10 november 2022

CDA Utrecht biedt met tegenbegroting een werkbaar en verantwoord alternatief

Donderdag 10 november om 9:45 uur biedt de CDA gemeenteraadsfractie haar tegenbegroting aan aan burgemeester Dijksma. Met deze begroting, door het CDA zelf opgesteld, laat het CDA zien dat andere keuzes mogelijk zijn.

In de tegenbegroting brengt het CDA de basis op orde in de openbare ruimte, door hiervoor extra middelen vrij te maken en de graffitiregeling nieuw leven in te blazen. Daarnaast investeert het CDA in het toegankelijk maken van de stad voor mensen die een hulpmiddel gebruiken. (Sport)verenigingen krijgen meer ruimte en er is budget om eindelijk een oplossing te vinden voor sportpark Overvecht-Noord. Daarbij wordt geld vrijgemaakt voor sportaccommodaties voor open zwemwater locaties en twee extra kunstgrasvelden. Ook komt er lastenverlaging; de verhoging van de OZB wordt teruggedraaid en hogere leges voor horecaondernemers worden niet verhoogd. Daarnaast wordt fors geïnvesteerd in verkeersveiligheid, onder andere bij de Meernbrug, integraal ouderenbeleid en gratis parkeren voor mantelzorgers.

Het CDA kiest er voor om ook de uitgaven voor plannen van het college te verminderen. Dit in combinatie met lastenverlaging zorgt voor een eerlijker verhaal naar inwoners van Utrecht. Daarom wordt een aantal grote uitgaven van het college verlaagd, zoals de 71 miljoen euro die gereserveerd is voor “uitvoeringskracht” en de budgetten voor plannen voor de ruimtelijke strategie van gemeente Utrecht, de RSU.

Klik hier om de tegenbegroting te lezen. 

Fractievoorzitter Jantine Zwinkels: Met deze begroting laat het CDA zien dat we als oppositiepartij niet langs de zijlijn staan, maar ook alternatieven bieden. Het college kan haar plannen niet waarmaken, wij achten het in ieder geval niet realistisch. Met deze tegenbegroting bieden wij een werkbaar en verantwoord alternatief. Samen verantwoordelijk voor een stad op mensenmaat!

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.