30 november 2023

Schriftelijke vragen over Heineken Hoek Leidseplein: kwalitatief, hoogstaande architectuur?

Op 28 november 2023 hebben we schriftelijke vragen ingediend over de vorderingen van de bouw van de Heineken Hoek op het Leidseplein en de meerwaarde van kwalitatief, hoogstaande architectuur

Lees hieronder de toelichting en de vragen:

De bouw van de Heineken Hoek vordert gestaag, zodat we na jaren gesteggel over het belang van kwalitatief hoogstaande architectuur voor het centrum een balans kunnen opmaken. Nu er onder voor- en tegenstanders via sociale media een discussie is ontstaan over de herinrichting van het Leidseplein en het College bezig is met de uitvoering van de motie Boomsma met betrekking tot ‘mooi bouwen’ is het belangrijk om de geleerde lessen te concretiseren, zodat richting toekomst er met meer eendracht kan worden gebouwd aan een aantrekkelijk, ongedeelde en kwalitatief hoogstaande stad waar iedereen met trots naar opkijkt.

  1. Is het College bekend met de vordering van de bouw van de Heineken Hoek en de kritische ont- vangst van het nieuwe pand in aanbouw?
  2. Kan het College schetsen op welke wijze de ontwikkeling van het Leidseplein bijdraagt aan de doelstellingen van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit 'De schoonheid van Amsterdam'
  3. Welke stedenbouwkundige en architectonische keuzes zijn er gemaakt voor dit pand? Op welke manier past dit pand in de visie van de gemeente Amsterdam over hoe de omgeving van het Leidseplein eruit moet zien?
  4. Hoe is de samenwerking tussen gemeente, betrokken bewoners en de ontwikkelaars van het pand geweest? Heeft de gemeente Amsterdam op enig moment aangegeven of en zo ja hoe dit pand past bij de architectonische visie op dit deel van de stad? Welke lessen kunnen er geleerd worden over ‘mooi bouwen’, nu de realisatie van het pand bijna gereed is?
  5. Op welke wijze worden deze lessen meegenomen in de reactie op de motie Boomsma met be- trekking tot 'mooi bouwen' (205.23)?
  6. In het voorwoord op het Jaarverslag over de jaren 2021 en 2022 van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit lezen wij dat gelet op de stijgende bouwkosten en een oplopende rente het begrip 'ge- woon goed' is gelanceerd. In het voorwoord geeft de wethouder aan dat: "Daarmee wordt niet bedoeld dat we in Amsterdam alle ambities op het gebied van mooie gebouwen en duurzaam- heid opzijzetten maar wel dat we pragmatisch kijken naar wat haalbaar is en wat niet. De Com- missie Ruimtelijke Kwaliteit is daarbij voor mij een belangrijke adviseur die mede aan het begrip 'goed' invulling kan geven." Kan in dit verband de CRK tevens gevraagd worden naar zijn inzich- ten op 'mooi bouwen' en de mogelijkheden voor een toekomstige kwaliteitsborging gelijk aan de "Amsterdamse School", aangezien aan het begin van de twintigste eeuw het de gemeen- schap van Amsterdamse architecten en stedenbouwkundigen gelukt is om de stad met bijzon- dere architectonische kwaliteit te verrijken, tegen redelijke prijzen en een groot woongenot?
  7. Op welke wijze is het College van plan om de schoonheid van de stad te versterken door middel van gemeenschappelijke inzet tussen inwoners, erfgoedverenigingen, projectontwikkelaars en (wereldwijd opererende) bedrijven? Ziet het gemeentebestuur daarbij kans om een trotse 'Am- sterdamse' bedrijven (zoals Heineken) hierbij te betrekken, zodat zij van deze stad ook voor de toekomst verrijken met mooie architectuur en weldoordachte ontwerpen? Kan zij daarbij in na- volging van ASML de Amsterdamse investeerders uitdaging om mee te denken bij de bouw van goed ontworpen en ruime appartementen die minstens drie generaties (i.c. 75 jaar) meegaan?
  8. Op welke wijze wordt aangesloten bij nationale en internationale initiatieven rondom architec- tuur en stedenbouw, zoals het nationale programma Mooi Nederland en het Europese New Bauhaus Initiatief?
  9. Kan met behulp van nationaal en internationale architecten onder leiding van de CRK op die manier een maatstaf voor de Amsterdamse School voor de 21e eeuw worden ontwikkeld, waarbij de symbiose tussen oud (historiserend) en nieuw (vernieuwend) zorgt voor een kwali- teitskader dat passend is bij het UNESCO notering op de werelderfgoedlijst?

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.