13 juni 2022

Stikstofplannen kabinet: veel vragen, weinig antwoorden

De stikstofplannen zoals die vrijdag door het kabinet zijn gepresenteerd hebben stevige reacties opgeleverd. Dat is niet zo vreemd als je kijkt naar de impact voor de Nederlandse agrarische sector, die flink zal moeten inleveren om aan de opgelegde reductie-eisen te kunnen voldoen. Hoewel de opgave in Flevoland lijkt mee te vallen (24% reductie), zullen we ook in onze provincie de gevolgen van de plannen gaan merken.

Om te beginnen: het is te gemakkelijk om te denken dat het in Flevoland wel meevalt omdat het “slechts” om een reductie van 24% gaat (het laagste percentage van heel Nederland), maar teruggang is nu eenmaal teruggang en dan is een kwart nog altijd heel wat. Bovendien vinden wij dat het in de discussies rond stikstof niet alleen maar moet gaan om wat er in je eigen gebied gebeurt, maar om wat er in héél Nederland op de agenda staat. En dat is een enorme opgave, waarbij wij heel goed begrijpen dat het bij de individuele ondernemers de schrik om het hart slaat. 

Wat betekenen de maatregelen voor mijn bedrijf? Kan ik nog wel doorgaan? Is er nog (economisch) perspectief voor mij, mijn bedrijf en mijn gezin? Leidt dit alles tot al dan niet gedwongen stoppen? Vragen die de nu gepresenteerde plannen weliswaar oproepen, maar waarop in diezelfde plannen nog geen kant en klaar antwoord wordt gegeven. Je kunt je überhaupt afvragen of de plannen wel haalbaar zijn.

CDA Flevoland wil een paar opmerkingen maken over deze plannen, in willekeurige volgorde:

  • We vinden het jammer dat deze plannen alleen over het landelijk gebied (c.q. landbouw) gaan. Beter was het geweest als er meteen een integrale, landelijke stikstofaanpak was gemaakt waarbij ook andere sectoren als transport, industrie, bouw en luchtvaart waren meegenomen. Alle sectoren moeten naar evenredigheid een bijdrage leveren.
  • In de plannen is er te weinig aandacht voor de sociaal-economische gevolgen voor het platteland van de grote reductie-opgave die er in sommige delen van het land is opgelegd. Het gaat dan niet alleen om de economische waarde van de landbouwbedrijven, maar ook bijvoorbeeld om de leefbaarheid in de dorpen en in de buitengebieden.
  • Geheel onverwacht worden méér gebieden aangewezen waar stikstofreductie moet plaatsvinden. Bijvoorbeeld de gebieden die vallen onder het Natuurnetwerk Nederland, dat in Flevoland vooral de oostrand van Oostelijk en Zuidelijk Flevoland omvat (ruwweg van Zeewolde tot aan IJsseloog). In de plannen wordt gesproken over een reductie tot 95%, maar wat dat exact inhoudt voor die gebieden in Flevoland is nog onduidelijk.
  • We moeten ons realiseren dat de agrarische sector niet op zichzelf staat. Ze is er voor voedselzekerheid, maar ook voor natuur- en landschapsbeheer. De opgaven die bij deze plannen horen, bijvoorbeeld natuurinclusieve landbouw, komen bij een te grote teruggang van de sector óók onder druk te staan.
  • In de plannen biedt de minister nog wel wat ruimte. “De stikstofdoelen zijn richtinggevend en kunnen bijgesteld worden,” schrijft ze. Laten we als provincies en sector die ruimte gebruiken om de plannen bij te sturen.
  • Wat echt een misser is in de plannen, is het gebrek aan perspectief voor de PAS-melders. Zij worden niet genoemd, terwijl juist zij het meest in de knel zitten. De minister moet wat het CDA betreft nu echt eens perspectief bieden voor deze groep.
  • De provincies, ook Flevoland, hebben de opdracht om per gebied te kijken naar oplossingen voor een te hoge stikstofuitstoot. We doen dat met de agrariërs, waarbij hun eigen ideeën en plannen voorop staan: hoe wil en kun je je bedrijfsvoering aanpassen? Minder dieren (extensivering)? Verplaatsing? Innovatie? Vrijwillig stoppen? Er zijn verschillende richtingen die je in kunt slaan, en we zijn er van overtuigd dat er veel agrariërs zijn die een stap willen maken. Maar er moet dan wel een gezond financieel perspectief zijn – de boer moet een eerlijke en goede boterham kunnen blijven verdienen met zijn of haar bedrijf. Daarom moet er voldoende financiële compensatie komen vanuit het Rijk, zonder bijkomende onzekerheden of onnodige bureaucratie.
  • Die ruimte die provincie en sector hebben moeten we blijven houden, ook al lijkt die erg beperkt. Her en der in Nederland zijn al goede eerste stappen gezet met gebiedsgerichte processen. Laat het kabinet die eerste goede ervaringen betrekken bij de definitieve uitwerking van de gepresenteerde plannen.
  • De boeren zijn niet het probleem, maar zijn een deel van de oplossing!

Lees hier de reactie van Derk Boswijk (CDA-landbouwwoordvoerder in de Tweede Kamer) op de gepresenteerde plannen.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.