15 juli 2021

Bijdrage Corné Venema bij de behandeling van de jaarstukken

Hier leest u de bijdrage uit het eerste termijn van Corné Venema, bij de behandeling van de jaarstukken 2020 op 14-07-2021.

 Voorzitter,

2020 was een ongewoon jaar. Want voor iedereen geldt dat het jaar er heel anders uitzag dan vooraf was bedacht. Zo gingen we minder naar kantoor, maar werkte vanuit huis. De vakantieplannen wijzigde drastisch, kochten we meer spullen bij de bouwmarkt om thuis te klussen, gingen we minder de deur uit voor uiteten en bijvoorbeeld het theater, maar bleven we thuis. En in plaats van het opbouwen van een goede conditie in de sportschool heeft u er misschien wel een corona kilo’tje bij gekregen. Zeg ik niet specifiek tegen u voorzitter, maar vooral tegen iedereen die zich daar over aangesproken voelt. 

Weet u wie er ook wat meer vet op de botten heeft? De gemeente Vlaardingen. 

Want zoals het corona jaar voor de gemiddelde Vlaardinger een jaar was waar het geld aan andere dingen besteed werd, heeft de gemeente Vlaardingen dat ook moeten doen. En plotseling was er een positief verschil van 15 miljoen. Waar we verwacht hadden om 8 miljoen tekort te komen, is er opeens 6 miljoen over. De verbazing van het CDA zit er in dat het resultaat opeens zo veel afwijkt. Zonder enige waarschuwing vooraf. En daarmee vraagt het CDA of het college dit resultaat gedurende het jaar wel heeft zien aankomen? En is het college wel volledig “in control”, hebben we genoeg grip op de financiën om hier tijdig in bij te sturen? En ik vraag aan het college of ze de raad op dezelfde manier geïnformeerd hadden wanneer het verschil 15 miljoen negatief was geweest? Of was u dan wel in staat geweest om eerder bij te sturen? 

Het is voor het CDA te kort door de bocht om te stellen dat het positieve resultaat alleen door de gevolgen van corona komt. Nee, dat ligt echt breder: het CDA benoemt graag de volgende vier hoofdpunten: 

Herhaaldelijk heeft het CDA gepleit voor meer grip op de kosten van de bedrijfsvoering en externe inhuur. En dit is het moment om het college hier complimenten voor te geven. Deze uitgaven zijn in de jaarrekening van 2020 een stuk lager. En het CDA is positief gestemd over de wijzigingen in de organisatiestructuur. Wij geloven nog steeds dat er veel kwaliteit in de organisatie zit, die nu beter tot zijn recht komt en nog beter tot zijn recht kan komen. Daar hebben wij geen externe inhuur voor nodig. Ook spreekt het CDA graag haar waardering uit voor de ambtelijke organisatie, die gedurende het moeilijke coronajaar, er alles aan heeft gedaan om met werk door te gaan. Het CDA roept het college op om de kosten voor de bedrijfsvoering ook voor het komende jaar kritisch te blijven volgen. 

Het was onmogelijk om afgelopen jaar alles volgens planning uit te voeren. En daarom steunt het CDA het voorstel van het college om 1,5 miljoen te reserveren om deze uitgaven in 2021 alsnog te laten plaatsvinden. Want ondanks dat het lijkt dat deze uitgaven niet voldoen aan de O van onuitstelbaar, we hebben de uitgaven immers een jaar uitgesteld, zijn we van mening dat deze uitgaven wel plaats moeten vinden. Voor een fijne woonstad is het belangrijk dat er geïnvesteerd wordt in de binnenstad en het is van belang om geld beschikbaar te hebben om te investeren in duurzaamheid: om maar twee voorbeelden te noemen. 

Het derde punt is dat de landelijke overheid heeft laten zien dat ze diepe zakken hebben om de coronapandemie te bestrijden. Als gemeente zijn we goed gecompenseerd voor de kosten die voortkomen uit de coronapandemie.  Op zichzelf is dat fijn, maar het is wel maar éénmalig. Het is onzeker of een volgende compensatie wederom ruimhartig zal zijn. En het steekt helemaal schraal af tegen de onvoldoende middelen die we als gemeente krijgen voor het uitvoeren van de taken in het sociaal domein. En op termijn moeten ook de diepe zakken van het rijk weer gevuld worden: de rekening van de coronapandemie komt nog, en het is onzeker waar deze rekening komt te liggen. 

Het vierde punt is dat We voortvarend aan de slag zijn met het herstel plan. Er wordt voorgesorteerd op bepaalde besparingen en het lukt soms om deze besparingen eerder te realiseren. Dat is mooi! 

Voorzitter, want na mijn beschouwing over de jaarstukken 2020 kom ik bij de vooruitblik met de kadernota. 

De Twee O’s: onvermijdbaar en onuitstelbaar. Dat moeten we niet verwarren met twee nullen: 0 komma 0. Het betekent niet dat niets kunnen uitgeven aan de stad: het betekent dat we nog steeds zorgvuldig moeten investeren in de stad, om de structurele inkomsten en uitgaven beter in balans te brengen. Dat betekent dat we niet zomaar overal nee tegen moeten zeggen en door moeten pakken met het uitvoeren van het herstelplan. Daarnaast moeten we om ons heen blijven kijken: wat kan er beter en waar kunnen we met een relatief kleine investering hoge kosten in de toekomst voorkomen. In dat licht zijn wij blij met de oplossing die gevonden is voor de Stadsboerderij, dat deze open kan blijven voor recreatie en educatie. 

Het CDA roept het college in de eerste plaats op om tempo te maken met het vaststellen van de woonvisie. Zorg dat we direct gaan doorpakken met het realiseren van nieuwbouw. Want we zien dat er nu veel extra geld naar de inzet voor wonen gaat, maar de resultaten mogen niet langer op zich laten wachten. We hopen, of gaan er eigenlijk vanuit, dat het nu wel lukt om de juiste subsidies te krijgen om te investeren in de Vlaardingse woonomgeving. Niet omdat het CDA al vele jaren roept dat we meer moeten doen om subsidies binnen te halen, maar omdat we zien dat deze subsidies heel hard nodig zijn om te investeren in Vlaardingen. Het CDA is wel tevreden dat het gelukt is om driekwart miljoen aan subsidie binnen te krijgen om de verkeersveiligheid te verbeteren en dat we deze subsidie gericht inzetten bij scholen en zorginstellingen. 

En zo zien we dat er nog meer plannen uitgevoerd moeten worden, bijvoorbeeld het invoeren van de nieuwe betaald parkeergebieden, het integraal huisvestingsplan voor scholen, transformaties in het sociaal domein en is er nog een hele lijst met onderwerpen die onderzocht mogen worden. Het is een utopie om te denken dat het lukt om alle besparingen helemaal te realiseren. En daarom blijft het oppassen. Want de gemeente Vlaardingen heeft misschien wel wat vet op de botten, maar dat betekent niet dat we een goede conditie hebben. Eenmalig hebben we een positief resultaat behaald, maar dat is nog geen garantie voor de toekomst. De gemeente Vlaardingen moet blijven werken aan een goede conditie. Zo komen er ook weer nieuwe risico’s op ons af waar we weerstand tegen moeten bieden: zoals bijvoorbeeld de vernieuwing van het zwembad, maar ook kosten die volgen uit de energiestrategie. Natuurlijk willen we graag iets doen voor de mantelzorgers en de vrijwilligers. Het CDA zou graag meer willen doen op het gebied van veiligheid of het onderhoudsniveau van de buitenruimte: maar dit kan alleen als we financieel een goede conditie hebben. 

Voorzitter, Tot slot, 

De coronapandemie heeft veel verdriet gebracht, dierbaren die overleden zijn, mensen die langdurig kwakkelen met hun gezondheid, of financieel te lijden hebben. En in dat verdriet ziet het CDA ook dat Vlaardingers naar elkaar omzien en groeit het gemeenschapsgevoel. We hebben geleerd om soms op een andere manier te werk te gaan. En we hebben vooral geleerd om juist samen dingen te doen, wanneer de omstandigheden dat moeilijk maken. En zo gaat ook de gemeente Vlaardingen aan de slag: We doen soms dingen anders, maar nog wel altijd met dezelfde intenties: want zo maken we: samen de toekomst van Vlaardingen.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.