
21 november 2025
24 juni 2025 1 minuten lezen
Dorpen waarin geen sportvereniging meer is, geen bibliotheek te vinden is en de bus niet meer rijdt: in steeds meer Noord-Hollandse dorpen, kernen en stadswijken...

Dorpen waarin geen sportvereniging meer is, geen bibliotheek te vinden is en de bus niet meer rijdt: in steeds meer Noord-Hollandse dorpen, kernen en stadswijken is dat helaas de realiteit. Het CDA Noord-Holland vindt dat deze neerwaartse spiraal moet worden doorbroken en komt daarom met een voorstel voor een basisvoorzieningenniveau. Fractievoorzitter Dennis Heijnen: “We willen richting geven aan een provinciale aanpak die ervoor zorgt dat voorzieningen behouden blijven, juist ook in kleine kernen. Want zonder voorzieningen geen leefbaarheid, en zonder leefbaarheid verdwijnen mensen.” Het CDA brengt het voorstel bij de Statencommissie van 26 juni in.
In het voorstel pleit het CDA voor duidelijke afspraken over wat elk dorp minimaal aan voorzieningen moet hebben: denk aan een sportvereniging, bibliotheek, een dorpshuis en goede bereikbaarheid. Gemeenten hebben hierin de grootste rol, maar de provincie kan volgens het CDA meer doen dan ze nu doet. Het CDA stelt voor om net als in Zuid-Holland te werken met kengetallen en richtlijnen voor voorzieningen, die gemeenten houvast geven bij ruimtelijke plannen. Zoals een minimumnorm voor hoeveel voorzieningen een dorp per aantal inwoners zou moeten hebben, of afspraken met dorpen over behoud van het dorpshuis of de buslijn. Heijnen: “We hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden. Andere provincies werken al met richtlijnen of ‘dorpendeals’. Noord-Holland kan leren van die voorbeelden, en een eigen normenkader opstellen dat houvast biedt én ruimte laat voor maatwerk. Zo ontstaat een gezamenlijke langetermijnvisie op de leefbaarheid van dorpen.”
Volgens het CDA is het behouden van voorzieningen geen luxe, maar een basisvoorwaarde voor vitale dorpen en kernen. “Wij zullen dit onderwerp blijven agenderen, ook na de Statencommissie. De kloof tussen dorpen, kernen en stadswijken die goed lopen en dorpen die achterblijven wordt anders alleen maar groter. Dat moet niet gebeuren.’’ Aldus Heijnen.