09 november 2020

Een agendapunt uit de laatste raadsvergadering

Afgelopen donderdagavond vergaderde de raad van Midden-Drenthe weer. Aan de orde kwam onder andere het verstrekken van een lening aan Enexis, het bedrijf dat verantwoordelijk is voor de levering van elektriciteit en gas aan onze inwoners. De aanleiding hiervoor is dat er een capaciteitstekort is op het elektriciteitsnet in onder andere Drenthe. Dit heeft tot gevolg dat veel plannen voor zonnepanelen op daken of zonneakkers niet aangesloten kunnen worden op het elektriciteitsnet. Het gaat om een lening van € 690.727, een fors bedrag voor Midden-Drenthe.

De eerste vraag is dan wat wil Enexis bereiken met deze lening? Het is ter versterking van hun eigen vermogen. Daartoe doen ze een verzoek aan alle plusminus 80 aandeelhouders om naar rato van hun aandelen mee te doen aan deze lening die € 500 miljoen groot is, zodat ze hun A rating kunnen blijven behouden. Dit geeft weer rentevoordeel bij het lenen op de kapitaalmarkt. 

Een tweede vraag die wij ons dan stellen, wat gaat Enexis met dat geld doen? Door deze lening kunnen ze  extra investeringen doen in het elektriciteitsnetwerk van € 1.9 miljard tot 2030.

En de derde vraag dan die wij ons kunnen stellen is dan ook, wat betekent dit voor Midden-Drenthe? In totaal zullen er 6 nieuwe hoogspanningsstations bijkomen en van 11 stations zal de capaciteit worden uitgebreid in Drenthe. Dit zal uiterlijk in 2030 zijn uitgevoerd zo de plannen er nu liggen, en in Midden-Drenthe zal de capaciteit verhoogd zijn in 2025.

Een vierde vraag die de CDA fractie zich zelf heeft gesteld is, wat zijn de risico’s? De lening kan worden omgezet in aandelen. Dit heeft tot gevolg dat wij dan dividend krijgen uitgekeerd als er winst wordt gemaakt.

En de laatste vraag die wij ons hebben gesteld is: Wat is de kans dat Enexis failliet gaat? Die kans lijkt ons verwaarloosbaar, daar Enexis in handen is van gemeenten.

Alles overziend heeft de CDA Fractie ingestemd met het voorstel.  

Marinus Louissen

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.