31 mei 2017

Moties CDA raadsbreed aangenomen

CDA moties “Gratis VOG voor vrijwilligers” en “Gewoon doen wat nodig en mogelijk is om mensen in hun kracht te zetten” raadsbreed aangenomen in “sociale” raadsvergadering 30 mei. Femedith Kersjes verdedigde de moties namens het CDA. 

De raadsvergadering van 30 mei bestond grotendeels uit sociale onderwerpen. 

Zo krijgt de gemeente een sociaal ombudsman/vrouw, de gemeente mag gaan experimenteren met extra middelen voor kinderen in armoede zodat ALLE kinderen in armoede mee kunnen doen en heeft de raad uitgesproken een warm welkom gemeente te willen zijn voor nieuwkomers. Voor alle drie de onderwerpen zijn moties ingediend die wij van harte ondersteund/mede ingediend hebben. 

Daarnaast hebben we zelf twee moties ingediend. 

Als eerste de motie “Gewoon doen wat nodig en mogelijk is om mensen in hun kracht te zetten”, de motie werd mede- ingediend door de fracties CU, PVDA en VVD. CPB, D66 en BGL hebben de motie ondersteund waardoor de motie dus unaniem is aangenomen. De motie geeft het college richting mee voor de herijking van het armoede- en minimabeleid dit najaar en draagt het college op: 

Alles in het werk te stellen om de centrale ambitie in het sociale domein waar te maken , namelijk inwoners mee te laten doen en daarop in te zetten bij de herijking van het armoede en minimabeleid.

Samen met de raad waarden vast te stellen waar we als gemeente voor willen staan, zodat we van daaruit kunnen kijken wat nodig is om mensen te ondersteunen. 

Bij het nieuwe armoede en minimabeleid in te zetten op een integrale benadering van de wetten binnen het sociaal domein, vanuit de doelstellingen van die wetten, waardoor maximaal ingezet kan worden op maatwerk en dus oplossingen. 

Te onderzoeken of het mogelijk is om de harde grens van 110% van de bijstand los te laten en andere criteria te gaan gebruiken om te bepalen of mensen in aanmerking komen voor de regelingen uit het armoede- en minimabeleid, zoals op basis van besteedbaar inkomen of op basis van draagkracht of op basis van andere criteria. Op deze manier zouden meer mensen die feitelijk in armoede leven en nu geen rechten hebben op de regelingen, toch ondersteund kunnen worden.

Bij de herijking ernaar te streven de regelingen van het armoede- en minimabeleid zo in te richten dat werken meer dan nu het geval is, loont. Dus voorkomen of in ieder geval zoveel mogelijk beperken van de armoedeval. 

Dit alles mee te nemen bij de herijking van ons armoede en minimabeleid dit najaar, bij beleid voor chronisch zieken en bij beleid voor kinderen in armoede. College maak hierbij logische keuzes en heb het lef om dit beleidsterrein verantwoord anders aan te vliegen, met als doel gewoon te doen wat nodig en mogelijk is om mensen in hun kracht te zetten!

De tweede motie “Gratis VOG (verklaring omtrent het gedrag) voor vrijwilligers” kon ook rekenen op raadsbrede steun!  

Staatssecretaris Van Rijn heeft, naar aanleiding van een motie van CDA kamerlid Mona Keizer, toegezegd een onderzoek uit te laten voeren naar de mogelijkheden en gevolgen van het bieden van een gratis VOG voor alle “vrijwilligers werkzaam met mensen in een afhankelijkheidssituatie”.

Wij willen niet wachten op de landelijke ontwikkelingen. Vrijwilligers zijn de kurk waarop onze samenleving drijft en wij vinden dat de kosten voor een VOG geen belemmering mogen zijn om op een verantwoorde manier vrijwilligers in te zetten. We hebben het college dan ook opgeroepen nu al actie te ondernemen en vooruitlopend op de landelijke ontwikkelingen, een gratis Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) beschikbaar te stellen voor alle “vrijwilligers die werken bij vrijwilligersorganisaties met mensen in een afhankelijkheidssituatie” en nu niet in aanmerking komen voor een gratis VOG, waarbij voor de uitvoering van het vrijwilligerswerk wel een VOG gewenst is. 

We kunnen met een goed gevoel terugkijken op een raadsvergadering waarbij het CDA omzien naar elkaar handen en voeten heeft kunnen geven.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.