28 mei 2021

CDA wil af van “zon op land”

Bij Blokzijl en Vollenhove zien we op dit moment de problematiek weer volop. In plaats van focus op woningbouw wordt schaarse grond in beslag genomen worden voor de bouw van zonneparken. In de raadsvergadering van 25 mei heeft het CDA daarom het initiatief genomen om het coalitiebeleid over het plaatsen van zonnepanelen op goede landbouwgrond te herzien. Voor de realisatie van zonneparken moet de zonneladder (voorkeursvolgorde bij het toestaan van zonneparken) van het CDA het uitgangspuntzijn. Dat betekent dat landbouw- en natuurgronden ontzien worden, en zon op het dak wordt gestimuleerd.

Het CDA heeft voorgesteld dat de gemeente Steenwijkerland gaat zoeken naar alternatieven om aan de verplichting van duurzame energievoorziening te voldoen. Zonnepanelen plaatsen op landbouwgrond zou hierdoor niet meer mogelijk moeten zijn. Er is geen draagvlak voor grote zonneparken in onze gemeente, en alternatieven zijn nog ruimschoots voor handen. In de huidige situatie verdwijnen de subsidies en grote winsten naar het buitenland. En bovendien leggen deze projectontwikkelaars een forse claim op het elektriciteitsnetwerk  waardoor kleinere initiatieven belemmerd worden. De mening van het CDA is dan ook dat de alternatieven om zonnepanelen te plaatsen meer gestimuleerd  moeten worden. Dat kan door bijvoorbeeld taluds langs de A32 of langs de spoorlijn hiervoor te gebruiken. Of het plaatsen van zonnepanelen op daken van bedrijfsgebouwen of huizen of boven parkeerterreinen te stimuleren.

Helaas hebben de coalitie partijen besloten hier mee te wachten. Door een motie van de CU, BGL, VVD en PvdA, wat automatisch een meerderheid is, wordt er nu een aantal keren vergaderd, voordat er daadwerkelijk tot actie wordt overgegaan. Deze partijen stellen voor het huidige beleid door het college te laten evalueren, grote veranderingen in beleid wordt hierdoor nodeloos uitgesteld. Het CDA wil graag direct actie ondernemen en daarmee de burger daadwerkelijk op één te zetten! 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.