29 april 2019

Vervolgvragen ex artikel 43 RvO, inzake uitstraling Gemeente, onkruid, omissie maaien grasstroken.

Geacht college,

 

Verleden jaar, op 21 juni 2018, heeft de CDA-fractie voor de eerste maal schriftelijke vragen gesteld over de uitstraling van de stad, het onkruid en het gemis aan maaiwerkzaamheden van de grasstroken. Na de beantwoording van deze vragen heeft de fractie op 16 augustus 2018 vervolgvragen gesteld met als reden dat de fractie destijds niet tevreden was en is met de verkregen antwoorden. 

Het is inmiddels voorjaar 2019 en de lentezon schijnt, met volop zomerse temperaturen. Het gras en onkruid groeit en de zaadjes bloeien, maar op vele plaatsen ontbreekt de grasmaaier. Mensen klagen omdat niets is geleerd van de lessen uit 2018. Het blijkt ook dat de door de ambtenaar gegeven antwoorden in de brieven 2177926 en 2207931 alleen maar woorden zijn en dat er geen, of te weinig daden aan gekoppeld zijn.

 

Antwoordde u ons verleden jaar bij mijn 1evragen o.a. nog: 

 

"Antwoord 1.           

Een goed onderhouden openbare ruimte betekent ook een positievere uitstraling voor onze stad. We hebben te maken met achterstand bij het onderhoud. Voor de lange termijn zijn de aannemers nogmaals aangesproken, zijn boetes (tekortkomingen) uitgedeeld en is de aansturing van de wijkteams verder verscherpt.

Antwoord 2.            

Met de hoveniers worden maandelijks bouwvergaderingen gehouden. Op uitvoerend niveau is daarnaast wekelijks contact met de hoveniers. De hoveniers hebben reeds diverse boetes ontvangen. De maaiploeg binnen de wijkteams is weer op sterkte. De achterstand in het maaiwerk is voor de start van de zomervakantie weggewerkt. Het werk, uitgevoerd door hoveniers, is jaren geleden aanbesteed. In het najaar van 2018 zal een nieuw integraal groencontract aanbesteed worden dat vanaf 1 januari 2019 zal starten. De ervaringen van de afgelopen periode worden in de aanbesteding meegenomen". 

 

Vervolgens komt de fractie ook terug op de vervolgvragen en antwoorden uit de tweede brief in 2018:

"Vraag 1.     

Over de uitstraling en beeldvorming van onze stad zijn we het samen eens. Maar u geeft als oorzaak aan dat warm weer en buien gevolgbestrijding heeft opgeroepen. Voor een klein deel klopt dit maar de beeldvorming waarover de inwoners praten is van een andere orde. Wildgroei in straatgoten en onkruid in grasstroken en andere objecten in de openbare ruimte ontstaan niet enkel na een hevige regenbui (vermeld als antwoord in vraag 3). Bij een goede planning, aanpak en werkwijze is gevolgbestrijding tot een minimum te beperken. Structurele aansturing en situationele aanpak voorkomen dat achterstanden voor de zomervakantie weggewerkt moeten worden. Met gevolg dat andere werkzaamheden moeten worden uitgesteld of uitbesteed, denk hierbij aan het dumpafval dat R.W.M. voor haar rekening heeft genomen. Uiteindelijk kost dit extra gelden! De uitstraling en beeldvorming is inmiddels een terugkerend probleem en ook al eerder door het CDA op andere bijeenkomsten aan de orde gesteld. Kunt u aangeven hoe u dit nu, geleerd uit het verleden en heden, gericht op de toekomst gaat ombuigen zodat er in het kader van ruimte het beheer van de openbare echt een positieve beeldvorming voor Sittard-Geleen ontstaat? 

Wij veronderstellen dat u verwijst naar antwoord bij vraag 1 van de vorige brief. We hebben in de vorige brief bij antwoord 1 bedoeld te zeggen dat er verminderde capaciteit was als gevolg van de calamiteiten. De bedrijfsvoering is gericht op sturing op kwaliteitsniveaus. Ten tijde van calamiteiten (ais wateroverlast en weersomstandigheden) en daarna levert dat tijdelijk lagere niveaus op. Dat daardoor negatieve beeldvorming ontstaat kunnen we niet volledig tegenhouden. Uit het aantal meldingen blijkt dat in ieder geval niet. Uit gesprekken met inwoners valt ons op dat inwoners een ander en vaak netter beeld voor ogen hebben als het beeld waarop het onderhoud uitgevoerd wordt en vastgelegd is in het beleid. Daar zouden we een deel van de beeldvorming in kunnen beïnvloeden. Ook u kunt daar een rol in spelen. Het vegen van de stoep en goot voor de eigen deur kunnen inwoners ook zelf mee helpen. We handelen op de afgesproken kwaliteitsniveaus en weten dat achterstanden kunnen ontstaan. Verder proberen we steeds vaker beheer arm (-vriendelijk) te ontwerpen en aan te leggen. Dit doen we in overleg met de inwoners. Inwoners kunnen mee praten, mee doen en mee beslissen, hetgeen ze zullen ervaren in het opzetten van de wijkbeheerplannen. Uit de gesprekken met inwoners is, in aanloop naar het beleidsplan de tuinman van Sittard-Geleen, gebleken dat zij het ook belangrijk vinden om meer ruimte te geven aan flora en fauna. Het hoeft niet overal meer strak gemaaid te worden. Hierover gaan we de komende periode met inwoners in gesprek. 

 

Voorzitter,

Het is inmiddels voorjaar 2019.  Opnieuw worden we aangesproken door zeer ontevreden inwoners. Ook vraagt men om hulp. Men is teleurgesteld en boos. Bij monde van mij is deze inwoners geadviseerd om "buiten beter meldingen" te maken. Dit is dan ook gebeurd!

Foto's die aangereikt zijn door inwoners uit Lindenheuvel         

 

 

Vervolgens staat onderstaande tekst op Facebook: 

 

Geachte gemeente,

Het zou zeer welkom zijn als er wat meer aan onderhoud gedaan zou worden. Het ziet er hier op Lindenheuvel niet uit. Het gras staat veel te hoog en op sommige plekken staat het onkruid nog hoger dan het gras. En dan heb ik het alleen nog maar over de Anemonenstraat in Geleen. De rest van de Lindenheuvel ziet er ook niet uit. De stoepen zit ook vol met onkruid en gras. Maar ja zoals laatst al op L1 te horen was op tv, betreft het zoals hun het noemde de achterstandswijk Lindenheuvel. Schijnbaar zien jullie dit als gemeente ook zo want in andere wijken ziet het er beter uit.
Inwoners van Lindenheuvel als je het hier mee eens bent. Delen mag.

 

 

 

Het CDA heeft de volgende vragen:

 

1.             

In de afgelopen jaren hebben we meerdere keren vragen gesteld over de uitstraling van onze stad. Ook de tekortkomingen in specialistisch werk, gekoppeld aan meerjarige uitbesteding, is aan de orde geweest. U heeft hierop antwoorden gegeven dat in de nieuwe aanbesteding met contracten startende per 1 januari 2019 hier rekening mee zou worden gehouden. Bent u het met ons eens dat het niet waarneembaar is dat we een zichtbare andere koers willen varen?  Zo ja, wat gaat u eraan doen/ veranderen? Zo nee, waarom niet?

 

2.            

Op eerdere antwoorden van vragen van het CDA heeft u aangegeven dat u voor de langere termijn aannemers heeft aangesproken, er boetes (tekortkomingen) zijn uitgedeeld en dat de aansturing van de wijkteams is verscherpt. We zijn benieuwd hoe u dit heeft laten meewegen in de beoordelingen en de nieuwe groencontracten. Kunt u ons aangeven hoe u hierin heeft gehandeld. Zo nee, waarom niet?                                                                                                                                

 

3.             

U heeft veel informatie in het veld opgehaald, zo geeft u vaker aan, maar kunt u ook de klachten die zijn opgesomd en de kritiek die er is, aangeven? Zo nee, waarom niet?

 

4.             

U geeft aan, in de beantwoording van eerder gestelde vragen, dat uit gesprekken met inwoners is opgevallen dat inwoners een netter beeld voor ogen hebben dan het beeld waarop onderhoud wordt uitgevoerd en is vastgesteld in het beleid. Daarbij is de norm door een meerderheid van de Raad in november 2018 ook nog eens naar beneden bijgesteld. Hoe denkt u dat de uitstraling en beeldvorming gaat uitzien. Gaat deze verder verslechteren? Kunt u dit toelichten, zo nee, waarom niet?

 

5.             

Afgelopen jaar in juni is er een achterstand opgelopen, zo gaf u aan in eerdere beantwoording van vragen. Dit jaar hebben we nog geen last gehad van weersomstandigheden maar toch staan we al op achterstanden. Hoe denkt u dit te kunnen oplossen, rekening houdende met het lagere kwaliteitsniveau?

 

6.

Op foto 3 is duidelijk zichtbaar dat de “groei” in de goot veroorzaakt wordt door minder veegbeurten met de veegwagen. Volgens informatie uit het veld is er gekozen voor minder capaciteit met veegwagens. Kunt u uitleggen waarom er door RWM 1 veegwagen minder wordt ingezet terwijl de behoefte net andersom is ? Ook geeft u aan bij de beantwoording van de vervolgvragen, medio Augustus 2018, dat inwoners kunnen meewerken aan het vegen van stoep en goot. 

 

7.             

Al eerder zijn er in commissies en andere bijeenkomsten voorstellen gedaan om per wijk het totaalpakket bij bijvoorbeeld hovenier X te leggen. Hovenier X is zo verantwoordelijk voor de hele wijk en kan er een betere planning op los laten. Nu zie je veel te vaak dat ‘morgens de goten worden geveegd door RWM en dat men middags het gras komt maaien door Y en er met bladblazers alles weer op straat wordt geblazen. Is hier al eens aan gerekend? Zo ja wat was de uitkomst? Zo nee waarom niet?

 

 

Het CDA stelt het op prijs wanneer binnen de daarvoor geldende termijn op gestelde vragen een passend antwoord wordt gegeven.

 

 

Met vriendelijke groet,

CDA Fractie Sittard-Geleen

 

Peter Henssen,     

Raadslid

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.