Kansenongelijkheid los je op door voldoende en goede leerkrachten

De kansenongelijkheid in het onderwijs is een probleem. Een probleem dat door corona alleen maar verder is vergroot. Daarom is het goed dat er de afgelopen jaren velen maatregelen zijn genomen in de Groningse gemeenteraad om hier iets aan te doen. Denk aan de extra investeringen in onderwijsgebouwen in de aandachtswijken, het aanbieden van 16 uur kinderopvang aan alle peuters, het sluiten van de maatschappelijke akkoorden en ook het CDA heeft zijn steentje proberen bij te dragen door de uitbreiding van de laptopregeling.

Maar wat maakt uiteindelijk het verschil voor kinderen op school? Het is niet het gebouw waarin ze les krijgen, niet de grootte van de klas en zelfs niet de laptop waar ze thuis hun huiswerk op kunnen maken. Het verschil bepaalt de leerkracht.

En dat is waar het piept en kraakt. We horen landelijk de voorbeelden van 4-daagse schoolweken en van klassen van ruim 50 kinderen. Op onze Groningse scholen is de formatie op de meeste scholen nog net gelukt. Maar met het nodige kunst en vliegwerk. Zo staan er leerkrachten voor de klas die hun opleiding nog niet hebben afgerond. Moeten intern begeleiders en gymdocenten weer voor een klas. En wordt bij ziekte van een leerkracht een klas naar huis gestuurd of verdeeld over andere klassen. Wanneer de griepgolf er straks aankomt, zullen de problemen alleen maar groter worden en zal er ook op Groningse scholen gesproken worden over rigoureuze maatregelen.

Wat het CDA betreft ligt hier het allergrootste gevaar voor ons onderwijs. Want door het personeelstekort ben je blij dat er iemand voor de klas staat en is er de ruimte niet om te selecteren op kwaliteit. En wanneer het onderwijs niet meer voldoet, zullen de verschillen bijvoorbeeld door bijles, extra toenemen. Het is goed dat er landelijk meer geld komt voor het onderwijs. Wat kunnen wij als gemeente doen om ons steentje bij te dragen aan een oplossing?

Het CDA stelt drie oplossingen voor. Zo kunnen we zorgen dat de grote instroom aan Pabo studenten ook daadwerkelijk zijn studie afrond door te kijken of we samen met onderwijsinstellingen onze stagairs een stagevergoeding kunnen aanbieden. Kunnen we leren van de gemeente Rotterdam, waar er een Rotterdamse lerarenbeurs in het leven is geroepen om leraren de kans te geven zich, aanvullend op landelijke voorzieningen, verder te ontwikkelen. Of kunnen we samen met onderwijsinstellingen een grootschalige meeloopdag organiseren om nieuwe mensen voor het onderwijs aan te trekken.

We kunnen wel een heleboel plannen ontwikkelen om de tweedeling in het onderwijs tegen te gaan, maar het valt of staat bij voldoende goede leerkrachten.