27 januari 2011

Afscheidsspeech Wim Hillenaar

Afscheid is de geboorte van een herinnering.

Dat zijn de woorden van Dali, die ik altijd aanhaal als iemand afscheid neemt. Geboorte heeft iets positiefs. Da’s toch leuker dan mourir un peu.

Ik mag zeggen dat er vandaag weer mooie herinneringen zijn geboren!

Raadswerk heb ik altijd een ‘uit de hand gelopen hobby’ genoemd. Mijn vrouw herinnerde me daar ook altijd aan: om te voorkomen dat ik er nóg een tijdrovende hobby bij zou verzinnen, maar ook en vooral vanwege de broodnodige relativering.

Want om in deze tijd politicus te zijn, moet je een beetje gek zijn. Laten we wel wezen.

De overheid is ‘schuldige van dienst’ (in de woorden van de vandaag begraven Rotterdamse brandweercommandant Don Berghuijs). En de politici zijn er om de klappen op te vangen. De ‘vuilnismannen van het maatschappelijk ongenoegen’, noemt Van Gunsteren ze.

De maatschappij stelt steeds hogere eisen aan de overheid en geeft diezelfde overheid steeds minder ruimte. De burger gedraagt zich steeds meer als consument, die op zijn wenken bediend wil worden. Die leiderschap vraagt, maar gezag niet accepteert. Die snelle besluiten wil én zorgvuldigheid eist. Die harde straffen wil, maar op clementie rekent als het een eigen misstap betreft. Die duidelijke en ferme stellingnamen vraagt, toch verbaast is over de verharding van het politieke klimaat.

Gekkenwerk dus. Maar dat staat mooie herinneringen niet in de weg.

Toen ik afgelopen week oude dossiers aan het  opruimen was, kwamen er ook veel herinneringen langs:  Van Optima Forma tot coffeeshops, van schoolzwemmen tot alcoholverbod, van de Woonvisie tot het veiligheidsbeleid. Te veel om op te noemen.

Ik kijk dankbaar terug op negen jaar raadswerk. We hebben géén revolutie ontketend (daar is mijn partij ook nooit voor opgericht!), maar er is de afgelopen negen jaar toch veel veranderd. Ja, meer openheid, meer betrokkenheid uit de samenleving. Met alle relativering die erbij hoort en de smalle marges waarbinnen we opereren, zeg ik: het raadswerk doet er toe.

Ik heb veel geleerd van jullie allemaal. Van de meningsverschillen en vooral van de manier waarop je daar het best mee om kunt gaan. Ik heb cliché ervaren van gelijk hebben is – zeker in de politiek – echt iets anders dan gelijk krijgen.

Misschien is de belangrijkste les – en voor toehoorders misschien wel ontboezeming – wel dat politici gewoon mensen zijn. Betrokken mensen die het beste voor hebben met de stad. De meeste collega raadsleden denken helemaal niet zo politiek. Gelukkig maar. We willen gewoon allemaal serieus genomen worden. We willen gaan voor de beloftes die we gedaan hebben in de verkiezingen. Het liefst op onze geheel eigen manier, want diep in het hart van iedere politicus schuilt natuurlijk de eeuwige outsider die het heel anders wil doen. Maar 35 eigen manieren is wel erg veel. Dat vraagt om afstemming. Dat vraagt om meeveren, zonder je eigen cruciale punten in te leveren. Het vraagt – anders dan velen denken van de politiek – niet om spelletjes. Ik heb me daar altijd verre van willen houden. Ik laat het aan u om te beoordelen of dat gelukt is.

Ik vind dat we dat in Gouda nog helemaal zo gek niet doen. De sfeer in de raad is over het algemeen goed te noemen. Dat is belangrijk. En hoe graag we ook outsider willen blijven, die goede sfeer is echt niet iets om je voor te schamen. Sterker nog, het is keihard nodig. Pas dan kun je respectvol met elkaar van mening verschillen.

 Ik kijk – nogmaals – in dankbaarheid terug op de afgelopen negen jaar. Ik wil jullie daar allemaal voor danken.

Te beginnen bij de huishoudelijke dienst. Wat zijn er in de negen jaar veel microfoons aangesloten, bitterballen gebakken, kopjes en glazen ingeschonken.

De ambtelijke organisatie die niet alleen hun zitvlees moest oefenen en onzichtbaar moest kunnen gapen, maar ook de nodige kritiek kreeg te verstouwen. Ik heb ook die organisatie zien veranderen. Dat was zeker niet altijd gemakkelijk en nu staat er weer een mega operatie voor de deur. Gelukkig wel met  het wenkend perspectief van een nieuw Huis voor de Stad.

De griffie. We zouden haast vergeten hoeveel griffiers we – excusez le mot – versleten hebben. Met Marianne Lint kwam de rust en Beatrijs heeft een goed geöliede machine neergezet. Fantastisch vind ik de vondst en het effect van de wekelijkse gasten van de raad.

Dank ook aan al die gasten, waarvan de meesten, heel sportief na een bezoekje aangaven een stuk positiever te zijn geworden over ons werk.

Collegeraadsleden, college en – last but not least – voorzitter bedankt voor de samenwerking. Ik wens jullie allemaal een veel succes en geluk. En vanaf deze plek voor de laatste keer – ook omdat de komende tijd zo hard nodig zal zijn – wens ik jullie Gods rijke zegen toe!

Het ga Gouda en de Goudse raad van harte goed.

 

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.