26 februari 2017

"Minder bureaucratie, meer vertrouwen in zorgverlener"

Om ook in de toekomst kwalitatief goede ouderenzorg te kunnen leveren, moet het beroep èn de opleiding aantrekkelijker worden. Het lesaanbod op scholen moet nog beter aansluiten bij de ontwikkelingen in de praktijk.

Dat zeiden Frank Kodden, bestuurder Zorggroep Oude en Nieuwe Land (ZONL) en CDA-Tweedekamerlid Hanke Bruins Slot tijdens een themabijeenkomst ‘Zorg dichtbij huis’ in Emmeloord, georganiseerd door de afdeling Noordoostpolder van het CDA.

ZONL wil dat het werken in de ouderenzorg aantrekkelijker wordt. Kodden ziet veel pas gediplomeerden kiezen voor een baan in het ziekenhuis en niet voor de ouderenzorg. Volgens hem begint dat al in de opleiding tot verzorgende.

Afhaken
“In het eerste jaar ligt veel nadruk op de basis: het wassen en aankleden. De uitdagende verpleegtechnische handelingen komen pas na het derde jaar. Dan is al een groep afgehaakt, terwijl er in de ouderenzorg genoeg vakinhoudelijke uitdaging ligt.”

Hij schetst nog een tweede knelpunt. “Je merkt ook dat er te weinig stageplekken zijn, omdat ervaren zorgverleners vaak simpelweg te weinig tijd hebben om stagiaires intensief te begeleiden. Hierdoor kunnen studenten lastiger hun diploma halen."

"Hierover ga ik graag in gesprek met onderwijs en politiek. Gemotiveerde stagiaires hebben een grotere slagingskans. Zo zijn ze niet alleen waardevol voor zorgorganisaties tijdens hun stage, maar ook daarna kunnen ze gemakkelijker intern een baan vinden.”

'Meer vertrouwen'
Hanke Bruins Slot, Tweede-Kamerlid namens het CDA, zegt dat de politiek een rol heeft in het aantrekkelijk maken van beroep en opleiding. “Wij moeten meer vertrouwen hebben in de zorgverlener. Waarom moeten we alles vastleggen in regels en bijhorende bureaucratie? Dat levert te hoge werkdruk op voor de zorgverlener, waardoor die te weinig tijd heeft voor de cliënten.”

Thuis wonen
Ook ouderen die langer thuis blijven wonen, hebben te maken met de nodige problemen. Zo wordt de zorg steeds complexer. Dat ervaart ook huisarts Jan van Faassen. Hij schetste hoe één van zijn werkdagen eruit ziet.

Hij ziet 35 tot 40 patiënten per dag. Eén van zijn consults was een gesprek met twee volwassen kinderen over de laatste levensfase van één van hun ouders. Daar had de huisarts een dubbelconsult voor geboekt. Bruins Slot: “Zo’n soort gesprek kun je niet met een dubbelconsult afdoen. Tweemaal tien minuten; het is toch te gek dat een huisarts er zo zakelijk mee om moet gaan? Zorg gaat om mensen en niet om geld.”

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.