21 februari 2024

89% ondergronds ingezameld PMD-afval wordt afgekeurd: CDA vraagt aanpassing beleid

Voor de voorbereiding van het commissiedebat over de Uitvoeringsagenda Circulair, dat donderdag 15 februari j.l. plaatsvond, stelde CDA-raadslid Gerrit Jan Valk technische vragen over de kwaliteit van het voorgescheiden PMD-afval. PMD staat voor Plastic, Metaal en Drankverpakkingen en wordt in Delft sinds een aantal jaren apart van het restafval ingezameld. De bedoeling is dat dit apart ingezamelde PMD-afval wordt gerecycled en hergebruikt. En het levert de gemeente ook wat geld op. Want de gemeente moet betalen om afval te laten verbranden, maar krijgt betaald voor ingezamelde grondstoffen die kunnen worden hergebruikt.

Maar dat gescheiden ingezameld PMD-afval kan alleen worden hergebruikt als het niet (te) vervuild is met ander afval. In diverse media zijn de afgelopen maanden artikelen verschenen waarin gemeld werd dat in andere gemeentes die net als Delft PMD-afval gescheiden inzamelen in de praktijk grote hoeveelheden van dit apart ingezamelde PMD-afval moeten afkeuren omdat dit te vervuild is met ander afval. Dit afgekeurde PMD-afval belandt dan alsnog in de verbrandingsoven. Naast dat dit zonde is van de grondstoffen die zo verloren gaan en van alle vergeefse moeite die huishoudens te goeder trouw hebben gedaan om PMD te scheiden, leidt dit verbranden van gescheiden ingezameld PMD-afval ook tot extra kosten voor de betreffende gemeentes. Het afval moet dan alsnog verbrand worden en de gemeente krijgt niets voor onbruikbaar PMD.

In sommige andere gemeentes werd juist gemeld dat de kwaliteit van het voorgescheiden PMD-afval best goed is. Gerrit Jan Valk wilde graag weten hoe dit voor Delft is. Uit de antwoorden die we voor het commissiedebat kregen, bleek voor Delft in 2023 een heel wisselend beeld. PMD-afval dat gescheiden wordt aangeboden via minicontainers of rolcontainers wordt opvallend weinig afgekeurd (0,2% en 4% respectievelijk). Heel anders is dat bij PMD-afval aangeboden via ondergrondse PMD-containers. Daarvan is in 2023 maar liefst 89% afgekeurd. Goede nieuws is wel dat dit afval niet verbrand wordt, maar in de nascheidingsfabriek van afvalverwerker HVC wordt nagescheiden.

Dat laatste betekent dat bij 9 van de 10 ondergrondse PMD-containers het gescheiden ingezamelde afval nog een keer moet worden gescheiden, de tweede keer in de afvalverwerkingsfabriek van HVC. Dat kan een stuk slimmer!

Je kunt namelijk het PMD-afval ook gewoon samen met het restafval inzamelen en dan direct naar de afvalwerkingsfabriek sturen voor nascheiding. Dat scheelt huishoudens een hoop gedoe en voorkomt allerlei extra kosten. Nu moet er namelijk 2x afval opgehaald worden: een keer restafval en een keer PMD-afval, waarna dat afval vervolgens vrijwel altijd weer bij elkaar gegooid wordt en in de fabriek dan weer gescheiden wordt. Dat 2x ophalen kost extra materiaal, extra mankracht, extra controletijd en mogelijk zijn er ook minder ondergrondse containers nodig als je PMD-afval niet apart zou inzamelen.

Dat het helemaal geen gekke gedachte is om PMD-afval weer samen met het restafval in te zamelen en dan in de fabriek te scheiden bewijst de gemeente Eindhoven. Zij hebben sinds begin dit jaar het gescheiden inzamelen van PMD gestopt omdat dit te duur was en niet tot meer en betere kwaliteit gescheiden afval leidt. Simpel gezegd kan de machine inmiddels beter PMD-afval scheiden dan de mens! Overigens doet Delft dit in de binnenstad inmiddels ook, maar daar omdat er te weinig ruimte is voor aparte containers.

Het CDA stelt daarom Schriftelijke Vragen aan het college. Hierin vragen Gerrit Jan Valk en commissielid David Sarkisian het college om aanpassing van het huidige beleid, wat er toe leidt dat een groot deel van het Delftse PMD-afval 2x wordt gescheiden: eenmaal bij mensen thuis en vervolgens nog een keer in de fabriek. Wat het CDA betreft gaan we, net als Eindhoven, ons PMD-afval voortaan zoveel mogelijk in de fabriek scheiden.

Achtergrond:

Delft kent sinds een aantal jaren Het Nieuwe Inzamelen (HNI). Dit houdt in dat huishoudens gevraagd wordt om hun huishoudelijk afval zoveel mogelijk thuis te scheiden. Voor de invoering van HNI was het al gebruikelijk dat huishoudens papier, glas en GFT (Groente-, Fruit- en Tuinafval) gescheiden aanboden, maar door de invoering van HNI werd van huishoudens gevraagd voortaan ook hun Plastic, Metaal en Drankverpakkingen (PMD) thuis te scheiden en in aparte containers aan te bieden.

Al van voor de invoering van HNI wordt er in de Delftse politiek een discussie over gevoerd wat beter is: huishoudens het PMD-afval gescheiden laten aanbieden (voorscheiding of bronscheiding), of het PMD-afval samen met het overige restafval aan te bieden en dit in de afvalverwerkingsfabriek van elkaar te scheiden (nascheiding)[1]. Een debat dat nog steeds loopt. Tot een paar jaar geleden was dit vooral een principiële discussie, omdat de verwerker van het Delftse afval niet over een nascheidingsfaciliteit beschikte. Maar HVC dat sinds 2022 het afval van Avalex verwerkt, heeft die mogelijkheid van nascheiding van PMD-afval uit restafval in de fabriek wel. Daarmee is het debat niet alleen principieel maar kan er ook over alternatieven worden gedebatteerd.

Tegenwoordig kennen we in Delft drie smaken: in een deel van de binnenstad wordt het PMD-afval samen met het restafval aangeboden en in de fabriek gescheiden (nascheiding), in een deel van de stad worden huishoudens geacht het PMD-afval in minicontainers en rolcontainers gescheiden aan te bieden en in een deel van de stad worden huishoudens geacht hun PMD-afval in aparte ondergrondse PMD-containers aan te bieden, gescheiden van hun andere afval dat in andere ondergrondse afvalcontainers moet worden aangeboden.  

[1] Nascheiding heeft alleen betrekking op PMD-afval. Het in de fabriek machinaal scheiden van papier, GTF of glas is technisch en economisch (nog) niet mogelijk. Deze afvalstromen moeten dus altijd door huishoudens gescheiden worden aangeboden, ongeacht of voor PMD voor voor- of nascheiding wordt gekozen.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.