07 april 2020

Een leefbare stad is niet vanzelfsprekend

Als je door de stad rijdt zal het je niet ontgaan zijn dat Purmerend een stad in ontwikkeling is. We bouwen de komende jaren veel nieuwe woningen. Dit betekent ook iets voor de openbare ruimte en de leefomgeving. Binnen de stadsgrenzen woningen toevoegen zorgt ervoor dat de openbare ruimte schaarser wordt en we met meer mensen gebruik maken van hetzelfde gebied.

Tegelijkertijd zien we dat het klimaat verandert. Het wordt heter, afgelopen zomer hebben we dat kunnen merken. Als het regent, regent het vaak heel hard en krijgen we te maken met een heleboel water. Dat water moet een plek vinden. Water en groen zijn belangrijke elementen om klimaatverandering op te kunnen vangen. 

We willen voorbereid zijn op deze ontwikkelingen. Daarom denken we na hoe we ervoor kunnen zorgen dat de openbare ruimte prettig blijft voor iedereen die er gebruik van maakt. Hierbij willen we de stad niet alleen leefbaar houden, we willen ook kwaliteit toevoegen. Door steen en groen met elkaar in balans te houden zorgen we voor een leefbaar een aantrekkelijk Purmerend. Het is voor het eerst dat we met elkaar een stip op de horizon bepalen richting 2040 over de ontwikkeling van de stad daar waar het gaat over fysieke leefomgeving.

In de visie worden ambities en kansen voor het openbaar gebied en bij bebouwing (bestaande bouw en nieuwbouw) omschreven. Belangrijk bij het openbaar gebied zijn bijvoorbeeld de parken in de stad. Gebieden waar de gebruikskwaliteit verhoogd kan worden, waardoor er meer mensen gebruik van maken. Plekken die uit moeten nodigen tot recreëren, sporten en ontmoeten. In het Kooimanpark is hier al een start mee gemaakt. Er is flink gesnoeid waardoor het gebruik van het park aantrekkelijker is. Ook worden er in de zomer op de speelweide voor kinderen sport en spelactiviteiten georganiseerd.

Bij nieuwbouw liggen er vooral veel kansen om klimaatbestendig en natuurinclusief te bouwen, dus met aandacht voor de natuur. Uitvoeren van de visie vraagt om een andere werkwijze dan tot nu toe gebruikelijk was. Nog voor ontwikkelingen starten, zullen we veel meer integraal kijken naar de gewenste aanpak. Dit doen we op sommige plekken al. Bijvoorbeeld bij de visie op het Stationsgebied of de realisatie van de wijk Klein Where. Regenwater wordt hier niet in het riool opgevangen, maar afgewaterd naar wadi’s. Dat is een buffer in de wijk zelf in de vorm van een greppel om de wijk. Zo staat er bij veel regenval water in en is de greppel soms droog. Er zijn groene parkeerplekken en bewoners worden gestimuleerd om hun tuin niet helemaal te verharden.

De visie op de Leefbare Stad is bedoeld als richting, een stuk bewustwording en inspiratie. Het is belangrijk dat we inzien dat we niet zomaar overal kunnen bouwen zonder rekening te houden met de natuur, water en klimaat. Deze visie gaat ons helpen de balans tussen groen en steen te behouden zodat we bouwen aan een stad waar het voor iedereen fijn wonen is.

De uitwerking van de visie volgt in nieuw beleid op het gebied van bomen, klimaatadaptatie, parken en natuurinclusief bouwen.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.