12 november 2020

Ook digitaal de basis op orde

Vandaag gaat het in de gemeenteraad over het thema ‘digitale stad’. Digitalisering is een van de meest ingrijpende ontwikkelingen in onze huidige samenleving, en we moeten dan ook goed nadenken over hoe we daar als gemeente mee omgaan. CDA-raadslid Jantine Zwinkels pleitte voor een concreter kader voor langere termijn waarin een balans tussen de positieve en negatieve kanten van digitalisering gevonden wordt.

Voor- en nadelen van digitalisering

De mogelijkheden die digitalisering ons brengt zijn eindeloos. Zowel in werk als privé voorziet het ons in allerlei zinnige en minder zinnige behoeften. Het heeft niet alleen bijgedragen aan onze dagelijkse communicatie en gemakken, maar heeft ook veel gebracht voor bedrijven en overheden. Digitalisering biedt ons de kans om, van jong tot oud, op individueel- en organisatieniveau, een leven lang te leren. Maar ieder voordeel heeft zijn nadeel, en er is nog veel winst te behalen in ons omgaan met privacy, internetcriminaliteit, datadiscriminatie en andere digitale vraagstukken.

Jantine Zwinkels (CDA): “We moeten zorgen dat kwetsbare mensen worden beschermd en niemand wordt vergeten. Denk aan ouderen, voor wie deze veranderingen extra snel gaan. Er liggen allerlei gevaren op de loer. Denk aan oplichters, die zich voordoen als de gemeente. Laten we ervoor zorgen dat er altijd een offline alternatief is voor onze inwoners.”

Concrete kaders

In de gemeenteraad wordt vandaag gesproken over de ‘Visie Digitale Stad 2020-2024’. Daarin heeft de gemeente een kader gesteld voor digitaliseringsinitiatieven in Utrecht. Dit kader kan echter een stuk concreter volgens Jantine Zwinkels. Wat haar betreft heeft het stuk een té beperkte tijdshorizon. Onvoorspelbare ontwikkelingen maken nu eenmaal onderdeel uit van digitalisering, maar vanuit beleid is een perspectief nodig. Een visie voor de korte termijn, heeft als risico een korte termijnvisie te zijn. Zij pleit er vandaag dan ook voor de kaders nog veel concreter te maken: wat gaan we doen, wat mag het kosten, welke afwegingen en prioriteiten horen daarbij?

 

Lees hieronder de hele inbreng van Jantine

Voorzitter, digitalisering is een van de meest ingrijpende ontwikkelingen in onze samenleving in de afgelopen 20 jaar. Het heeft ons onbegrensde mogelijkheden gegeven, zowel in werk als privé, en voorziet in allerlei zinnige en minder zinnige behoeften. Het heeft niet alleen bijgedragen aan onze dagelijkse communicatie en gemakken, maar heeft ook veel gebracht in de gezondszorg, bouw en andere sectoren. We zien dat mensen in Corona-tijd tóch met elkaar verbonden kunnen zijn. En we zijn er nog niet. Ieder jaar worden we weer verrast met nieuwe technologieën en hogere kwaliteit.

Voorzitter, we benutten deze potentie van de digitalisering nog onvoldoende als gemeente. En daarom is het goed dat er nu een raadsvoorstel voorligt. De basis is wat ons betreft nog niet op orde, we lopen een beetje achter. Net als veel andere gemeenten zijn onze werkprocessen nog onvoldoende gemoderniseerd, wat helaas ook tot inefficientie leidt in de publieksdienstverlening. Digitalisering biedt ons de kans om, van jong tot oud, op individueel en organisatie-niveau, een leven lang te leren.

Voorzitter, uiteraard is het niet alleen maar geweldig. Er zijn ook keerzijden. Denk aan het genoemde feit dat data niet neutraal is, maar kan discrimineren. Inmiddels zijn er pijnlijke voorbeelden vanuit de overheid die aantonen dat mensen zelfs onterecht verdacht worden gemaakt door de inzet van digitale tools. Dit toont aan dat we een menselijke maat hierin niet kunnen vervangen door een computer. Blij om te lezen dat het college met een waardemodel komt, dat hier ook erkenning aan geeft.

Voorzitter, we zijn er in de politiek er ook voor om kwetsbare mensen te beschermen en niemand wordt vergeten. Denk aan ouderen, voor wie deze veranderingen extra snel gaan, die extra aandacht vragen in digitale vaardigheden. En er liggen meer gevaren op de loer. Denk aan oplichters, die zich voordoen als de gemeente. Laten we ervoor zorgen dat er altijd een offline alternatief beschikbaar is voor onze inwoners. Zie het als een uitwijkmogelijkheid, als het digitale spoor geen uitkomst biedt.

Voorzitter, het stuk heeft wat ons betreft een té beperkte tijdshorizon. We weten dat onvoorspelbare ontwikkelingen onderdeel uitmaken van de digitalisering, maar vanuit beleid is een perspectief nodig. Een visie voor de korte termijn, heeft als risico een korte termijn-visie te zijn.

Voorzitter, het voorstel is nog niet heel helder over de visie van het college op haar samenwerking met marktpartijen en andere organisaties. Het stuk ademt ook niet uit dat deze visie tot stand is gekomen met andere stakeholders, of dat deze echt getoetst is. En waar zitten de geleerde lessen van andere gemeenten? Zijn er bijvoorbeeld ervaringen bekend waarin digitaliseringsagenda heeft geleid tot zaken als vertraging in projecten, een vertekend onjuist beeld van de situatie of dat een dure techniek een slechte investering bleek te zijn? Of erger: wat als we afhankelijk zijn geworden van een systeem dat volledig crasht. Zijn we daartegen bestand, en hoe handel je dan? We lezen al over weerbaarheid, maar wij zien graag dat het college nu al scherpere contouren schetst, ook richting bedrijfsleven: waar zitten we als gemeente wél op te wachten, en waar hoef je echt niet mee aan te komen? Gaan we bijvoorbeeld straks ook online winkelen stimuleren, iets wat bijdraagt aan een verminderde draagkracht van onze vitale winkelgebieden die onze stad zo levendig maken? En zijn de banen in de platform-economie wel zo fatsoenlijk? Welke gevolgen willen we voorkomen, wat is eerlijk? Waar liggen de verantwoordelijkheden, en waar liggen de gedeelde belangen? Ik haal dat niet uit dit stuk.

We zijn ook als samenleving verantwoordelijk voor onze online omgeving, net als onze fysieke wereld. Internetverbindingen kunnen worden gezien als digitale snelwegen: als het druk is, wordt je verbinding trager. Digitale activiteiten moeten we ook handhaven op regels en belasting over heffen. En social media platformen vragen om vergelijkbare omgangsvormen: respectvol omgaan met elkaar. Politici zouden hierin het voorbeeld moeten geven en geen desinformatie of nepnieuws moeten verspreiden.

Voorzitter, ik rond af. Allereerst een open deur die ik genoemd wil hebben: we moeten een balans zien te vinden in de positieve zijde en keerzijde. Mijn boodschap daarbij is: maak de kaders nog veel concreter: wat gaan we doen, wat mag het kosten, welke afwegingen en prioriteiten horen daarbij? Ik denk dat het helpt als wij als raad ook de actieagenda in begin 2021 toegestuurd krijgen, zodat we ook meer inzicht krijgen in de dilemma’s die onze ambtenaren in hun dagelijkse werk tegenkomen.

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.