06 maart 2019

Zorg voor draagvlak in energietransitie

Door Edward de Lanoy.

Tijdens de oordeelsvormende Raadsvergadering in februari sprak ik de volgende tekst uit bij de behandeling van de startnotitie Energietransitie.

Voorzitter,

De startnotitie energietransitie is een heel belangrijk document. Het markeert de start van een traject dat wij met z’n allen ingaan in deze gemeente. De Raad en het College, maar ook al onze burgers en bedrijven gaan het merken. Met blijvende resultaten en effecten. En dat voor vele decennia.
De grootheid van de veranderingen maakt wel dat iedereen mee moet doen. Maar ook iedereen moet het kunnen meemaken. Naast de ambitie van Klimaat Neutraal in 2050 staan Haalbaar, Betaalbaar en met Draagvlak bij het CDA met hoofdletters geschreven.
En om daar invulling aan te geven is het voor het CDA van groot belang dat we een proces in gaan waarbij we op de juiste momenten komen tot de juiste afwegingen en keuzes. Met de juiste mensen en/of hun vertegenwoordigers aan tafel.
En gelukkig, deze startnotitie geeft daarvoor de mogelijkheden. Er wordt duidelijk gemaakt in welke fasen er wordt gewerkt en ook op welke momenten wij als Raad hier invloed op kunnen hebben.

Maar het CDA hecht er ook aan op dit moment reeds enkele opmerkingen te maken die meer inhoudelijk ingaan op de energietransitie, juist met het oog op het wekken van de juiste verwachtingen. Verwachtingen van de Raad, maar ook van de burgers. En dus ook van het college.
Eerst iets over tijdslijnen. Een zo grote omslag in ons bestaan betekent voor het CDA dat een lineair traject in deze transitie geen doel op zich is. Het is niet zo dat als we in 2050 100% willen, we daarom dus halverwege (in 2035) al op 50% moeten zitten. Het zal soms makkelijk zijn snel een grote stap te zetten en soms zal het langer duren alvorens we resultaten zien. De oorzaak daarvan is simpel: beschikbaarheid van technologie (technische haalbaarheid) en betaalbaarheid zijn daarbij belangrijke voorwaarden. En daarvoor is technologische innovatie essentieel. 
En innovatie is op sommige terreinen makkelijker: bij de industrie, bij de tuinbouw worden de komende tijd snel grote stappen gezet. Ook binnen onze gemeente. Heel mooi. Maar in de gebouwde omgeving ligt de zaak anders. Huizen zijn vanaf de jaren 90 al behoorlijk goed geïsoleerd, hebben dubbel glas. De overgang naar driedubbel glas, of het achteraf installeren van een warmtepomp is vreselijk duur, met slechts een beperkte klimaat opbrengst. 

Bij de begrotingsbehandeling stelde het CDA het al aan de orde: Met enig geduld en met innovatie zou waterstof zomaar een heel goedkope oplossing kunnen zijn in deze bestaande woonwijken. Misschien dus toch nog maar even wachten met die gebouwde omgeving? In het proces wat de startnotitie beschrijft, zien wij daar absoluut ruimte voor. Ziet het College dat ook?

Ik ga graag nog even nader in op die innovatie, die absoluut noodzakelijk is om de energiedoelstellingen te halen. Die innovatie ziet de CDA fractie in twee dimensies. Ten eerste de al eerder genoemde technologische innovatie, zoals de inzet van waterstof als drager en opslagmedium van bijvoorbeeld wind op zee. Of veel efficiëntere zonnecellen. En misschien wel hele nieuwe vormen van duurzame en emissieloze energie. Ook geothermie en de komst van de warmterotonde mag niet onvermeld blijven. In 30 jaar kan heel wat gebeuren.
Maar er is ook langs een andere dimensie innovatie nodig. En dat is bestuurlijke kracht gericht op het verkrijgen en behouden van draagvlak: dat is dus politieke innovatie. Hoe hou je alle mensen betrokken bij deze veranderingen? Heeft de ene helft van de bevolking straks een geel hesje aan of is de andere helft aan het klimaat spijbelen?
En eerlijk gezegd merken wij in Pijnacker-Nootdorp nu al hoe ingewikkeld dit kan zijn bij de blauwe oud papier bakken. Iedereen heeft daar een mening over, mensen lezen de brieven niet of nauwelijks en iedereen vindt van alles. 1300 huishoudens in Nootdorp bestellen de bak af. En in deze casus kost het de burger niks, maar wat als er opeens een bestaande wijk over moet schakelen van eigen CV naar een warmtepomp tegen hele hoge kosten? Dat lukt niet met een lokale klimaattafel en een convenant.

De politieke crux de komende jaren is: hoe ga je als gemeente om met een wijk waarvan de ene helft van de mensen zo snel mogelijk naar energieneutraal wil gaan en de andere helft van de mensen het liefst zolang mogelijk wil wachten. 
Het CDA ziet zichzelf, hopelijk net zo als de andere fracties in deze raad, als volksvertegenwoordigers. Wij zijn gekozen door de burgers van Pijnacker-Nootdorp om hen te vertegenwoordigen en wij zullen dus aan knoppen moeten blijven zitten. Het CDA is dus zeer kritisch tegenover zogenaamde stakeholders die over de hoofden van burgers heen aan tafels zitten en convenanten afsluiten. Wij horen daar te zitten, of ten minste er bij te zitten. 
Welke gedachten hebben het College en de andere fracties in de Raad daarover?

Gezien de onzekerheden van wat de toekomst ons gaat brengen aan technologie en draagvlak zal deze startnotitie en de producten die daaruit voortkomen regelmatig moeten worden herzien. Ziet het college dat ook zo?
Het CDA gaat ervan uit dat wij met deze startnotitie een goed begin hebben, maar ziet voor de toekomstige stappen nadrukkelijk een rol voor de gemeenteraad in de verdere aansturing van dit energie transitieproces.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.