De verantwoordelijke samenleving gaat uit van het idee dat we allemaal een dubbele verantwoordelijkheid hebben. Voor onszelf, maar ook voor anderen. Ook hen die vluchten voor oorlog en geweld.


Op basis van solidariteit hebben wij de maatschappelijke opdracht om vluchtelingen op te vangen. Hen een veilig onderkomen te bieden. Tegelijkertijd hebben we een verantwoordelijkheid naar onszelf en onze inwoners. De leefbaarheid van onze gemeente. Dit vraagt om een realistisch aanbod van de gemeente Dinkelland aan het Rijk om vluchtelingen op te vangen. Geen vluchtelingen opvangen is geen optie. Het opvangen van vluchtelingen zonder maximum, een open einde regeling, is ook geen optie. Maar wat dan wel?

Collegevoorstel: minimaal 300 plekken in het buitengebied
De kadernota is door het college van B&W opgesteld om de raad de verschillende mogelijkheden voor asielopvang voor te leggen. Het college legt ons twee scenario’s voor. Deze scenario’s zijn summier beschreven, bieden ruimte voor veel kanttekeningen en is veelal afhankelijk van een concrete locatie. Toch biedt het de mogelijkheid om als gemeenteraad een richting tussen twee scenario’s te bepalen. Het college stelt een asielopvang van minimaal 300 plekken in het buitengebied van de gemeente Dinkelland voor.

Het collegevoorstel is in de ogen van CDA Dinkelland een open einde regeling, waarbij ruimte aan een asielzoekerscentrum van buitenproportionele omvang wordt geboden. De CDA-fractie vindt dit onacceptabel en niet passend bij de kleinschaligheid van onze gemeente, kernen en buitengebied. In een e-mail aan raadsleden, na de commissievergadering over dit onderwerp, geeft het college aan toch te kiezen voor een asielopvang van maximaal 500 plekken. Waarom heeft het college dit niet eerder als antwoord op onze vragen aangegeven? Toch vindt de CDA-fractie een opvang van minimaal 300 en maximaal 500 plekken een opvang van buitenproportionele omvang. Met het aanbod van Enschede, de grootste stad van onze provincie, voor de opvang van 550 plekken in ons achterhoofd stellen wij: ‘Dinkelland hoeft niet het beste jongetje van de klas te zijn, maar hij moet wel zijn verantwoordelijkheid nemen.’ Wat vinden de andere fracties van deze stelling? CDA Dinkelland is tegen een opdracht met als uitgangspunt een asielopvang realiseren van minimaal 300 en maximaal 500 asielzoekers in het buitengebied.

Alternatief voorstel van CDA Dinkelland
Daarmee hebben wij niet de vraag ‘maar wat dan wel’ beantwoord. Op basis van de kadernota stellen wij een asielopvang met 91 tot 125 plekken voor. In onze ogen een aantal om een relatief kleinschalige, passende en realistische opvang te realiseren, dat aansluit bij de indicatieve taakstelling. Een opvang waar COA als uitvoeringsorganisatie de verantwoordelijkheid voor draagt, en gemeente medewerking aan verleend. Daarmee voldoen we aan onze maatschappelijke opdracht en de verwachte wettelijke opdracht. Een duidelijk signaal naar het Rijk dat we de problemen omtrent asielopvang serieus nemen en ons steentje bijdragen. In ruil daarvoor moet COA stoppen met zoeken naar alternatieve locaties. Ook is dit een duidelijk signaal naar andere gemeenten die hun verantwoordelijkheid niet of onvoldoende nemen. Wij als gemeente en onze inwoners nemen deze verantwoordelijkheid niet over. CDA Dinkelland kiest voor gespreide verantwoordelijkheid, ook voor het opvangen van vluchtelingen en asielzoekers. Is het college bereid om eerst de indicatieve taakstelling te realiseren en vervolgens het gesprek te voeren over het realiseren van meer plekken, met als harde voorwaarde draagvlak onder omwonenden en de gemeenteraad?

CDA Dinkelland stelt voor om het college te verzoeken met een raadsvoorstel te komen waarin het uitgangspunt een asielopvang van 91 tot 125 plekken is, en daarbij inwoners van de gemeente, de omgeving en kernraad of kernraden actief te betrekken. Lokaal Dinkelland en Burgerbelangen Dinkelland hebben voor ons voorstel gestemd en is daarmee aangenomen. Progressief Dinkelland en VVD hebben tegen gestemd.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.