12 november 2010

Verder na de klap - rapport Frissen

De commissie-Frissen heeft onderzocht welke factoren van invloed zijn geweest op de recente verkiezingsnederlagen van het CDA en op welke manier de christendemocratie in Nederland versterkt kan worden. 

Rapport commissie Frissen (november 2010)

* Onderaan vindt u de link naar het rapport en een reportage van Nieuwsuur

De belangrijkste conclusies en aanbevelingen uit het rapport zijn:

1. Het CDA is onzichtbaar geweest in de afgelopen jaren
Alles was ondergeschikt aan het streven naar rust en stabiliteit. Rust en stabiliteit leek het antwoord in een tijd waarin alom onrust was, maar het had tot gevolg dat het profiel van het CDA onduidelijk en grijs bleef.

Vernieuwing van de inhoud bleef achterwege. Het streven naar rust en stabiliteit had ook als effect dat discussie over onderwerpen waarover meningsverschil was in de partij niet gevoerd werd. De partij kwam als politieke beweging tot stilstand.

Aanbeveling: Een nieuwe koers, een krachtig geluid
De partij moet een permanent debat voeren over de politieke thema’s van de toekomst. Op basis van het Program van Uitgangspunten moet worden gewerkt aan een nieuwe christendemocratische koers en inhoud. Het CDA moet een krachtig geluid laten horen, voorbij de verouderde tegenstelling links-rechts. Waar nodig nemen we regeringsverantwoordelijkheid, maar we moeten wel opnieuw groeien naar een rol als politieke beweging die met haar ideeën aansluit bij hedendaagse vragen, in de taal van vandaag, met mensen die wat kunnen en die durven. 

2. De driehoek partij-fractie-kabinet was uit balans
In deze driehoek ontbrak voldoende countervailing power. De partijvoorzitter die na het doorschuiven van zijn voorganger naar het kabinet was aangetreden, stond op achterstand ten opzichte van de ervaren kabinetsleden en bleek niet in staat politiek voet tussen de deur te krijgen. Ideeën van het Wetenschappelijk Instituut waren vaak niet voldoende herkenbaar en werden niet vertaald in de politieke standpuntbepaling van de Tweede Kamerfractie en het kabinet.

De fractie was meer verlengstuk van het kabinet dan bezig met het eigen politieke profiel. Allerlei conflicten in het kabinet moesten door de coalitiefracties onderling beredderd worden. Er was geen eigen kleur, geen eigen profiel.

Aanbeveling: Een stevige partij en evenwichtig leiderschap
De partij moet de eigen organisatie kritisch bezien, een partijvoorzitter kiezen die er zowel inhoudelijk als politiek staat, en eerstverantwoordelijk is op het punt van het profiel en de politieke organisatie van het CDA. Kandidaten voor de Tweede Kamer moeten geselecteerd worden op geschiktheid voor het mooie ambt van volksvertegenwoordiger, en dat via innovatieve en creatieve selectiemethoden.

De lijsttrekker van de Tweede Kamerverkiezingen is kandidaat voor het leiderschap van de te kiezen fractie. Een functie als bewindspersoon is voor CDA’ers niet automatisch verbonden aan een plaats op de lijst voor de Tweede Kamerverkiezingen.

3. Het CDA heeft onvoldoende nagedacht over het aanwijzen van een lijsttrekker
Toen na de val van het kabinet het moment daar was, was de aanwijzing van Jan Peter Balkenende een verlegenheidskeuze. Het bestuur heeft de voorziene leiderschapswisseling onvoldoende begeleid. Hierdoor zijn talenten nodeloos verspeeld en mensen beschadigd.

Aanbeveling: Heldere termijnstelling
Posities in de politieke leiding van de partij hebben baat bij een heldere termijnstelling. In beginsel gaan we uit van maximaal twee perioden van vier jaar. Dat geeft het partijbestuur een legitieme rol om op het juiste moment te kunnen handelen.

Klik hier voor een reportage van TV-programma Nieuwsuur over de presentatie, op vrijdag 12 november 2010

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.