04 oktober 2023

Motie voor handhaving tegen verontreinigde grond Plas van Caron

Handhaving van de regels is een prioriteit van het CDA. We willen niet dat als er afgesproken is dat bij het verontdiepen van de Plas van Caron bepaalde grond wordt gebruikt er toch nog viezere grond wordt gebruikt. Daarom vragen we in een motie die we vanavond bij de AB vergadering willen indienen om strenge handhaving. We hebben begrepen dat meerdere partijen deze motie met ons zullen indienen.  In ieder geval zijn dat AWP, VVD, fractie Natuurterreinen en BBB mogelijk volgen er meer.

Hieronder de tekst van de motie:

 Motie: Plas van Caron

Het algemeen bestuur van het Waterschap Brabantse Delta in vergadering bijeen op 4-10-2023

Constaterende dat:

Aan het AB gevraagd wordt om terug te komen op een eerder genomen besluit om de Nota Bodembeheer voor de Plas van Caron te weigeren en de Nota Bodembeheer voor de Plas van Caron alsnog vast te stellen.

Uit het ontwerp weigeringsbesluit blijkt dat bij het niet vaststellen van de Nota Bodembeheer, er toch verontreinigde grond en baggerspecie mag worden gebruikt.

De Provincie het bevoegd gezag is voor de wet natuurbescherming en op voorhand al toestemming gegeven heeft en dat de gemeente Geertruidenberg net als de provincie voorstander is van herontwikkeling van het gebied. Het Waterschap dus met de rug tegen de muur staat.

Overwegende dat:

· Uit onderzoeken aantoonbaar blijkt dat te verwachten valt dat de herinrichting veilig is en er geen effecten zijn naar omgeving, grond en oppervlaktewater

· Er echter wel degelijk voorbeelden bestaan van putten die om minder diep te maken, gevuld werden met baggerspecie maar naderhand voor de toepassing al vervuild bleken te zijn geweest,

· Het AB zich ernstig zorgen maakt over de uitvoering van dit project en over de mogelijke achteruitgang van de waterkwaliteit

· Er zorgen zijn of dat het Waterschap hierop wel op een adequate wijze kan handhaven. In het uitvoeringsplan Vergunningen, Toezicht en Handhaving 2023 staat, dat de middelen en capaciteit beperkt zijn en er keuzes gemaakt moeten worden aan de hand van risicoafweging waarbij er geen extra aangescherpte werkwijzen vermeld worden voor deze risicovolle en maatschappelijke gevoelige stortingen.

Roept het dagelijks bestuur op om:

· Het waterschap hierop een passende wijze te laten handhaven met voldoende middelen en daartoe de regels voor handhaving en toezicht vanaf de bron tot de storting uit te schrijven en volledig te borgen.

· Op de Waterkwaliteit een nulmeting uit te voeren en als Waterschap de garantie te geven dat de kwaliteit op nulmetingsniveau blijft.

· Indien het thans geldende handelingskader PFAS wordt bijgesteld de initiatiefnemers, ontwikkelaars zich eraan houden, zonder mogelijkheid tot schadeclaims achteraf.

(vooraf vastleggen)

· Akkoord te gaan met het feit dat het overstromen van de Put van Caron naar De Dongen niet gewenst is, te komen met een technische oplossing hiervoor en dit vast te leggen.

· De nazorgtermijn conform het VTH, gespecificeerd vast te leggen en te komen met een specifiek op deze case uitgeschreven Controle en Handhavingsplan’. Dit conform de afspraken

uit de LHS (Landelijke Handhavingsmaatregelen Strategie) met daarin helder opgenomen een boeteregeling en een inspanningsverplichting achteraf.

· Het algemeen bestuur jaarlijks te informeren over de voortgang in de uitvoeringsstappen van het proces.

· Deze motie aan te nemen, ook als de nota Bodembeheer niet wordt vastgesteld.

En gaat over tot de orde van de dag.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.