16 februari 2022

Opa en kleindochter in gesprek over politiek

Michelle: Wie ben je?

Cor: Ik ben Cor Rosmalen, ik woon al ruim 50 jaar in Doesburg. Ik ben leraar geweest hier aan de Katholieke Mavo. En wie ben jij?

M: Ik ben Michelle. Ik woon al 20 jaar in Doesburg. Ik ben student in Nijmegen aan de Radboud Universiteit. En ik studeer politicologie en politieke geschiedenis. 

M: Wat vind u interessant aan de politiek?

C: Het meedenken, wat we kunnen, zo nodig kunnen veranderen. En de goede dingen, hoe kunnen we die stimuleren dat die nog beter worden? Mensen die vragen hebben dat we die kunnen helpen. En op die manier tevreden kunnen stellen. En daarom is het zo belangrijk dat wij luisteren naar de mensen. Dan kun je dus van elkaar horen: dat is goed en dat is minder goed. En wat minder goed is dat moeten we proberen goed te maken. Dat is de politiek zoals mij die voorstaat. 

C: Waarom wil jij je inzetten voor het CDA in Doesburg?

M: Omdat ik het belangrijk vind wat de waarden zijn waar het CDA voor staat, en dan met name het luisteren naar elkaar en het bruggen bouwen, dat vind ik een belangrijk onderdeel. En ik denk dat dat op dit moment mist in de politiek. Zowel op nationaal niveau als meer lokaal en regionaal. En ik vind het ook belangrijk dat jongeren een stem krijgen en dat jongeren ook hun stem laten horen en ook gebruiken.

M: Wat is het grootste verschil tussen de politiek van vroeger en van nu?

C: Toen ik in 1978 in de raad kwam, eerst voor de KVP en dat is later het CDA geworden, toen zaten we met 5 man. En toen konden we met elkaar makkelijk overleggen. Maar toen was het echt nog zo van een beetje vooroverleg met elkaar. En voor de rest je inbreng daarbij. Iedereen had z’n eigen portefeuille daarbij. Maar niet eigenzinnig. Ik vind het zo, dus…, nee we spraken met elkaar. En we hebben later toen ook gezorgd dat de commissies erin kwamen. Dat wij kandidaatsleden konden opleiden voor het lidmaatschap. Dus de commissievergaderingen dat is iets waar wij als CDA op hebben aangedrongen en wat steeds beter is geworden. Tegenwoordig heb je dus de commissievergaderingen, maar daar wordt alles al een beetje voorgebakken. En dan kom je in de raadsvergadering en dan is het van: oh, we hebben 7 punten op de agenda, 5 zijn hamerstukkies, die zijn al klaar. En daarna ga je nog discussiëren. Heeft wel een voordeel dat de vergaderingen niet meer tot half 1 duren zoals in onze tijd…

C: Hoe zie jij de toekomst voor het CDA voor jouzelf in de politiek?

M: Voor het CDA: ik denk dat het CDA nu een moeilijke tijd doorgaat omdat vooral de grotere stemmen, zeker op nationaal niveau, hoe harder ze schreeuwen hoe meer stemmen ze krijgen. En het overleggen is een beetje ondergesneeuwd en het met elkaar in gesprek gaan. Maar ik denk dat op de lange termijn de realisatie wel komt. Dat het met elkaar in gesprek gaan toch wel de betere oplossing is voor het bereiken van oplossingen van problemen. Voor mezelf weet ik het eigenlijk niet zo goed. Ik ben nog een beetje aan het uitzoeken wat ik wil. Maar politiek vind ik wel een belangrijk onderdeel. En ik denk dat politiek altijd wel een onderdeel van mijn leven zal blijven.

M: Wat zou u graag meer terug willen zien in deze maatschappij?

C: Minder verruwing. Wat jij straks ook al zei. Het is een beetje aan het verruwen, de maatschappij. We luisteren niet meer naar elkaar. Ik ben blij dat wij als CDA daar toch verandering in willen brengen. Wij proberen ook steeds meer naar elkaar te luisteren. Daarom hebben we ook die gespreksavond gehad over Rotra. Het hele uitbreidingsplan. Het is niet zo: wij willen het zo. Nee, de mensen klagen. Laten we eerst eens vragen wat mankeert er aan. Wat willen de mensen anders hebben .Toen is op voorstel van het CDA die extra commissie gevraagd van: willen jullie het geluid eens onderzoeken, willen jullie de verkeersfrequentie en toename ervan eens onderzoeken? Toen hebben we pas gezegd dan gaat we het dus zo doen. Dat vind ik een voordeel van praten met elkaar.

C: Wat neem jij nou mee uit dit gesprek voor de toekomst? Wat ga je er straks mee doen?

M: Wat ik ermee ga doen? Ik ga vooral nog meer proberen te luisteren naar wat er om mij heen wordt gezegd. Wat willen de mensen. Wat leeft er in Doesburg. Wat vinden de Doesburgers belangrijk. Dat is iets wat voor mij in dit gesprek heel erg naar voren kwam. Het is zo belangrijk dat we naar elkaar luisteren dat we dat vooral niet vergeten en dat altijd blijven doen.

M: Wat zou u aan mij, uw kleindochter, willen meegeven?

C: Dat je het goede voorbeeld blijft volgen. Dat je luistert naar de mensen. Dat je jezelf blijft inzetten voor het sociale, het maatschappelijk in Doesburg. Dat je dus open bent naar elkaar. Wij willen met elkaar overleggen. Stel dat je in het college zou komen dan houden we het open. Dan willen we met elkaar overleggen. En niet zo van: denk erom, wij zijn de baas en wij bepalen en je hebt er maar naar te luisteren. Dat is dus iets wat wij perse niet willen. 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.