08 juni 2023

Voorjaarsnota: college heeft basis niet op orde

Foto: Marnix Schmidt

In de algemene beschouwingen rondom de Voorjaarsnota deed Fractievoorzitter Jantine Zwinkels onderstaande inbreng namens het CDA Utrecht. Het college bezuinigt op belangrijke thema’s en komt haar beloftes niet na. Daarom komen wij met zeven principes waarvoor we ons hard gaan maken in de komende commissiedebatten over de Voorjaarsnota. 

“Dit college heeft de basis niet op orde en lijkt met deze Voorjaarsnota in deze onzekere financiële omstandigheden de boodschap af te geven: “Dit overkomt ons”. Sterker nog, de onzekerheid voor de toekomst neemt in onze ogen alleen maar toe. Er wordt risicovoller gerekend op geld vanuit het Rijk en andere posten die het college opeens inboekt om enkele gaten dicht te kunnen lopen. Het overhevelen van geld, bijvoorbeeld de coronamiddelen, begint onnavolgbaar te worden.  

Het lijkt erop dat het college het overzicht niet meer heeft. We moeten als gemeente realistisch zijn over de tekorten. Kijk naar de Omgevingswet en de prognose voor welzijn, waarvan de gemeente nu al kan aanvoelen dat ze er veel te weinig geld voor opzij zet. Als CDA Utrecht hebben we in onze Tegenbegroting al een extra bedrag van 2,8 miljoen gereserveerd voor jeugdzorg. En los van het budget, we zullen als Utrecht juist moeten starten met het uitbouwen van informele zorg in de buurt en gemeenschapszin, zodat mensen elkaar ook weten te helpen waar nodig. Kortom, we willen voorbereid zijn en de gedeelde verantwoordelijkheid hierin aanmoedigen.  

Laten we hoofdzaken prioriteit gaan geven. Zeker, dat zijn kansengelijkheid, wonen en klimaat. Maar waarom die drie programma’s financieel volledig ontzien? Je zult verstandiger moeten kiezen. Welke instrumenten tuig je daarvoor op, wat doe je effectief wel en wat niet? Waarom niet ook binnen die drie programma’s zulke focus aanbrengen? Want de consequenties op andere thema’s zijn niet best.  

Voorzitter, er wordt namelijk onbegrijpelijk hard bezuinigd op sport, handhaving, verduurzaming, cultuur en het klantcontactcentrum. Speerpunten van CDA Utrecht. Kijk naar sport, wat zo ontzettend belangrijk is voor de fysieke en mentale gezondheid van alle Utrechters en voor participatie in de samenleving. Een programma waar we juist een forse achterstand moeten zien weg te werken en sportverenigingen moeten compenseren voor de verhoogde OZB. 

En het klantcontactcentrum. We zouden juist meer moeten investeren in een benaderbare overheid die dichtbij is. We weten dat op dit moment de participatie, informatievoorziening en terugkoppeling naar buurtbewoners zo moeizaam gaat. We hebben tal van moties ingediend om juist niet meer afhankelijk te zijn van 14030, maar te gaan naar vaste aanspreekpunten en een stevige positie voor de wijkbureaus. En al die vragen en suggesties die wij hebben gedaan rondom SlimMelden. Mensen weten niet meer waar ze het zoeken moeten. En dan heb ik het kritische rekenkamerrapport nog niet eens aangehaald. 

Tegelijkertijd blijft het college veel geld stoppen in allerlei dure herinrichtingsprojecten waar inwoners helemaal niet op zitten te wachten. Denk aan de Maliebaan en de Weerdsingel, maar ook aan sommige groenprojecten en opnieuw een ton per jaar voor het opstellen van locatieprofielen. Die waren toch al klaar? Gaan we weer opnieuw plannetjes maken? En het college stopt weer flink geld in de eigen organisatie. Deels onontkoombaar door hogere cao’s, maar ook interne opgaven met o.a. een half miljoen per jaar. Wij hebben hier onze bedenkingen bij. Een grotere gemeente met meer ambtenaren is niet per se slagkrachtiger en daadkrachtiger en heeft niet per se meer regie. 

Ondertussen blijft het college schermen met cijfers die de zorgen van CDA Utrecht moeten wegnemen. Laatst nog in diverse debatten rondom verkeersveiligheid, wonen en leefbaarheid. Terwijl de inwoners van Utrecht schreeuwen om het in goede banen leiden van de groei van de stad, met oog voor de menselijke maat. De beleving van verkeersveiligheid door de drukte en de vele bijna-ongelukken, de brede wens om een leefbaarheidstoets te behouden én juist meer handhavingscapaciteit te krijgen. Dit college doet precies het tegenovergestelde. 

Voorzitter, ik ga door. Het college zegt de belastingen niet te gaan verhogen. Nee, want dat hebben ze vorig jaar al gedaan. Mensen kregen toen de belofte dat ze met de stijgende parkeerkosten van het coalitieakkoord investeringen in hun buurt terug zouden zien, onder andere dankzij het Groei-in-Balans pakket. Maar dit blijft vaag en wordt maar niet concreet. Wat was deze belofte waard, wat ziet Utrecht ervan? Er is een overschot van €35 miljoen op de jaarrekening. Wat ons betreft moet een groot deel hiervan ten goede komen van Utrecht mooier maken, via investeringen in de wijken en openbare ruimte. 

En klopt de bewering overigens wel? Wij lezen namelijk dat de leges wél extra worden verhoogd. Dat bij de Rioolheffing in de Voorjaarsnota een hoger bedrag wordt gebruikt om gaten te vullen, in plaats van het tarief te verlagen. Is dat niet een verkapte lastenverzwaring? 

Voorzitter, ik ga afronden. Het college geeft richting de Raad aan scherper aan de wind te zeilen. De flexibiliteit om bij te sturen lijkt er ondertussen uit te gaan. Kijk naar het planningsoptimisme, waarbij het voorstel is van het college om bouwkostenstijgingen te dekken uit de toegezegde prijscompensatie en vertraging in projectuitgaven. In de Voorjaarsnota staat hierover: “Daarmee zijn de financiële buffers nagenoeg uitgeput. Voor de lange termijn moeten we nog oplossingen zoeken”. Voorzitter, de hete aardappel wordt doorgeschoven naar een volgend college, óók door pas vanaf 2026 echt te bezuinigen en nog niet in de komende jaren.  

Voorzitter, de nood is aan de man. We zullen uit een ander vaatje moeten gaan tappen als lokaal bestuur. Daarom komen wij als CDA Utrecht, zoals u van ons mag verwachten, met andere oplossingen. Keuzes die meer richting geven en passender zijn in de huidige, onzekere tijd.  

Wij komen op dit punt alvast met zeven principes waarmee wij de commissiedebatten ingaan, namelijk: 

  1. Verkeersveiligheid als eerste prioriteit bij herinrichtingen, ook in Vleuten-De Meern, Haarzuilens; 
  2. De kracht van de samenleving benutten, bijvoorbeeld in de informele zorg, het verenigingsleven en vrijwilligerswerk zoals bij het zelfbeheer, als tegenhanger voor eenzaamheid en anonimiteit; 

  3. Meer inzetten op samenwerking met anderen, niet alles in of met de eigen organisatie willen doen; 
  4. De combinatie van handhaving op veiligheid en preventieve zorg (overlast, drugs, etc.) bieden; 

  5. Verduurzamingsinitiatieven stimuleren met circulair ondernemerschap en geld voor vergroening); 
  6. Betaalbaar wonen door het bijbouwen, doorstroming, middenhuur en uiteraard Rijnenburg; 

  7. Niet bezuinigen op beheer en kwaliteit van de openbare ruimte. Wij staan voor een stad op mensenmaat die schoon en toegankelijk is, waar we met elkaar goed voor blijven zorgen.” 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.