoek van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en op basis van het zogenaamde landelijk impulsprogramma, uitgevoerd om te voorkomen dat we wat betreft de waterkwaliteit in dezelfde klem komen te zitten als met de stikstofproblematiek en geen omgevingsvergunningen meer kunnen afgeven. Inmiddels is een taskforce gestart met waterschappen, gemeenten en andere partners om de doelen zo snel mogelijk te realiseren.

Lees meer over het impulsprogramma KRW
De provincie voert actief grondbeleid en koopt strategisch in, met een vrijwillige herwaarderingsregeling voor landbouwgrond, terwijl zij wettelijk niet hoeft te verwerven of te compenseren. Kortom: bovenwettelijke keuzes.

Wettelijk hoeven we helemaal geen grondbeleid te voeren. Maar voor allerlei activiteiten (aanleg wegen, verbeteringen dijken) heeft de provincie grond nodig. Om ook de uitdagingen aan te kunnen die gepaard gaan met de veranderingen in het landelijk gebied heeft de provincie Utrecht besloten een grondbeleid te voeren waarbij grond wordt aangekocht en gebruikt om kavelruil en eventuele bedrijfsverplaatsingen mogelijk te maken. De provincie verwerft geen andere grond dan die waarmee dit ondersteunt kan worden.

Lees meer over het provinciale Grondbeleid
De provincie houdt vast aan 46% ammoniakreductie in 2035, zelfs als het Rijk versoepelt. Dit doel is niet wettelijk verankerd, maar eigen, proactief beleid. Kortom: bovenwettelijke, zelf opgelegde reductiedoelen.

Voor wat betreft de veronderstelde bovenwettelijke ambities t.a.v. het stikstofdoel kiest de provincie Utrecht voor doelen die in lijn zijn met de wettelijke doelstellingen uit de Wet stikstofreductie en natuurverbetering. Hiermee doet de provincie dus niets bovenwettelijks.

De provincie duwt op langjarige ANLb-contracten met extra vergoedingen en pachteisen, terwijl de landelijke regeling dit niet vraagt. Utrecht voegt dus eigen prikkels en uitbreidingen toe: duidelijk bovenwettelijk beleid.

In het coalitieakkoord 2023-2027 is opgenomen dat de provincie voorstander is van langjarige contracten voor ANLb. In het UPLG wordt dit ook meegnomen.