28 september 2011

Verklaring CDA in raadsvergadering m.b.t. burgemeester Cornelis.

Daar staan we dan. Wederom is Gouda Negatief in het nieuws. Niet iets om Trots op te zijn.

Na een jaar van onrust, zinspelingen en onderzoek zijn in Gouda de onderlinge verhoudingen in de raad verstoord, is het vertrouwen in het gehele stadsbestuur beschadigd, wordt aan de integriteit en de reputatie van de Burgemeester getwijfeld en is de stad een ton armer.

De hele affaire vanaf het voornemen van de burgemeester om uitgesproken in Elmina een huis te gaan bouwen, de twijfels en verdachtmakingen, de naar onze mening soms onwaardige raadsdebatten, het onvermijdelijke verzoek om een onafhankelijk onderzoek en nu deze raadsvergadering. Het doet onze mooie stad geen goed.

Afgezet tegen wat er op dit moment in de wereld gebeurd, komt de gedachte op aan dorpspolitiek, met de onvermijdelijke lokale “helden”. Beetje bedroevend eigenlijk, bedroevend voor de bewoners, voor de raad, de raadsleden, de burgemeester en alle overige betrokkenen.

Naar onze mening heeft de Burgemeester zonder meer dom en onverstandig gehandeld door als privé persoon een huis te bouwen in een stad waar de gemeente Gouda en aan de gemeente gelieerde bedrijven een nauwe banden mee onderhoudt. Zo nauw dat de burgemeester regelmatig als vertegenwoordiger van Gouda optreedt en is opgetreden.

Geen nieuw feit. Wel reden voor ons om destijds in te stemmen met een onafhankelijk onderzoek. Met de kanttekening dat het CDA nadrukkelijk om een feiten onderzoek heeft gevraagd en niet om een mening van de onderzoekers.

Na  bestudering van het rapport concluderen wij verder:

•    Er is géén sprake van bewuste overtreding van de regels.
•    Door de Burgemeester is niet bewust naar voordeel gestreefd, noch heeft hij voordeel genoten van zijn functie.

Op de vraag of voldoende expliciet de schijn van belangenverstrengeling is gemeden, willen wij dieper ingaan.

De gemeentelijke gedragscode spreekt namelijk over het vermijden van de mogelijke schijn van belangenverstrengeling. Allereerst zijn wij van mening dat het oordeel bij de raad dient te liggen en niét bij een onderzoeksbureau, zoals nu gebeurd. Resultaat van deze ongelukkige handelswijze is nu dat het, overigens wel gevraagde, subjectieve antwoord van KPMG op die vraag een eigen leven is gaan leiden. Gevolg: de media hebben hun oordeel al uitgesproken en de raad loopt achter de feiten aan.

Is er op dit punt dan niets aan hand? Zeker wel.

De schijn is er, dat is een feit. Anders zou er helemaal geen noodzaak zijn tot het houden van een onderzoek en zou het geld dat het onderzoek heeft gekost echt weggegooid zijn.

De schijn van belangenverstrengeling is echter geen nieuw feit.

Het wekken van de schijn van belangenverstrengeling is ongelukkig omdat dit het vertrouwen van de burger in het bestuur kan schaden. Dat mag degene die deze schijn wekt worden voorgehouden.
De vraag waar het nu nog om draait is:
Heeft de schijn van belangenverstrengeling geleid tot machtsmisbruik, positiemisbruik of eigen gewin. Het KPMG is daar helder over

Er is géén sprake van machtsmisbruik of verrijking.

In het rapport wordt wel gesproken over “niet expliciet informeren”. Overigens geeft het rapport ook aan dat er op verschillende momenten impliciet is geïnformeerd. De burgemeester heeft over het bouwen van een huis in Elmina niét gezwegen. Iedereen die het wilde weten, kon het weten en kon daar ook vragen over stellen of opmerking over maken.
Het CDA is van mening dat integriteit alleen door transparantie geregeld kan worden. Volledige transparantie is nodig om dit mogelijk te maken. Daarom moeten bestuurders niet privézaken doen waar ook zakelijke belangen spelen en uiterst zorgvuldig communiceren. Dit moet de burgemeester toch duidelijk erkennen. Voor het CDA is integriteit ook een kwestie van grondhouding. Daarbij komt dat een politicus nu eenmaal kwetsbaar is en zich daar alleen tegen kan verweren door zo transparant mogelijk te zijn.
Wat blijft is de vraag, is er sprake van verwijtbaarheid? Heeft de Burgemeester voldoende zorgvuldig gehandeld, gegeven zijn positie? Had de Burgermeester achterdochtiger moeten zijn? Was het slimmer geweest om nog even te wachten met de bouw van het huis?

In het begin van mijn betoog gaf ik al aan dat we het dom en onverstandig vinden en in die zin ook verwijtbaar. Anderzijds, mag je, ook van een bestuurder. eisen dat zij leven naar het feit dat er altijd mensen zijn, die erop uit zijn om je onderuit te halen? Het CDA gaat toch liever uit van het principe dat ieder mens het goede nastreeft.

Desalniettemin, we concludeerden al dat vanaf het begin er de schijn van belangenverstrengeling was en ook al in een eerder stadium door de raad besproken Die schijn was toen al en mag ook nu weer worden voorgehouden.

Verwijtbaarheid wordt van een geheel andere orde als de  belangenverstrengeling ten doelt had en/of geleid heeft tot persoonlijk voordeel. KPMG heeft glashelder aangetoond dat in het geval van de Burgemeester daar géén sprake van is.

Het rapport laat ook zien dat de burgemeester wel zeker expliciet getracht heeft de schijn van mogelijke belangenverstrengeling te vermijden. In het rapport worden daar voorbeelden van gegeven. Het CDA is ondanks dat van mening dat er meer gedaan had kunnen worden. Om met de Talleyrandt te spreken: “c’est pire qu’un crime, c’est une faute”.

Al met al concluderen wij:  
•    Er is géén sprake van bewuste overtreding van de regels.
•    Door de Burgemeester is niet bewust naar voordeel gestreefd, noch heeft hij voordeel genoten.
•    Voor wat betreft de schijn van belangenverstrengeling heeft de Burgemeester dom gehandeld en had meer kunnen doen om meer expliciet de schijn van belangenverstrengeling te vermijden
•    Door zijn handelen is de Burgemeester medeveroorzaker van de hele affaire, die geleid heeft tot schade aan het aanzien van de stad en haar bewoners.

Het CDA zou graag zien dat de Burgemeester onze conclusies deelt en toezegt dat hij tot zijn al aangekondigde vertrek al zijn energie en tijd inzet voor Gouda.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.