Bij de transitie naar aardgasvrije wijken is de zoektocht naar een duurzaam alternatief voor aardgas
cruciaal. De CDA-fractie heeft van het college gehoord dat bijvoorbeeld geothermie en riothermie een
alternatief kunnen zijn.
Daarnaast heeft het college vaker verklaard dat biomassa niet gezien moet worden als een
duurzame bron, hooguit als overbrugging van aardgas naar een wél duurzame bron.
Naar aanleiding van het besluit van 23 maart waarbij het afwegingskader naar aardgasvrije buurten
en wijken door de raad is vastgesteld heeft het CDA enkele vragen.

Het college wordt verzocht de volgende vragen schriftelijk te beantwoorden:
1. Het college heeft in de afgelopen drie jaar verkend wat mogelijke duurzame alternatieven
kunnen zijn. Wat is de uitkomst van deze zoektocht? Hoeveel verschillende alternatieven zijn
onderzocht? Heeft u een rapport hierover? En zo ja, kunt u dit rapport aan de gemeenteraad
verstrekken?
2. Van alle verkende alternatieven - bijvoorbeeld geothermie, riothermie, biomassa etc. - wil het
CDA graag in een tabel antwoorden op de volgende vragen, om een vergelijking te kunnen
maken:
- welke warmtecapaciteit is ermee gemoeid
- welke kosten voor winning, transport en gebruik staan er tegenover
- welk tijdspad is voor de introductie van dit alternatief vereist
- hoeveel huizen of wijken kunnen ermee verwarmd worden
- welke kans op daadwerkelijk gebruik kent het college er aan toe
3. Van alle onderzochte alternatieven verwacht het college het meest van geothermie. Mocht dit
onverhoopt niet mogelijk blijken - en er is vooralsnog geen zekerheid dat het wél gaat lukken -
is er dan in de ogen van het college een realistisch alternatief? En zo ja, wat is dan volgens het
college, na geothermie, het beste duurzame alternatief om van het gas af te gaan?

Namens het CDA Alex Engbers
 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.