02 maart 2013

Rijnlands denken; redder van de Christen-democratie?

Op een zaterdagmorgen in februari de CDA cursus Rijnlands denken en doen gevolgd in Heerenveen. Onze docent was Henk Siegers; een “smuke prater”. Mijn verslag…….

Hoe komt het CDA daarbij?

 In juli 2012 heeft het provinciale CDA een themagroep in het leven geroepen om het Rijnlandse model in kaart te brengen om te kijken of dit model handvaten biedt voor het oplossen van maatschappelijke knelpunten. Handvatten bieden aan lokale politici door concrete voorbeelden.

De werkelijkheid is genuanceerd;

Maatschappelijke organisaties zijn verdwenen door schaalvergroting of zijn zelf semi-overheid gewordenDe gemiddelde burger ziet een maatschappelijke organisatie niet meer als een middel om een doel te bereikenVervreemdende processen hebben de verantwoordelijkheid van de maatschappelijke organisaties uitgehold. Voorbeelden zijn de banken die van “onderlingen” naar gigantische geldverdienmachines zijn getransformeerd. Of de vorming van megalomane onderwijsfabrieken en de onderuitgaande woningbouwcorporaties die op speculatiepad gingen.

Het CDA wil de staat omvormen van verzorgingsstaat naar activeringsstaat; met participatie van de overheid, waarbij ieder talent telt. In dit nieuwe denken, de activeringsstaat, faciliteert de overheid de burger, en niet andersom. Ook geeft  de staat dan vertrouwen aan particuliere initiatieven.

Dit vraagt een grote omslag in het denken van politici, ambtenarij en burgers. De markt gaat voor de lange termijn, continuïteit en vakmanschap. Het maatschappelijk middenveld moet terug naar de menselijke maat.

Om dit Rijnlands denken en doen voor elkaar te krijgen, moeten we wel weten waar we het over hebben. Er moet betrokkenheid en bezieling zijn.  Dit is beslist nodig omdat er geen geldelijke beloning tegenover staat en er meer gevraagd wordt van de burger.

Wat is het Rijnlands denken en doen?

Het Rijnlands denken is in essentie de aanvaarding van de maatschappelijke democratie naast de gekozen democratie. Het levert een belangrijke bijdrage om onze vastgelopen samenleving weer elan te geven. Uitgangspunten zijn vertrouwen en verantwoordelijkheid. Dat geldt voor alle betrokkenen (werkgevers, werknemers, bestuurders) en voor alle domeinen (openbaar bestuur, bedrijfsleven en de samenleving zelf). Het vakmanschap is daarvoor de basis, waaraan kwaliteit en verantwoordelijkheid zijn gekoppeld. De overheid moet in dienst van de samenleving staan om samen te zorgen voor economische groei, sociale rechtvaardigheid en een duurzaam beheer van onze planeet. Dat sluit heel goed aan bij de kernwaarden van het CDA.

Het Rijnlands denken en doen is niet gebaseerd op regels, maar op uitgangspunten, zoals goed koopmanschap en rentmeesterschap. Het is gebaseerd op vertrouwen. De tegenhanger hiervan is het Angelsaksisch denken: dat bis juist gebaseerd op regels en het checken van het nakomen hiervan.  In het Angelsaksische denken gaat het om de kwaliteit van de kwaliteitszorg, niet om de echte zorg of om het echte onderwijs. Het Rijnlands denken streeft in redelijkheid en billijkheid naar een evenwicht tussen moraal en regels.

Samengevat is de essentie terug te vinden in de 3 V’s:

Vertrouwen

Verbinden

Vakmanschap

De overheid is geen eigenaar van de publieke taken maar de burger. De ambtenarij moet daarom zaken loslaten in plaats van zaken voorschrijven en de burger vertrouwen geven. Ook in een bedrijf moet de leiding vertrouwen geven aan medewerkers en omgekeerd.

Burgers moeten op vrijwillige basis weer een grote rol gaan spelen in zorginstellingen, op scholen en bij volkshuisvesting. Ook moet een verbinding worden gelegd met het product (trots op je werk, product van je vakmanschap) en de regio. Overheden kunnen, wat dat betreft, iets terugvragen van bedrijven bij het aanbesteden van werk.

Volgens de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) heeft Nederland een vitale samenleving. Het is die vitale samenleving die mogelijkheden biedt om de overheid in ons land compacter te maken. Compacter moet de overheid vooral worden in pretenties en ambities. Burgers en maatschappelijke organisaties hebben een overheid nodig die met ze meedenkt en hun initiatieven verder brengt in plaats van reguleert of overneemt. Overheidsorganisaties moeten zich aanpassen en een goede partner voor maatschappelijke initiatieven zijn. Deze verandering zal niet vanzelf gaan! Instituten die tussen overheid en burger instaan (woningbouwcorporaties, zorg- en onderwijsinstellingen), zijn steeds meer verticaal gegroeid, terwijl ze vroeger de rol van bundelaar van burgerinitiatieven vervuld hebben.

Dit sluit bijna naadloos aan het Rijnlands denken en doen.

In Rijnlandse bedrijven is vaak sprake van een soort meester-gezel opleiding. Dit gilde-denken sluit aan de onderstroom van ons CDA: de kracht van de eigen kring en de verantwoordelijkheid zo laag mogelijk in de maatschappij. Ervaren vakmensen leiden jongeren verder op binnen  het bedrijf. Dit concept kan vrijwel overal worden toegepast.

De volgende keer kom ik nog met een prachtig praktijkvoorbeeld van het Rijnlands denken uit ons dagelijks leven.

 

Theunis de Vries Jac. Zn

CDA steunfractielid uit Koudum

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.