30 september 2020

Opinie: Welk probleem lossen we eigenlijk op met betaald parkeren?

Door: Herman Pieter Ubbens

Onlangs presenteerde het college van Groningen een nieuw plan voor een grote uitbreiding van het betaald parkeren. Doel: minder parkeeroverlast door forenzen, minder geparkeerde auto’s in de straten en meer ruimte voor recreatie en groen. Op het eerste gezicht is dat een prima uitgangspunt - minder blik op straat en meer ruimte voor groen in de openbare ruimte. Maar het voorgestelde parkeerbeleid kan wel eens vervelende consequenties hebben voor een groot deel van onze inwoners, zonder dat het parkeerprobleem wordt opgelost.  

Het aantal straten in Groningen waar betaald moet worden voor parkeren groeit al jaren. Het begon ooit met de binnenstad. Parkeren werd daar betaald en vervolgens kregen de wijken en buurten rond de binnenstad te maken met automobilisten die daar een gratis parkeerplek gingen zoeken. Het probleem verschoof. Om de parkeeroverlast daar op te lossen werd ook daar betaald parkeren ingevoerd, waardoor het probleem verschoof naar de volgende straat waar nog gratis geparkeerd kon worden. En zo breidde het betaald parkeren zich langzaam maar zeker uit over de stad. Dit zogenaamde waterbedeffect is een van de argumenten waarom er nu voorgesteld wordt om in één keer in een groot gebied (grote delen van Selwerd, Paddepoel en de Wijert bijvoorbeeld)  betaald parkeren in te voeren, in wijken waar helemaal geen parkeerprobleem bestaat.

Een belangrijk argument van het college is dat ze met betaald parkeren het aantal geparkeerde auto’s willen terugdringen. En ja, met betaald parkeren dwing je forenzen elders te gaan parkeren, maar dat probleem bestaat vooral in een klein gebied aan de rand van het gebied waarin betaald moet worden. Verder staan in de meeste wijken gewoon de auto’s van wijkbewoners geparkeerd. Cijfers van het CBS laten zien dat het aantal personenauto’s de laatste jaren niet afneemt. Die auto’s hebben een plek nodig en niet iedereen kan zich een huis met oprit veroorloven. In veel wijken hebben de meeste huizen überhaupt geen eigen parkeerplek.

De enige manier waarop betaald parkeren het aantal auto’s écht kan terugdringen is door dusdanig hoge tarieven te vragen voor een vergunning dat het hebben van een auto onaantrekkelijk wordt. Nu is het al zo dat met de huidige tarieven van ongeveer 100 euro voor een vergunning en 60 euro voor een bezoekerspas een deel van onze inwoners fors geraakt wordt. Als straks blijkt dat betaald parkeren niet leidt tot groenere straten en de gemeente te weinig geld heeft voor al haar ambities. Gaat gemeentebestuur dan net zo lang door met het verhogen van de tarieven tot mensen zich geen vergunning meer kunnen veroorloven?

De enige manier waarop betaald parkeren het aantal auto’s écht kan terugdringen is door dusdanig hoge tarieven te vragen voor een vergunning dat het hebben van een auto onaantrekkelijk wordt.

'Wat is het alternatief?', zult u misschien denken. De kern van het probleem is dat er te weinig goede parkeergelegenheid is en het autobezit nog niet afneemt. Daarom is het in de eerste plaats noodzakelijk dat de gemeente ervoor zorgt dat er bij nieuwbouwprojecten voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd. Daarnaast moet je op plekken waar de parkeerdruk hoog is het aantal parkeerplekken uitbreiden. 

Maar wat vooral belangrijk is om in te zien dat er in veel wijken geen parkeerprobleem bestaat en dat daarvoor dus ook geen oplossing nodig is. De uitbreiding van betaald parkeren is zélf het probleem. Het uitbreiden van betaald parkeren leidt niet automatisch tot een vermindering van het aantal auto’s, maar tot het uitsmeren van parkeeroverlast uit de binnenstad over de hele stad.  

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.