Amendement: Artikel 1 van de Grondwet aangenomen
Tijdens het Congres is het volgende amendement per acclamatie aangenomen:
Burgerschap is één van de belangrijkste voorwaarden voor een sterke samenleving. We kunnen niet samenleven zonder een gedeeld besef van rechten en plichten, de bereidheid om verantwoordelijkheid te nemen voor de mensen om je heen en om te zien naar elkaar. Het gaat om de inzet voor anderen die het eigen belang overstijgen.
Het CDA staat achter Artikel 1 van de grondwet en is tegen elke vorm van discriminatie. Bij een grondwetswijziging zal het CDA een initiatief om "seksuele gerichtheid" en "handicap" hierin explicitiet op te nemen steunen. Waardoor deze gronden net zoals discriminatie van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras en geslacht expliciet genoemd zullen worden.
Leden van het Pride-netwerk hebben dit via hun afdelingen ingediend en zijn blij dat het congres dit unaniem heeft overgenomen.
Artikel 1verwoordt het gelijkheidsbeginsel en het verbod op discriminatie. Een aantal gronden zijn expliciet genoemd: godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras en geslacht. Dit zijn gronden die ook vermeld staan in diverse internationale verdragen. De tweede zin eindigt met een open formulering. Welke kenmerken en eigenschappen hieronder zouden kunnen vallen is zal door de maatschappelijke werkelijkheid worden bepaald en kan afhankelijk zijn van de cultuur. Naast de Algemene wet gelijke behandeling is in 2003 de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte ingetreden. Onder handicap vallen alle langdurige lichamelijke, verstandelijke en psychische beperkingen. In de participatiemaatschappij willen we dat iedereen (ongeacht een handicap) volwaardig meetelt en mee kan doen. Daarom is het goed om deze doelgroep met een extra uitdaging in het leven te benoemen. Vanuit de LHBTI-gemeenschap (Lesbiennes, Homoseksuelen, Biseksuelen, Transgenders en Interseksen) komt de oproep om opgenomen te worden in artikel 1. Zodat de wetgever de recente verworvenheden voor LHBTI's ook in de (verre) toekomst in stand moet houden. De community is in recente jaren anders gaan heten van Holebi tot LHBTIQ. Om de wijziging toekomstbestendig te houden kan beter gekozen worden voor “seksuele gerichtheid”. Dit begrip wordt in meerdere VN-verdragen en het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM) gebruikt. Door deze discriminatiegronden expliciet in Artikel 1 van de grondwet op te nemen, brengen we onze grondwet in lijn met deze en andere internationale verdragen. Volgens de Commissie rechtsgevolgen 1 Grondwet kent de rechter in bepaalde gevallen waarde toe aan expliciete vermelding in art. 1. Bovendien geven we hiermee een maatschappelijk signaal af dat discriminatie op grond van seksuele gerichtheid expliciet is verboden in Nederland. Dat is ook in het licht van maatschappelijke ontwikkelingen van belang.