13 juni 2016

Rotterdam stelt de resultaten bij de huishoudelijke hulp voorop

Bron: Rotterdam.nl 

Bij de toekenning van huishoudelijke hulp hanteert de gemeente Rotterdam sinds april 2013 geen uren-berekeningen, maar worden er bijvoorbeeld afspraken gemaakt over een schoon huis en gewassen kleding. Op deze manier krijgen Rotterdammers de zorg die nodig is en is er ruimte voor maatwerk en innovatie. 

Naar aanleiding van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 18 mei 2016 past Rotterdam haar beleid nu op een aantal punten aan. In Rotterdam blijft het principe van resultaatgericht werken voorop staan. Dit past binnen de kaders die de Centrale Raad van Beroep daarvoor stelt. 

Concrete ondersteuning
De gemeente Rotterdam gaat op grond van deze uitspraak voor cliënten duidelijker maken welke concrete ondersteuning zij kunnen verwachten. Rotterdam blijft werken zonder uren-berekeningen, maar gaat duidelijk maken bij welke huishoudelijke werkzaamheden (aanvullend) ondersteuning geboden kan worden en met welke doelen. Het beleid wordt duidelijker uitgewerkt en de regels worden geconcretiseerd. 

Leveringsplan
Ook past de gemeente de werkwijze aan bij het afgeven van beschikkingen. De afspraken die cliënt en zorgaanbieder met elkaar maken (het leveringsplan), moeten onderdeel worden van de beschikking. De gemeente wil de vereisten voor het leveringsplan aanscherpen. Cliënten die niet akkoord gaan met de afspraken uit het leveringsplan, kunnen een heroverweging bij de gemeente aan vragen. Hieruit volgt dan een (nieuw) besluit, waartegen bezwaar en beroep mogelijk is.

Hugo de Jonge, CDA-wethouder Zorg in Rotterdam: 'Ik wil naar de toekomst toe ruimte blijven bieden voor individueel maatwerk in hoe de ondersteuning wordt vormgegeven en in de (frequentie en verdeling van) werkzaamheden. Lopende de uitvoering is flexibiliteit hierin eveneens gewenst, bijvoorbeeld omdat een cliënt het ene moment meer ondersteuning nodig heeft dan het andere moment.'

Uitspraak Centrale Raad van Beroep
De Centrale Raad van Beroep sprak op 18 mei 2016 uit dat huishoudelijke hulp onder de Wmo valt, inclusief schoon beddengoed en schone kleding. CDA Tweede Kamerlid Mona Keijzer: "De wet is blijkbaar zo vaag dat hier discussie over mogelijk was. De staatssecretaris nam wat mij betreft bij alle discussies daarover onvoldoende stelling, hoewel hij het nu in kranteninterviews anders doet voorkomen. Hij voerde te snel zorghervormingen in en in de gemeenten moesten wethouders het maar voor hem oplossen. De rechter heeft nu gelukkig helderheid verschaft. Maar wat een verloren tijd voor al die burgers die verstoken zijn geweest van huishoudelijke hulp en voor medewerkers die hun baan zijn kwijtgeraakt."

Uit de rechterlijke uitspraken blijkt ook dat gemeenten helder moeten omschrijven wat een schoon huis precies inhoudt. Ze mogen dit niet overlaten aan de organisatie die deze hulp verstrekt, omdat die er zelf belang bij heeft. Het volstaat niet om burgers te verwijzen naar een schoonmaakbedrijf, waarbij de zorg volledig voor eigen rekening komt. De staatssecretaris heeft, mede op verzoek van Mona Keijzer, toegezegd gemeenten nauwkeurig te gaan informeren over de consequenties. Ook gaat hij de uitvoering ervan nauwgezet volgen.

Lees ook:
CDA Utrecht: 'Herstel per direct oude rechten Huishoudelijke Hulp'
CDA Barneveld stelt vragen over uitspraak Centrale Raad van Beroep

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.