Tussenstand besluitvorming Veenweiden

Woensdag 30 januari vervolgde de commissievergadering over Veenweiden met de eerste termijn door het college. De gemeenteraad had het college op 15 januari bevraagd op een groot aantal punten en toen was het middernacht en werd geschorst. Vervolgd werd dus verder met de reactie door het college. Daarna de raad weer en vervolgens het college. Al eerder had de raad gevraagd om ambtelijke ondersteuning bij een groot aantal amendementen. Dit zijn voorstellen om de huidige teksten in het bestemmingsplan of inrichtingsplan aan te passen. We hebben ambtelijke ondersteuning gevraagd omdat die teksten wel juridisch houdbaar moeten zijn om te voorkomen dat de gemeente voor de rechter in het ongelijk wordt gesteld. Die concepten voor tekstwijzigingen waren er nog niet en werden beloofd op dinsdag 5 februari. Op verzoek van het CDA belegt de griffie nog een extra avond voor de verschillende partijen om met elkaar te spreken over deze amendementen.

Inhoudelijk spitste de discussie zich woensdagavond toe op een aantal zaken:

1) Hoe staat het met het beheerscollectief? Heel belangrijk voor de agrariërs die willen blijven en zelf natuurbeheer willen gaan doen!
2) Monitoring van de drooglegging; als er te weinig drooglegging is, dan wordt het onmogelijk om rendabel te ondernemen.
3) Hoe zit het met de vergoeding in de toekomst? Want de verplichting blijft. Het college levert nog informatie die duidelijk moet maken dat in de toekomst er budget is en blijft. Maar 100% zekerheid biedt men niet.
4) Businessplan van groot belang voor iedere individuele agrariër die wil blijven. Conclusie is dat iedere boer kritisch moet kijken naar het eigen businessplan. Zeker niet gokken dat het goed komt, maar rekenen.
5) Afplaggen: deze komt ook nog terug n.a.v. een amendement, maar het ziet er naar uit dat de gebieden met een biodiversiteitsdoelstelling (en dus verschraling) niet worden afgeplagd, in ieder geval niet tijdens de looptijd van de proef. Dat willen we ook wel vastgelegd zien in een amendement.
6) Storingssoorten: een van de zorgen van hen die in de buurt van de nieuwe natuur zitten, is dat zij overlast gaan krijgen van ganzen, zwanen, distels, ridderzuring, etc. Ook voor dit onderwerp is een amendement in de maak; de toelichting dat er bij de natuurindeling rekening wordt gehouden met dit risico stelde mij niet echt gerust. CDA is van mening dat er ook beheerafspraken moeten komen en daarvoor moet dan dus weer geld beschikbaar zijn.

Kortom: partijen beginnen elkaar wel steeds meer te begrijpen, maar tot heden is het gebruik van woorden als: "de indruk hebben", "erop hopen", "we verwachten" en "we vertrouwen" voor het CDA nog wel te vaag. Cijfers en harde toezeggingen zijn nodig. En natuurlijk begrijpen we dat niet alles voor de toekomst dichtgetimmerd kan worden. Maar er moet voldoende basis zijn voor een goed vertrouwen in de toekomst: zowel voor de agrariërs zelf als voor de overheid van de toekomst. Wordt vervolgd...