Boer zijn is geen baan, maar een manier van leven. Het is een trots bestaan. En terecht want je vakmanschap behoort tot de wereldtop. Maar het is ook een eenzaam beroep. Een stressvol bestaan. Want ondanks dat je tot die wereldtop behoort houden maar weinig boeren het hoofd financieel boven water en krijg je de schuld van een beetje alles wat fout gaat. We hebben enorm veel aandacht voor dierenwelzijn, wat goed is, maar eigenlijk nauwelijks voor het welzijn van de boer. En wat het laatste betreft gaat het helemaal niet goed. Het aantal zelfmoorden door boeren is de afgelopen jaren gestegen en als je die verhalen leest is dat echt schrijnend. Ik weet van dichtbij welke impact dit intense verlies heeft op een gezin en haar omgeving.

Daarom hebben wij als CDA een aantal vragen

  1. Bent u bekend met de stijgende zelfmoordcijfers en de aanhoudende kloof tussen de boeren en professionele reguliere hulpverlening, ondanks alle goede inzet dat verricht is naar aanleiding van uw kamerbrief hulpverlening aan agrarische ondernemers in crisissituaties (Bijlage 1)
  2. Welke ondersteuning is geboden om de genoemde initiatieven van verschillende organisaties naar aanleiding van uw kamerbrief “Hulpverlening aan agrarische ondernemers in crisissituaties” in 2018?
  3. Er zijn mooie stappen gezet om de sector en hulpverlening bij elkaar te brengen. Er is geïnvesteerd in het sociale netwerk om de boer heen. Er wordt echter nog grotendeels óver de boer gesproken. De boer wordt zelf nog onvoldoende gestimuleerd om het gesprek over mentale zorgen te starten of een hulpvraag te stellen.Deelt u de mening dat de activiteiten te veel gericht zijn op de kloof van de hulpvraag en het aanbod? En dat er nog een stap gezet moet worden om boeren te activeren op dit thema en dit ook in breder perspectief te plaatsen. Dit met het oog op het versterken van ondernemerschap, waarbij voorkomen wordt dat boeren mentale risico’s lopen.
  4. Deelt u de mening om ook de primaire sector waarin vertrouwen en cultuur belangrijk zijn, extra ondersteunt moet worden om stappen te zetten in het doorbreken van de taboe, maar ook het activeren van de hulpvraag en andersom het signaleren en verwijzen naar de juiste hulp?
  5. Heeft u momenteel in beeld welke activiteiten er door (regionale) brancheorganisaties georganiseerd worden omtrent het thema mentale fitheid en hoe deze kunnen bijdragen aan de doelstellingen van het ministerie van LNV?
  6. U heeft aangeven initiatieven die passen bij de doelstellingen te willen ondersteunen. Ziet u ook mogelijkheden om de doelstellingen uit te breiden en de sector met middelen meer in positie te brengen om dit te bewerkstelligen?
  7. Klopt het dat door het wegvallen van een deel van de financiering het voort bestaan van de AgroZorgWijzer op het spel staat?

Zie ook actuele berichtgeving:

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.