22 maart 2023

Maidenspeech Jolijn Standhardt in de commissie Samenleving

Deze week hield onze nieuwe fractievertegenwoordiger van het CDA, Jolijn Standhardt haar maidenspeech in de commissie samenleving op het onderwerp Evaluatie Taalnota ‘De taal van meedoen’. Hieronder valt haar inbreng tijdens deze commissie te lezen.

Voorzitter,

Vandaag lever ik mijn eerste inbreng in de commissie samenleving. U kunt zich voorstellen dat ik goed heb nagedacht over welke woorden ik hier ga spreken.  Hoe breng ik precies over wat ik bedoel? Met welke woorden komt mijn boodschap, met alle nuances, goed tot uitdrukking? Daaraan vooraf gaat eigenlijk nog een ander proces: het vormen van de boodschap. Om hier vandaag namens het CDA mijn bijdrage te kunnen leveren voor de samenleving én in de commissie samenleving, speelt taal dan ook een cruciale rol. Als kind ben ik veel voorgelezen. Ik werd op woensdagmiddag meegenomen naar de bibliotheek, ik was een boekenwurm en ben van kleins af aan aangemoedigd om informatie te verzamelen, mijn mening ergens over te vormen en me uit te spreken. Met die kennis op zak ik nu, op mijn manier, mijn bijdrage leveren aan de samenleving.

Voorzitter,

De beperkingen van mijn taal zijn de beperkingen van mijn wereld. 

Laaggeletterdheid gaat dan ook verder dan simpelweg moeite met lezen en schrijven en de gevolgen daarvan. Het gaat ook om het kunnen vormen van een boodschap, een visie, een mening. Woorden kunnen geven aan je gevoel, je angsten, je zorgen, en deze vervolgens kunnen uitdrukken, delen met anderen om zo verbinding maken. In relatie tot de ander komt de mens pas volledig tot zijn recht; in een gemeenschap.

Laaggeletterdheid gaat om meerdere dingen. Bijvoorbeeld mensen die Nederlandstalig zijn, maar moeite hebben met lezen en schrijven en mensen met een achtergrond buiten Nederland die moeite hebben met de Nederlandse taal. In Nederland en ook in onze stad Den Haag zijn er veel kinderen waarvan de ouders thuis een andere taal dan het Nederlands spreken. Dit kan een ontzettende meerwaarde zijn: meertalig opgroeien verbreedt je wereld, waardoor je met 1, of misschien zelfs 2-0 voor kunt staan. Wanneer die kinderen zonder een woord Nederlands te spreken de basis- of kleuterschool binnenlopen, en die ouders door hun taalachterstand minder betrokken zijn bij school, staan ze echter juist met 0-2 achter. En dat is zonde; een gemiste kans.

Begrijp me niet verkeerd voorzitter, het gaat mij in de beeldspraak van 2-0 voor of achter natuurlijk niet om moeten presteren of winnen, maar om iets veel belangrijkers: het gaat om volwaardig mee doen, mee kúnnen doen. Op een manier die bij je past je bijdrage aan een gemeenschap kunnen leveren. Een beroep doen op je burgers getuigt in mijn optiek van vertrouwen in - en respect voor -  de inwoners van onze stad.

Daarom is het CDA erg blij dat jonge ouders als doelgroep prioriteit hebben gekregen in de taalnota. Hiermee vangen we twee vliegen in een klap.Goed om te lezen dat het college zich niet neer wil leggen bij het hoge percentage laaggeletterden in Den Haag en bezig is met een nieuwe, onderwijs brede taalaanpak. Wanneer kunnen we deze aanpak verwachten en maakt het genoemde onderzoek in de brief hier deel van uit?

Ik noemde al het sociale, menselijke aspect van goede taalontwikkeling. Daarnaast is er natuurlijk ook nog de financiële werkelijkheid: Investeren in taal loont: ontwikkeling van taal leidt tot ontwikkeling op andere vlakken. Het leidt tot betere kansen op de arbeidsmarkt en daardoor meer financiële zekerheid. Zelfs tot betere gezondheid (bijv door bijsluiters te kunnen lezen en begrijpen, en voedingsetiketten etc). Het zorgt ervoor dat mensen op hun werk, in verenigingen en organisaties hun bijdrage kunnen leveren aan de samenleving.

Dit is niet alleen goed voor het individu, maar ook voor de overheid en de gemeente. Werken aan een goede taalontwikkeling zal lonen en de investering dubbel en dwars waard blijken te zijn. Daarom is de cda fractie blij dat de coalitie 4,5 miljoen per jaar heeft uitgetrokken als offensief tegen laaggeletterdheid. Voor de wethouder heb ik de volgende vraag: Welke extra acties gaat het college hiermee doen?  En wat voor aanvullende resultaten hoopt de wethouder met dit bedrag te kunnen behalen?

Voorzitter tot zover mijn eerste betoog vandaag hier in de commissie. Ik zie uit naar de antwoorden van de wethouder maar daarnaast ook naar de samenwerking met alle collega’s hier in de komende tijd. Laten we de taal van verbinding spreken en samen werken aan een mooiere stad.

 

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.