04 januari 2023

Reactie CDA op voorstel GL/PvdA

Op woensdag 21 december is door de voorzitter van de raad en de griffier met elk van de fractievoorzitters afzonderlijk gesproken over de bestuurscrisis. De inbrengen van D66 en CDA zijn door die partijen gedeeld met de collega’s. Op de avond van donderdag 22 december zijn op basis van de rapportage van de griffier afspraken gemaakt over het vervolg. Daarbij zijn twee verkenningen onderscheiden die mogelijk zouden kunnen leiden tot het aanstellen van een formateur in de vergadering van 12 januari aanstaande, een vanuit de coalitie (te leiden door LB) en een vanuit de oppositie (te leiden door GL/PvdA). Op verzoek van GL/PvdA werden de verkenningen gescheiden in de tijd: voor en na de jaarwisseling.

De afgeronde verkenning vanuit de coalitie

De gesprekken met CU/SGP zijn gestart op 21 december en afgerond op 30 december. Met de SP is gesproken op 27 en 30 december, waarna de SP op 31 december liet weten niet klaar te zijn voor eventuele onderhandelingen. Hierop is door LB op 31 december gemeld aan GL/PvdA dat de eerste verkenning nog niet tot resultaten had geleid. Daarmee ging het stokje over.

De lopende verkenning door GL/PvdA

Op 2 januari is door GL/PvdA een procesvoorstel afgerond dat die avond met andere oppositiepartijen is besproken. De definitieve versie is op 3 januari gedeeld met de overige fracties en inmiddels ook met de pers. Positief in het voorstel is de vaststelling dat alle partijen debet zijn aan de nu ontstane bestuurscrisis. Dat biedt de basis voor eerlijke gesprekken en het weer opbouwen van vertrouwen in elkaar. Ook de bereidheid van GL/PvdA om LB bij de gesprekken voor een brede constructieve coalitie te betrekken stellen wij op prijs. Hiermee kan recht gedaan worden aan de verkiezingsuitslag en voorkomen we dat de grootste partij in de raad wordt uitgesloten.

Problematisch is wel dat het vervolg van de verkenning vanuit de oppositie afhankelijk gemaakt lijkt te worden van een raadsbrede bijeenkomst. Gaat het dan nog om verkenners vanuit de oppositie of worden het informateurs vanuit de raad? Haal je dan de afgesproken deadline nog wel? Er wordt in het voorstel dan ook al mogelijkheid geboden dat de verkenning vanuit de oppositie doorgaat tot na 12 januari. Dat is niet overeenkomstig de afspraken en staat in schril contrast met de tijdsdruk die GL/PvdA zelf op het proces van de verkenning vanuit de coalitie gelegd heeft. Wat ons betreft kan GL/PvdA elke verkenner inzetten die ze wil en zouden de gesprekken al begonnen moeten zijn.

Het CDA houdt daarom vast aan de afgesproken datum van 12 januari om vast te stellen of een van beide verkenningen een meerderheid heeft verkregen om te gaan onderhandelen over een nieuw college. Het door GL/PvdA gevraagde raadsbrede vooroverleg is voor de CDA-fractie niet nodig om met ons gesprekken te voeren. Wel kan het gebruikt worden om te bespreken hoe een eventuele raadsbrede verkenning er na 12 januari uit zou kunnen zien. In het procesvoorstel worden door GL/PvdA drie verkennende vragen gesteld. Deze vragen zijn door ons in de fractie besproken en voorzien van een antwoord dat we met GL/PvdA dan wel haar verkenners per direct kunnen bespreken. In aanvulling daarop verwijzen we naar onze inbreng van 21 december jongstleden die reeds is gedeeld met alle partijen.

Vervolgstappen CDA-fractie

Omdat de tijd dringt maken wij onze inbreng openbaar. Op de avond van 10 januari wil het CDA de leden bijpraten om vervolgens op 11 januari in de fractie vast te stellen of ze steun kan geven aan een formateur vanuit LB dan wel GL/PvdA. Daarmee houden we vast aan de gemaakte afspraken op 22 december. Indien beide verkenningen niet tot de aanstelling van een formateur kunnen leiden op 12 januari, stellen wij voor om een volstrekt onafhankelijke verkenner aan te stellen met een brede opdracht die raadsbreed onderzoekt wat de noodzakelijke vervolgstappen zijn voor het oplossen van deze crisis.

Bijlage: Het antwoord van de CDA-fractie op de drie verkennende vragen van GL/PvdA

Vraag 1: Welke onderwerpen wilt u door een nieuwe coalitie in ieder geval gerealiseerd zien en waar ziet u dilemma’s?

Antwoord CDA-fractie: De onderwerpen benoemd in het coalitie-akkoord en de ‘longlist’ van de strategische raadsagenda zijn voor ons erg belangrijk, waarbij de uitwerking uiteraard afhangt van de formerende partijen en de bereidheid van de overige partijen om door te gaan met de strategische raadsagenda. Bij een werkelijk raadsbreed akkoord kunnen beide lijsten van onderwerpen samengevoegd worden in een akkoord, mits partijen voldoende ruimte houden voor een eigen standpuntbepaling in de raad op zoveel mogelijk onderwerpen. De tijd dat je alles van tevoren kunt vastleggen is echt voorbij.

De dilemma’s zien wij met name rondom de inzet van structurele middelen en de schaarse capaciteit, de mate van detaillering van het coalitieakkoord en een goed compromis rondom de energietransitie. Daarbij hebben we bijzondere aandacht voor de mensen en organisaties in de knel door de gevolgen van COVID en de prijsstijgingen, de energie-transitie, het behoud van de groene ruimte en de wooncrisis.

Vraag 2: Bent u bereid om open in gesprek te gaan over de aanpak van de energietransitie?

Antwoord CDA-fractie: Ja en we waarderen de opening die GL/PvdA hier biedt. We willen met respect voor de verkiezingsuitslag (en onze verkiezingsbeloften) kijken welke mogelijkheden er zijn waar ook draagvlak voor is of verkregen kan worden bij inwoners en omwonenden. We hebben al aangegeven dat we denken dat er draagvlak zou kunnen komen voor de plaatsing van windturbines langs de A28, mits veilig voor mens en dier.

Vraag 3: Ziet u een rol voor uw partij en fractie in een brede constructieve coalitie en zo ja, welke.

Antwoord CDA-fractie. Ja, voluit. Het CDA is steeds bereid bestuursverantwoordelijkheid te dragen of constructief oppositie te voeren. Daarbij zien we wel een belemmering in de publiekelijke en/of informele uitingen van diverse partijen die de zittende wethouders (en daarmee de politiek leiders) van de grootste partijen op voorhand lijken uit te sluiten van een nieuw te vormen college. Als alle partijen debet zijn aan de bestuurscrisis dan zouden we ook allemaal moeten willen werken aan een meer constructieve relatie tussen raad en wethouders. Het wegnemen van die blokkade en het verbeteren van deze relatie is naar onze mening nodig om onderhandelingen te kunnen starten over een raadsbreed akkoord en een college dat een goede afspiegeling is van de raad.

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.