08 februari 2016

CDA Hengelo op de bres voor vrijwillige brandweer

De CDA-fractie in Hengelo is bezorgd over de terugloop bij de vrijwillige brandweer in Hengelo. Dat laat fractielid Hanneke Steen in een brief aan het college weten: 'In het hele land loopt het aantal vrijwilligers terug, maar in Twente is die terugloop opvallend hoog. We krijgen signalen dat de situatie in Hengelo nijpend begint te worden door oplopende werkdruk".

Vrijwilligersorganisatie
Van oudsher is de brandweer een vrijwilligersorganisatie. Hoewel er vandaag de dag ook beroepskrachten actief zijn, draait de kazerne met name op vrijwilligers. Mannen en vrouwen die tegen een kleine vergoeding - midden in de nacht - huis en haard achterlaten om andere gezinnen te redden. Zij gaan een brandend huis in, waar anderen wegrennen.

De terugloop van vrijwilligers bij de brandweer is uitgebreid in het landelijke nieuws geweest. Het blijkt dat de afgelopen jaren het aantal vrijwillige brandweerlieden fors terug is gelopen. Uit cijfers van het CBS blijkt dat de terugloop in Twente het grootst is: 13,9%. In de media verschenen berichten dat de daling verband houdt met de reorganisatie van de brandweer en de daarbij ingezette bezuinigingen.

Nijpende situatie
We zijn geschrokken van de berichten dat blijkt dat de situatie in Hengelo nijpend is. In Twente blijkt er al jaren onduidelijkheid te zijn over hoe de brandweer zal worden georganiseerd onder de Veiligheidsregio. Plannen worden vooruitgeschoven en de brandweerlieden weten niet waar ze aan toe zijn: blijven de ploegendiensten of wordt het anders georganiseerd? De brandweermensen in Hengelo kennen elkaar goed, kunnen aan elkaars gezicht zien of het verstandig is hun collega dat brandende huis in te sturen. Gaat dat veranderen of niet? Ondertussen blijkt de bureaucratie toe te nemen. Dat maakt dat de motivatie daalt en steeds meer vrijwilligers aangeven te willen stoppen. De inmiddels ingezette daling maakt dat de druk in Hengelo fors is opgevoerd. Er zijn minder mensen beschikbaar, waardoor de brandweermensen vaker en langer diensten draaien. De vergoeding die ze ontvangen wordt lager.

Trots
Brandweermensen hebben piepers, maar zijn geen piepers. Het zijn mensen die allemaal gepassioneerd bezig zijn met hun belangrijke taak. Maar er wordt nu toch vanuit verschillende hoeken aan de bel getrokken over de terugloop van mensen. Ook in Hengelo. Met alle gevolgen voor de veiligheid van henzelf, hun collega's en de burger van dien. De CDA fractie maakt zich zorgen over deze signalen en heeft daarom vragen aan het college gesteld. Wij zijn ontzettend trots op ons brandweerkorps en het CDA vindt dat we niet genoeg onder de aandacht kunnen brengen hoe belangrijk het is dat we die koesteren.

Vragen
Daarom hebben we vragen gesteld aan het college. Nadat daar in de media aandacht voor is geweest hebben zich nog meer vrijwilligers bij de fractie gemeld die zich zorgen maken, zorgen om de veiligheid, zorgen om hun collega's. Maatregelen zijn dus hard nodig. De vragen die we aan het college hebben gesteld:

1. Is het college op de hoogte van de sterke daling van het aantal vrijwillige brandweerlieden in Twente?
2. Kan het college aangeven wat de gevolgen zijn van het dalende aantal vrijwillige brandweerlieden voor de veiligheid van henzelf en voor Hengelo?
3. Is het college bereid er bij de veiligheidsregio op aan te dringen op korte termijn keuzen te maken over de organisatie van de brandweer, zodat de brandweermensen op de werk/blusvloer weten waar ze aan toe zijn? Wilt u de raad daar zo snel mogelijk van op de hoogte te brengen?
4. Welke maatregelen neemt de veiligheidsregio om de terugloop van vrijwilligers tot staan te brengen, de actieve vrijwilligers te motiveren en/of nieuwe aanwas aan te trekken?
5. Ziet u aanleiding om opleiding en inzet voor de vrijwillige brandweer onder de aandacht te brengen bij mensen met afstand tot de arbeidsmarkt, die in staat zijn om dit werk te doen en een zinvolle manier zoeken die afstand te verkleinen?

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.