Benutten restwarmte

Restwarmte overal benutten waar dat kan door de juiste invulling van de Warmtewet

Het CDA-partijcongres op 31 oktober 2009 in vergadering bijeen in Utrecht,

 

constateert dat:

 

1.    energievoorraden eindig zijn en dat de huidige benutting ervan de schepping aantast;

2.    er zich in Nederland een groot areaal aan restwarmte bevindt, die nog steeds als thermische vervuiling naar de omgeving geloosd wordt;

3.    het benutten van restwarmte een aanzienlijke bijdrage levert aan de reductie van CO2-emissies;

4.    het financiële risico en de aanvangsinvesteringen voor veel restwarmteprojecten zodanig hoog zijn, dat marktpartijen te weinig bereid zijn om te investeren in restwarmteprojecten.

 

overweegt dat: 

1.    rentmeesterschap een uitgangspunt is van het CDA;

2.    voor het behalen van de Nederlandse klimaatdoelen het nuttig gebruik van restwarmte noodzakelijk is;

3.    de consument voor restwarmtelevering nooit een hogere prijs betaalt dan voor warmtelevering via aardgas;

4.    het de doelstelling moet zijn om álle restwarmte te benutten die met enig financieel rendement benut kan worden; 

 

spreekt uit dat: 

1.    door de landelijke en lagere overheden het nuttig gebruik van alle restwarmte dient te worden bevorderd; 

2.    de Warmtewet zodanig wordt geïmplementeerd dat de onvoldoende rendementen die optreden bij bepaalde warmteprojecten door de investeerder mogen worden gecompenseerd met de betere rendementen van andere projecten. 

En gaat over tot de orde van de dag.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.