Op dinsdag 5 november 2019 vond de begrotingsraad plaats. Tijdens deze raadsvergadering, waarin de Beleidsbegroting 2020-2023 en de Belastingtarieven 2020 worden besproken, naam fractievoorzitter Hanneke Steen het woord namens het CDA Hengelo. 

Hieronder volgt haar bijdrage:

 

Algemene beschouwingen CDA Hengelo 2019: met de neus in de Hengeler weend

“Hengelo. Waar je ook gaat, waar je ook kijkt: je wordt naar Hengelo gestuurd op de ring van Amsterdam… Je gaat je afvragen wat daar is, in Hengelo.”

Een quote uit de Groene Amsterdammer van afgelopen september.

De columnist zet Hengelo weg als nietszeggende provinciestad met inwoners met een minderwaardigheidscomplex. En ja, ik voelde me – zoals hij ook in zijn column voorspelde – inderdaad aangesproken. En ja, ik vond het dus wel enigszins Randstedelijk arrogant, hoewel de schrijver dat bij voorbaat van zich af wierp.

Het raakt me, zoals u merkt. Het raakt me omdat ik trots ben op mijn stad. Er gebeurt hier zoveel moois. En het raakt me bovenal omdat er zoveel tweedeling uit spreekt. Het leest als ‘eerste rang en tweede rang’. Als je over een stad spreekt, heb je het meteen over mensen. En als we zo over elkaar blijven spreken, dan vind ik het niet gek dat elke week het Malieveld vol staat met groepen mensen die zich niet gehoord voelen. Dat is een trend in onze samenleving waar velen zich – terecht – zorgen over maken.

Ook in Hengelo voelen mensen zich niet gehoord. Hengelo heeft geen Malieveld, overigens wel een leeg plein, maar inwoners laten zich zeker wel horen. De posters van Bos op het Plein zijn niet te missen. De grote opkomst op de inspraakavond van de kadernota is ook een voorbeeld. Hieruit spreekt grote betrokkenheid, geen minderwaardigheidscomplex. En of je het nu ‘community processing’ noemt of open bestuursstijl: Het gaat uiteindelijk om luisteren en horen naar wat er speelt. Dat zien wij als onze grote opdracht.

Hengelo is ons thuis. Het is de betrokkenheid bij de stad en de gemeenschap tussen mensen die ons bindt. 

We spreken vandaag over de begroting. En dat is om die reden zoveel meer dan spreken over geld. Het gaat over hoe we zorgen dat we onze gemeenschap kunnen versterken. In een toegankelijke stad, een gezellige stad, een stad waarin mensen naar elkaar omkijken.

We zijn blij met de middelen voor groen en leefbaarheid. Voor de eikenprocessierups geldt voor het CDA dat volksgezondheid gaat boven middelen. We moeten investeren wat nodig blijkt en moeten ons niet vastpinnen op een bedrag. We zijn blij met de aandacht voor het masterplan in Beckum. Blij met de uitvoering van de CDA motie over de Gehandicaptenraad. Blij ook met de toenemende aandacht voor veiligheid en het tegengaan van ondermijning. Hengelo is een veilige stad, dat moet zo blijven. 

We zijn ook blij met het optimisme van de Enschedese burgemeester dat de Berlijnlijn via Twente zal gaan. Hengelo is knooppunt weg/water/spoor, Hallo Ring Amsterdam! Deelt het college dat Enschedese optimisme?

Het CDA kijkt kritisch naar de manier waarop we onze financiën moeten inrichten. Een hap nemen uit je spaarpot om rekeningen te betalen die je elk jaar krijgt, is onverstandig. Dat vindt ook onze toezichthouder. Het CDA is daarin nu meegegaan omdat we niet willen dat mensen zorg die zij nodig hebben ontzegd wordt, maar het is niet vol te houden. Goed dat we binnenkort spreken over hoe we het als raad beter kunnen doen.

Op het sociale domein blijft het zorgelijk. ‘Hospices overvol met vitale ouderen’ is een krantenkop die ons zorgen baart. Het is exemplarisch voor de toenemende druk op de zorg. We merken dat ook in de discussies over de huishoudelijke ondersteuning. Wat het CDA betreft blijven we niet alleen met elkaar en de stad in gesprek over zorgbeleid, maar nog vaker over ervaringen in de uitvoering van het beleid zodat cliëntenraden zich niet meer genoodzaakt voelen op te stappen.

Bijvoorbeeld op het terrein van de binnenstad verwachten we nu echt slagkracht van het college. We hebben daarvoor in de afgelopen jaren meerdere voorstellen gedaan. Bijvoorbeeld langer vrij parkeren dan nu. Het is ons nog te voorzichtig. De coalitie stemde deze concrete voorstellen voortdurend weg onder het mom: we moeten eerst integraal plan maken. We hebben overigens nog steeds geen integraal plan wat we doen met de extra 7 miljoen.  

Nu we het toch over integrale plannen hebben: in het voorjaar zette het college alle ideeën uit de stad op het gebied van cultuur weg, met hetzelfde argument: we moeten eerst nieuw beleid maken, dan pas het geld verdelen. En wat schetst onze verbazing: sindsdien ziet het zwart van de plannen. Voor beeldende kunst. Voor de stadsdichter. Er is nog geen nieuw beleid, maar wel nieuwe voorstellen. Dat noemen wij: draaideurbeleid. Schiet mij maar lek! 

Het CDA is consequent en volgt het besluit van de raad: wij stemmen niet in met plannen die vooruitlopen op het cultuurbeleid. Natuurlijk in het vertrouwen dat dat beleid er op tijd is om gericht keuzes te kunnen maken: bij de volgende kadernota.

Onderwerp van onze inzet zal zijn: een stevige positie voor de amateurverenigingen. Daar worden door veel mensen talenten ontwikkeld, vrijwilligerswerk gedaan, onderwijs verrijkt. Het CDA overweegt de amateurverenigingen daarom als nieuwe culturele kernvoorziening aan te merken. Het CDA voert daarover graag het gesprek in de komende maanden als we het over beleid gaan hebben.

Nog 1 vraag voorzitter: het verlagen van de OZB voor verenigingen. Het voorstel Omtzigt moet nog door de Eerste Kamer. Kan het college toezeggen de raad van de ontwikkeling op de hoogte te houden?

Ik rond af. Terug naar de column in de groene Amsterdammer. Ik ben een CDA groene Hengelose. Ik rij regelmatig via de ring van Amsterdam naar huis en zie dan Hengelo op de borden staan. Ik vraag me niet af wat daar is, want ik weet wat daar is. Onze betrokken stad, en mijn thuis. En dat zeg ik met enige Hengelose arrogantie en met mijn neus in de Hengelerweend.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.