01 oktober 2020

Reactie programmabegroting 2021

Het college van Burgemeester en Wethouders heeft vandaag de begroting voor 2021 gepresenteerd. CDA Utrecht is blij dat de inkomsten en uitgaven redelijk in balans zijn, mede dankzij een forse bijdrage van het rijk. Maar de fractie vindt ook dat de prioriteiten op diverse punten afwijken van wat écht nodig is.

Het college wil veel geld en energie steken in hoogdravende nieuwe beleidsplannen en extra investeren in de ambtelijke organisatie van de gemeente. Het CDA Utrecht betwijfelt of dit het goede moment is om hier zomaar geld voor vrij te maken. In ieder geval niet zonder dat echt duidelijk is welke baten of kostenbesparingen daaruit voortkomen. Het CDA vindt dat het college moet investeren in de maatschappelijke kracht van Utrecht en de basis op orde brengen.

Investeren in de samenleving

De partij zou graag zien dat er wordt geïnvesteerd in de samenleving, zodat we ook in Coronatijd goed naar elkaar om kunnen blijven kijken. Dit wil het CDA doen door bijvoorbeeld verenigingen en buurtvoorzieningen goed te ondersteunen.

Fractievoorzitter Sander van Waveren: “Juist nu is het van groot belang om niemand uit het oog te verliezen en geld uit te trekken voor aandacht en zorg voor elkaar. Daar zijn ook voorzieningen zoals verenigingen en buurthuizen voor nodig. Het college zegt wel dat ze essentiële voorzieningen niet wil laten omvallen, maar doet vervolgens niets concreets om deze voorzieningen overeind te houden. Wij willen daar nu al geld voor reserveren.”

Ook is het CDA kritisch op het idee om infrastructurele projecten eerder uit te gaan voeren. “Die uitvoering lukt nu al niet”, zegt Van Waveren: “Kijk bijvoorbeeld naar de Noordelijke Randweg en de aanpak van de Oudenoord en Kaatstraat. Het college moet eerst zorgen dat de basis op orde is”. Liever ziet hij dat investeringen in zorg of onderwijs naar voren gehaald worden.

Basis op orde

Het CDA Utrecht is van mening dat de gemeente meer moet doen om de basis op orde te krijgen. De fractie denkt hierbij aan onderhouds- en vervangingsopgaven die de komende jaren op ons af zullen komen, zoals de werfkelders. Daar is wel al aandacht voor, maar er worden nog geen duidelijke keuzes of budgetten in de begroting opgenomen. Zo rent het college van het ene tekort naar het andere, zonder een stevige basis voor de toekomst te leggen.

Van Waveren: “We zien het nu ook met de Coronamaatregelen: het college schiet gewoon niet op met besluiten nemen en keuzes maken. Eerdere toezeggingen over extra ruimte voor verenigingen en vouchers voor mantelzorgers worden niet of vertraagd uitgevoerd. Zo duurt het bijvoorbeeld ook erg lang voordat een besluit genomen wordt of er winterterrassen gaan komen. Hierdoor weten ondernemers niet goed waar zij aan toe zijn.”

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.