Vraag 1:

In de Kamerbrief van 23 mei jl. over ‘Update besluiten hulp en inzet Afghanistan” wordt melding gemaakt van het stopzetten van een door Buitenlandse Zaken gefinancierd programma in Afghanistan. Klopt het dat het hier een programma betreft dat vrouwenrechtenactivisten ondersteunde?

 

Vraag 2:

Is de minister het met het CDA eens dat dit signaal heel ongelukkig is nu de positie van Afghaanse vrouwen sinds augustus 2021 zienderogen is verslechterd?

 

Vraag  3: 

Wat betekent het stopzetten van het programma voor het Nederlandse commitment aan het nationale actieplan rondom de implementatie van de VN Veiligheidsraadresolutie 1325 in Afghanistan?

 

Vraag 4: 

Is de minister het ermee eens dat het van groot belang is om het Afghaanse maatschappelijke middenveld, waaronder in het bijzonder vrouwenorganisaties, te blijven steunen om tegenwicht te bieden aan het steeds autocratischer wordende Taliban regime?

 

Vraag 5: 

Tijdens het tweeminutendebat van 31 mei jl, gaf de minister van buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking aan dat Nederland nog wel enkele programma’s blijft ondersteunen die vrouwenrechten bevorderen. Welke programma’s zijn dat?

 

Vraag 6:

Als reden voor stopzetting wordt aangemerkt: “waarbij er geen onacceptabele veiligheidsrisico’s voor staf of begunstigden van projecten/programma’s mogen bestaan”. 

Kan de minister aangeven wat hiermee concreet wordt bedoeld? Hoe kan überhaupt de veiligheid van staf of begunstigden van door Nederland gefinancierde projecten en programma’s worden gegarandeerd in een situatie die zeer volatiel is, en waar Nederland ook geen diplomatieke aanwezigheid meer heeft in het land? Betekent dit dat Nederland op korte termijn geen kritische maatschappelijke organisaties of individuen meer gaat steunen in Afghanistan?

 

Vraag 7: 

Is met de betrokken organisatie gesproken over andere manieren waarop het belangrijke werk kan worden voortgezet? Zo nee, waarom niet? Wat betekent het stopzetten van de subsidierelatie voor de betrokken organisatie en de door hen gesteunde activisten?

 

Vraag 8: 

Kan de minister in de nog te ontvangen Kamerbrief over de langere termijn betrokkenheid van Nederland in Afghanistan uitgebreid stil staan bij de toekomstige steun aan Afghaanse maatschappelijke organisaties en activisten, en daar ook substantieel middelen voor willen reserveren in haar begroting?

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.