Inhou­de­lij­ke beschou­wing frac­tie­voor­zit­ter Caspar Rut­ten bij de Kader­no­ta 2025

De Kadernota 2025 van gisteravond werd inhoudelijk besproken bij de Algemene Beschouwingen. Wij delen hier graag nog de volledige spreektekst bij de eerste termijn van onze fractievoorzitter Caspar Rutten (foto)

“Een jaar of 25 geleden zat ik in een sollicitatiegesprek en vertelde de interviewer mij dat zijn dochter een aantal weken daarvoor was getrouwd. Hij vroeg mij vervolgens wat ik bereikt zou willen hebben als mijn dochter zou gaan trouwen. Ik vond het een vreemde vraag omdat je je volgens mij op zo’n moment andere vragen stelt. En daarnaast met drie kleine meiden thuis, leek het nog erg ver weg.
Inmiddels is mijn dochter zo’n twee weken geleden getrouwd. De vraag van mijn interviewer heb ik mezelf toen niet gesteld, maar zoals jullie merken is de vraag wel blijven hangen. En een paar dagen geleden heb ik mij die vraag alsnog gesteld. Niet over mijn eigen loopbaan, maar over Breda en ons werk als raadsleden.

Wat heeft Breda en wat hebben wij als bestuurders van ons mooie Breda bereikt?
Zeker als we de omstandigheden waaronder wij leven in ogenschouw nemen, kan Breda en kunnen wij als bestuurders van Breda, best trots zijn op wat we voor elkaar hebben gekregen. Natuurlijk hebben we in deze zaal uiteenlopende meningen en leggen we andere accenten. Thank God! Zou ik zeggen. Maar in het verleden behaalde resultaten geven geen garantie voor de toekomst. En over die toekomst gaat deze Kadernota. Die toekomst biedt gelukkig mooie kansen. Allereerst ’t Zoet. Breda snakt naar meer woningen en die kunnen we daar gaan bouwen. Maar ’t Zoet biedt veel meer. Ruimte voor innovatief en toekomst gericht ondernemen, wateropvang en een bruisende nieuw stadsdeel. We kunnen ons dan ook vinden in de beslissing om binnen de investeringen die wij de komende jaren doen, voorrang te geven aan ’t Zoet.

Breda in balans
Maar het CDA vraagt ook oog voor de balans. Breda in balans. Allereerst de balans met andere projecten dan ‘t Zoet. Prima dat we bij sommige projecten de markt meer rol gaan geven, maar we hebben nog meer projecten in Breda. Zoals het doortrekken van De Mark. Wij dienen de motie Laat ’t stromen mee in omdat wij vinden dat we ons ervoor in moeten zetten dat we binnenkort verder kunnen gaan met het doortrekken van De Mark. Voor het milieu en voor de recreatie.
Dat het college het Strategisch Investering Programma, het SIP voor intimi, verder heeft uitgemest en gaat opruimen vinden wij ook heel belangrijk. Dat wij het helemaal mee eens zijn dat de Bredaring daarbij wordt geschrapt zal voor niemand een verrassing zijn. Wat Hyves voor de Telegraaf was, kon de Bredaring voor Breda worden en wij waarderen dat de wethouder het lef heeft gehad deze stap te maken.
De afgelopen jaren leek het misschien allemaal niet op te kunnen. Het was natuurlijk even schrikken, maar de bomen groeien niet tot in de hemel. Daarom moeten we op zoek naar een nieuwe balans.

Breda in balans 2
Gelukkig kunnen we projecten zoals Centrum Oost toch door laten gaan met een grotere rol voor de markt en minder risico voor Breda. Maar daarmee zijn we er niet. Tegelijkertijd willen we Breda niet op slot zetten voor andere projecten dan ’t Zoet of de Nieuwe Mark. En daarbij kom je ook aan de toekomstprognose voor de verschillende projecten in Breda. Omdat we nu geen projecten willen afserveren die we later, vanwege tegenslagen bij andere projecten die wel in de harde planning staan, toch wel kunnen doen, vragen wij aan het college om na te gaan of we streng vast moeten houden aan de 25%-norm voor overprogrammering. Is er in verder gelegen jaren niet meer ruimte? Daarom dienen wij de Motie Ruimte voor ambitie mee in. Hopelijk vinden we nog ruimte voor investeringen in kapitaalgoederen en dorps- en wijkvoorzieningen.

Breda op orde
Het CDA hecht er grote waarde aan dat we de boel op orde hebben in Breda. Dat gaat om minder en betere regels, waar we in de loop der tijd ook moties voor ingediend hebben, (ii) om de openbare ruimte en om (iii) goede voorzieningen. Maar het gaat ook over de mensen die in Breda wonen en werken.

Ruimte voor maatschappelijke betrokkenheid en vrijwilligers initiatieven
De mensen maken Breda. En die mensen die Breda maken zijn wat het CDA betreft niet een verzameling individuen. Nee absoluut niet. Het gaat om de manier waarop mensen met elkaar omgaan. Fatsoenlijk en met oog voor elkaar. Omzien naar elkaar is altijd belangrijk geweest, maar vandaag misschien nog belangrijker dan gisteren en (i) met de aanstaande grote groei van het aantal inwoners, (ii) de aankomende driedubbele vergrijzing en (iii) de noodzaak om onze weerbaarheid te verhogen is het morgen waarschijnlijk weer belangrijker dan vandaag. Ook in het rapport Weerbaarheid by Design dat ik vorige week aanhaalde, werd gesproken over de noodzaak om van zelfredzaamheid te gaan naar samenredzaamheid. Daarbij is cohesie heel belangrijk. Als CDA geloven wij ook in een samenleving waarin mensen naar elkaar omkijken, betrokken zijn bij hun buurt en elkaar weten te vinden als het nodig is.
We hebben hier eerder aandacht gevraagd, maar we zien dat structurele verbeteringen nog uitblijven. Daarom dienen we vandaag de motie De Kracht van Verbinding in. Niet om extra geld te vragen, maar om meer te doen met wat we al hebben. Breda kent wijkraden, actieve bewoners, welzijnspartners – maar die moeten elkaar beter vinden, en samen meer kunnen betekenen. In andere steden zien we dat dat wél lukt, vaak zonder extra kosten. Daar wordt ontmoeting, verbinding en buurtkracht doelbewust gefaciliteerd. Dat kan in Breda ook. Sterker dat moet Breda beter kunnen. Deze motie roept het college op om binnen bestaande middelen en netwerken een concreet actieplan op te stellen per dorp en wijk, met sociale cohesie als doel. Niet vanachter een bureau, maar samen met bewoners en professionals. Want als mensen elkaar kennen, voelen ze zich thuis. En dat is precies het Breda dat wij voor ogen hebben.
Een ander heel belangrijk weg om de cohesie te verhogen, mensen te verbinden en hun gezondheid te verbeteren zijn de verschillende vrijwilligersorganisaties in Breda. De sportverenigingen maken het mogelijk dat we iedere week sporten, de amateurgezelschappen verblijden ons met muziek en de uiteenlopende evenementen maken Breda nog aantrekkelijker. Het aanbod is zeer divers maar ze hebben gemeen dat ze inwoners en ondernemers bij elkaar brengen en verbinden. Maar dat gaat niet vanzelf. Duizenden vrijwilligers maken het mogelijk. Daar moeten wij enorm veel waardering voor hebben én we moeten ze helpen. Helpen met barrières en risico’s waar ze soms tegen aanlopen, helpen door de regels net iets makkelijker te maken en helpen door hulp te bieden. Daar roept onze tweede motie Vrijwilligersbeleid toe op,

Mijnheer de voorzitter, ik zal niet aan Mariken, Lieke, Lottie, Peter, Tristan of wie dan ook vragen wat ze voor Breda bereikt willen hebben als een kind van hen gaat trouwen. Ik vind het reëler om te vragen wat wij straks bereikt willen hebben als ’t Zoet af is en Breda inmiddels 210.000 inwoners heeft. Wat het CDA betreft is ’t Zoet dan niet alleen een mooie prettige duurzame wijk waar het goed wonen en werken is, maar (i) heeft Breda zijn unieke karakter behouden, dat ik niet in een paar zinnen kan omschrijven, (ii) voelen de Bredanaars zich verbonden met elkaar en (iii) zien zij om naar elkaar. Breda op weg naar Samenredzaamheid. “

© CasparRuttenCDABreda