29 april 2021

CDA wil extra investeren in jongeren

De afgelopen weken heeft de gemeenteraad gesproken met veel jongeren. Middels een enquête en gesprekken wilden we informeren naar de stand van zaken onder de jeugd. Sommige hebben het goed en anderen vinden het zwaar. Wat kunnen we voor ze betekenen? De gemeente heeft extra gelden beschikbaar gesteld en de fracties mochten zich hierover uitspreken. Waar moeten we in investeren? 

Woordvoerder Abel Reitsma had de volgende bijdrage;  

Als docent op het Friesland College spreek ik veel studenten. Vaak richt ik tijd in om ze individueel te spreken; we praten dan over van alles en nog wat. Hoe is het met je? Wat doe je zoal? Wat gaat goed? Waar loop je tegenaan? In de meeste gevallen zijn de gesprekken positief. Studenten hebben meer ruimte voor school, ervaren relatieve rust en kunnen zich beter concentreren. 

De meeste missen school wel als ontmoetingsplaats en een enkeling heeft het zwaar. Gebrek aan contact, gebrek aan motivatie, slapeloosheid, stress of onzeker over de toekomst. Die studenten bel ik dan wat vaker. Ik kan de coach nog informeren en binnen de school zijn er altijd gepaste mogelijkheden om te helpen waar nodig. 

Een voorbeeld van de werkende steunstructuren die bestaan op scholen binnen onze gemeente. 

Ik bewonder de jongeren om hun veerkracht, vindingrijkheid en flexibiliteit. Toch wil ik de zorgen en problemen niet bagataliseren; er is een toenemende werkloosheid en ook over het welzijn van de jeugd zijn twijfels. Echter weiger ik te spreken over een verloren jaar; dat moeten we ze niet ook nog eens aanpraten. Denk bijvoorbeeld aan jongerennetwerk Time to Connect; 159 jongeren met 883 uren waarmee zij 695 mensen hebben geholpen. Taarten bakken, boodschappen doen, afval rapen, maatjes projecten en tuin klussen. Allemaal belangeloos in Corona tijd! 

Met deze inleiding schets ik de route zoals het zou moeten in mijn ogen; net als in de school kunnen we eerst kijken naar het eigen netwerk en daarna een route volgen naar de juiste hulp. We kunnen veel opvangen in de eerste lijnen van de hulpverlening. Daar zitten veel experts die de meeste zorgen af kunnen vangen, de complexere zorg moet door een ander worden opgepakt. 

Dure verwijzingen naar experts zijn niet meteen nodig, zorg dat elke professional de sociale kaart goed in beeld heeft. Wat doet de wethouder daar aan op dit moment? Dit punt kwam ook naar voren in de bijdrages tijdens de expert meeting. 

Ik zou de wethouder willen vragen om de extra gelden te investeren in bestaande steunstructuren, wat helpt goed maar lopen we tegen grenzen en zou onze bijdrage kunnen helpen? 

Daarnaast hebben we nog een andere zorg; sport en beweging. Door het gebrek aan sport bij clubs en verenigingen moeten jongeren worden uitgenodigd en aangemoedigd om gebruik te maken van een alternatief aanbod. Denk aan jongerenwerkers en buurtsportcoaches die activiteiten organiseren maar ook bijvoorbeeld Dirjan Bouma in Grou die met zijn sportschool constant verbindingen legt met andere verenigingen en initiatieven. Zouden we hier ook een deel van het geld in kunnen investeren? De verbetering van fysieke gesteldheid door sport en beweging leidt ook vaak tot betere prestaties, terugloop in zorgkosten en gevoel van betekenis. Zeker de moeite waard dus! 

Bestaande steunstructuren verbeteren en uitbreiden waar mogelijk en sportactiviteiten, daar gaat het CDA voor. Een duidelijk verzoek.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.