26 juni 2021

Eindrapport Commissie Integriteit

Rapportage adviescommissie Integriteit CDA Limburg

 

 

 

INTEGRITEIT

DOOR

IDENTITEIT

Doen waar je voor staat

 

 

 

  1. Inleiding

 

Voor u ligt het verslag van bevindingen van de adviescommissie integriteit CDA Limburg (de Commissie), die op 23 maart 2021 is ingesteld door het Dagelijks Bestuur van het CDA Limburg (het Dagelijks Bestuur). De Commissie heeft haar werkzaamheden gebaseerd op de opdrachtverlening die is opgenomen in bijlage 1. Op basis van haar bevindingen heeft de Commissie een actieplan voor het CDA Limburg geformuleerd. Ons advies is om dit actieplan met voorvarendheid uit te voeren. Wij hebben bewust afgezien van aanbevelingen die ruimte geven tot langdurige discussies en nadere overwegingen. Natuurlijk moet er een open gedachtewisseling en debat zijn, maar wij adviseren deze niet te lang laten duren. Er is alom behoefte om vooruit te kijken en aan de toekomst te bouwen. De acties die wij voorstellen, hebben wij dan ook van een tijdschema voorzien. Wij begrijpen dat niet alles tegelijk kan. De voorgestelde actielijst heeft het karakter van een urgentie-agenda. Het Dagelijks Bestuur zal prioriteiten moeten stellen.

De periode waarin dit rapport tot stand kwam, werd gekenmerkt door onrust binnen de partij. Niet alleen op provinciaal niveau. Het landelijke CDA is in afwachting van de evaluatie van de Tweede Kamerverkiezingen. Er is behoefte aan duidelijkheid over de koers van het CDA. Zonder op de landelijke evaluatie vooruit te (willen) lopen en zich beperkende tot het CDA Limburg, merkt de Commissie op dat dit onderwerp in vrijwel alle gesprekken met Limburgse CDA’ers ter sprake is gekomen. Er zijn twee prangende vragen. Op de eerste plaats de vraag “Waar staan wij voor?”  Deze vraag houdt direct verband met een vervolgvraag: “Hoe gaan wij met elkaar om?”

Het vraagstuk van de integriteit is niet los te zien van deze twee vragen. Om die reden is ook gekozen voor de titel van dit rapport: Integriteit door identiteit; doen waar je voor staat. Uiteraard belicht vanuit de opdracht van de Commissie, gericht op het CDA Limburg.

    1. Opbouw van deze rapportage

De Commissie wil allereerst uiteenzetten hoe zij te werk is gegaan en hoe zij zich een beeld heeft kunnen vormen van de situatie op basis van hetgeen mensen ons vertelden tijdens de interviews. Vanuit dit beeld kunnen knelpunten en problemen worden afgeleid. Op basis van een analyse van de waargenomen problemen komen wij met een lijst van actiepunten. Ons advies is deze actiepunten uit te voeren op basis van een urgentie-agenda.

    1. Werkwijze van de Commissie

De Commissie heeft, naast het bestuderen van verschillende rapporten en tal van publicaties, vele gesprekken gevoerd, zowel top down als bottom up. Zo werd o.a. gesproken met de leden van het Strategisch Beraad, het Dagelijks Bestuur en de Statenfractie en met Limburgse CDA wethouders, lokale bestuursvoorzitters, fractievoorzitters en verschillende individuen. De gesprekken vonden plaats op initiatief van de Commissie, maar in voorkomende gevallen ook op initiatief van (individuele) leden.

De gesprekken werden bewust niet geheel voorgestructureerd. Door open vragen te stellen, wilde de Commissie bewerkstelligen dat de informatieverstrekking niet beperkt bleef tot het beantwoorden van vragen. Hierdoor werd het risico voorkomen dat relevante informatie niet aan de orde zou komen en dat tijdens het gesprek een sfeer zou kunnen ontstaan van een ‘verhoor’. De Commissie constateert dat veel sprekers blij waren hun kant van het verhaal te kunnen delen en op een open en constructieve wijze hebben deelgenomen aan het gesprek.

      1. Rol van de Commissie

De Commissie is zich bewust geweest dat zij – zeker ook gelet op de beperkte tijd – een specifieke en begrensde opdracht heeft. Diepgaande waarheidsvinding ten aanzien van publicaties over integriteit of andere mogelijke integriteitsaffaires vindt thans plaats bij andere instanties.

De Commissie realiseert zich deze beperking, maar onderschrijft de noodzaak van een urgentie-agenda voor het CDA Limburg.

In alle gesprekken is de vraag gesteld naar mogelijke ‘nieuwe’ integriteitsaffaires of -schendingen. Dit om zoveel mogelijk te voorkomen dat (kort) na het opleveren van dit rapport, nieuwe integriteitsaffaires aan het licht zouden komen, die beter meegenomen en meegewogen hadden kunnen worden in dit rapport. De gewisheid of en waar feitelijk sprake is van daadwerkelijke integriteitsschendingen zal blijken uit de onderzoeken die thans nog lopen.

De focus van de Commissie lag op de governance en bestuurscultuur van het Limburgse CDA vanuit de optiek integriteit.

De Commissie is bekend met de verschillende definities die kunnen worden gehanteerd voor het begrip integriteit. Het begrip is afhankelijk van de context waarbinnen het wordt gehanteerd en een veranderend tijdsbeeld. Wij hebben ons gebaseerd op een recente definitie uit de literatuur. Deze is afkomstig uit The Oxford English Dictionary waarin integriteit staat gedefinieerd als “the quality of being honest and morally upright” (de kwaliteit van eerlijk en moreel oprecht zijn) and als “the state of being whole or unified” (de staat van heel of verenigd zijn). Met andere woorden, integriteit is streven naar eerlijkheid, oprechtheid en waarachtigheid, of vrijheid van morele corruptie. [1]

Naast de gesprekken heeft de Commissie kennisgenomen van veel publicaties in o.a. De Limburger en NRC Handelsblad, het Rekenkamerrapport inzake de ‘Klusjesmannen’, het advies van de landelijke CDA werkgroep actualisering integriteitsbeleid, de handreiking van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake integriteit, het rapport van de concerncontrollor van de Provincie Limburg inzake de IKL affaire.

  1. Het algemeen beeld

Door lezing van een groot aantal  publicaties, de reeds verschenen rapporten en door de gesprekken, die op ons verzoek of vanaf de basis plaats vonden, heeft de Commissie zich een beeld kunnen vormen van de cultuur en governance rond het vraagstuk van integriteit.

Dat beeld laat zien dat recente affaires een enorme impact hebben gehad op alle geledingen van het Limburgse CDA. Er heerst verslagenheid, maar ook verontwaardiging en schaamte: “hoe heeft dit kunnen gebeuren.” De meeste CDA’ers voelen een paradox. Zij willen vanuit een politieke overtuiging midden in de samenleving staan met als ideaal die samenleving te verbeteren. Zij weten dat zij opereren in een glazen huis en dat men bepaalde risico’s moet vermijden. Er is een vrees om geconfronteerd te worden met aantijgingen waarover (nog) geen gewisheid is. Men wijst op het risico dat bestuurders en volksvertegenwoordigers zich verlamd gaan voelen. De paradoxale situatie ontstaat dan dat zeer geëngageerde mensen, die integriteit hoog in het vaandel hebben staan, geen publieke ambten meer durven te vervullen. Dit signaal is meermalen met zorg richting Commissie geuit. De Commissie heeft gezien dat de Limburgse CDA’ers een enorme betrokkenheid en liefde voor hun provincie en lokale gemeenschappen hebben. Zij realiseren zich dat je in de politiek een bepaalde veerkracht moet hebben. Je moet tegen kritiek kunnen. Maar daarbij hoort een podium van naar elkaar luisteren. Over en weer. Hoor en wederhoor. Politiek bedrijven kan alleen op een gelijk speelveld. Daarbij hoort fair play, met respect voor de waarheid. Hoe hard die waarheid ook kan zijn. Dat begint met elkaar intern de waarheid durven zeggen.

    1. Elkaar de waarheid kunnen zeggen

De Commissie heeft signalen gekregen dat er te vaak sprake is van een cultuur van het elkaar niet tegenspreken.

In onze waarneming  springen daarvoor verschillende redenen in het oog. Enkele punten die de Commissie zag zijn een zekere geremdheid om elkaar tegen te spreken,  een beperkte ervaring met het geven van feedback, en het daardoor ook ongemakkelijk te vinden om te persisteren als men eerder gepoogd heeft om kritiek te te verwoorden. De Commissie constateerde de twijfel of kritische opmerkingen wel effectief zijn als het ontbreekt aan doorzettingsmacht of steun uit de omgeving. Het gevoel bestaat dan dat je toch niets bereikt met tegenspreken. Omgekeerd hoorde de Commissie dat bestuurders actief vragen om feedback, maar dat deze achterwege blijft. Het ontbreken van tegenspel wordt over en weer als een gebrek ervaren. Dit is een bijzondere waarneming. Het gemis leeft aan twee kanten. Degene die tegenspel moet krijgen klaagt dat tegenspel achterwege blijft en degene die het moet bieden twijfelt aan de effectiviteit daarvan.

    1. Samenhang en regie

De Commissie heeft signalen gekregen dat sprake is van isolement en vervreemding.

Er zijn signalen dat sprake is van gebrek aan samenhang binnen het CDA Limburg. In de gesprekken werd aangegeven dat er eerder sprake is van afzonderlijke groepjes dan van een geolied samenhangend geheel. Structurele netwerken voor samenwerking ontbreken. Men mist regie vanuit het CDA Limburg. Daarnaast vormt het CDA gedachtegoed te weinig het verbindend element om elkaar gestructureerd te ontmoeten. Het Dagelijks Bestuur en de Statenfractie staan op afstand van de lokale afdelingen. De lokale wethouders komen niet gestructureerd bijeen. Ook is er nauwelijks gestructureerd en regelmatig overleg tussen de lokale afdelingen onderling. In Limburg is geen provinciale afdeling van de CDA Bestuurdersvereniging.

    1. Omgaan met externe kritiek

De Commissie kreeg signalen dat er sprake is van een gespannen omgang met de pers.

De Commissie constateert dat er grofmazig twee richtingen zijn binnen het CDA. De ene heeft de indruk dat de pers zijn pijlen onterecht op het CDA heeft gericht, waarbij sprake is van framing en berichtgeving, die niet altijd objectief lijkt te zijn.
De andere richting ziet de publicaties meer als signalen en leermomenten voor het CDA: “we doen blijkbaar iets niet goed”. Deze groep staat open voor nader onderzoek en aanpak van zaken die beter kunnen. Deze richting vraagt ook om het herstellen van de relatie met de pers en stelt vragen zoals: “moeten we communicatief niet pro-actiever worden naar de pers?” en “moet de relatie met de pers niet worden hersteld zodat sprake is van een minder gespannen en meer open relatie met de pers?”

    1. Accumulatie en vervlechting

De Commissie kreeg signalen dat op het terrein van governance sprake is van vervlechting, stapeling en gebrekkig toezicht daarop.

Door vervlechting en stapeling van functies kunnen verschillende belangen door elkaar gaan lopen. Dan is het niet meer duidelijk waar de desbetreffende bestuurder voor staat en waar zijn of haar focus ligt. Hierdoor kan een schijn van belangenverstrengeling worden gewekt. De Commissie constateerde dat over de wenselijkheid of onwenselijkheid van het combineren van functies in de praktijk verschillend wordt gedacht. Bij niet iedereen leeft de opvatting dat het voorkomen van ‘schijn’ van belangenverstrengeling een handelingsoptie is.

2.5   Legalistische moraalopvatting

De Commissie kreeg signalen over nauwe interpretatie van publieke moraal.

Niet alles wat kan (niet geregeld is of niet verboden) is vanzelfsprekend ook moreel juist. Deze grondregel geldt voor verreweg de meeste mensen die wij gesproken hebben. Toch heeft de Commissie signalen gezien waarin deze ter discussie wordt gesteld. In sommige gevallen leeft de mening dat formele juridische juistheid en transparantie voldoende garantie bieden voor integer handelen. Wij zien dat in die gevallen de publieke context en het morele kader van de politieke uitgangspunten, die het CDA al sinds zijn bestaan (1980) hanteert, naar de achtergrond verdwijnt.

Tot zover het algemeen beeld. Dit is uiteraard niet compleet, maar betreft een weergave van de signalen die de Commissie het meeste zijn opgevallen.

  1. Beoordeling van het gevormde beeld

 

    1. Loyaliteit en veerkracht

Uit het beeld komt naar voren dat loyaliteit en veerkracht belangrijke waarden zijn voor Limburg en het CDA.

Limburg heeft de afgelopen decennia grote, vaak schoksgewijze, veranderingen ondergaan op sociaal-economisch, cultureel en religieus gebied. Het landschap van de Limburgse samenleving en politiek is veranderd. Mede hierdoor is ook de positie van het CDA gewijzigd. Een constante factor is dat Limburgers houden van hun provincie. Dat geldt zeker ook voor CDA’ers. Niet voor niets is de titel van het provinciaal verkiezingsprogramma “Zin in Limburg”.
De provincie Limburg (de Provincie) heeft de afgelopen jaren veel aandacht besteed aan het voorkomen van integriteitsschendingen. De Provincie liep hierin voorop en behaalde landelijke prijzen met het beleid en de aanpak. Hierbij liep de Provincie op tegen twee algemeen geldende paradoxale wetmatigheden, die op dit terrein blijkbaar gelden. De eerste is dat als je iets extra aandacht geeft, de algemene opvatting is dat het blijkbaar ook nodig is. De tweede is dat als je de integriteitsregels en procedures verfijnt, dit ook meer integriteitsonderzoeken genereert met als effect dat kwantitatief meer integriteitsaffaires spelen. Het beeld wat dit laatste oproept behoeft geen nadere toelichting. Duidelijk is wel dat dit ook gevolgen heeft voor het imago. Dat met het voorbeeld van de Provincie parallellen zijn te trekken met het CDA landelijk moge duidelijk zijn.

Hoe vervelend het imagoprobleem ook is, integriteit is geen kwestie van externe beeldvorming maar van innerlijk oprecht handelen.

Het feit dat het innerlijk oprecht handelen van de Limburgse CDA’ers in zijn algemeenheid in twijfel lijkt te worden getrokken, creëert een noodzaak van proactief denken én handelen. Integriteitsbeleid moet niet zijn gebaseerd op het reageren op incidenten, maar op het proactief bezig zijn van binnenuit.

    1. Er is een dieperliggend probleem met meer lagen

Uit ons beeld komt naar voren dat het CDA Limburg ook zonder integriteitsaffaires een onderliggend probleem heeft.

Het CDA gedachtegoed lijkt te zeer naar de achtergrond verdwenen. Veel burgers, maar ook CDA leden, lijken niet meer te weten en te voelen waar het CDA voor staat. Wat is de identiteit van het CDA? Wat zijn de kernwaarden? Wat is de visie van het CDA op veel maatschappelijke vraagstukken, juist ook ten aanzien van de keuzes waar Limburg voor staat? Wat is het Limburg waarin onze kinderen en kleinkinderen straks moeten leven?

Dit vraagstuk staat in principe los van de integriteitsaffaires. Het is ook niet specifiek voor alleen de Provincie. Maar integriteit is geen ‘los ding’. Integriteit heeft te maken met geloofwaardigheid en waarachtigheid. Een integer politicus laat in zijn of haar handelen zien voor welke waarden zijn of haar partij opkomt. Gerechtigheid, solidariteit, gespreide verantwoordelijkheid en rentmeesterschap bepalen de context van de waarden waarbinnen een CDA’er handelt. Als binnen deze context denken, praten en doen de scherpte en onderlinge samenhang verdwijnen, is het nodig om bij elkaar aan de bel te trekken. Dat gebeurt niet of te weinig. Het CDA Limburg is geen lerende organisatie gebleken die zichzelf scherp houdt. Het ontbreken van een gezond feedback-mechanisme is momenteel het grootste probleem van het CDA Limburg.

    1. Er is geen kwaliteitsnetwerk

De Commissie vindt dat een lerend netwerk ontbreekt.

In een gezonde organisatie functioneert een kwaliteitscyclus. Er moet altijd ‘planning & control’ zijn, zeker in democratische verbanden die een evenwichtige machtsbalans vragen. Zo’n netwerk van onderlinge toetsing en verbetering is er niet. Sterker nog: het beeld dat het CDA Limburg een hecht netwerk vormt, waarin strategische keuzes richting geven aan een weloverwogen politieke koers, klopt niet.

Als er al sprake is van van een strategische koers, wordt deze uitgezet in een beperkte kring, waarbinnen en waaromheen geen open confrontatie van gezond over en weer argumenteren plaatsvindt.

Bestuurlijke kwaliteit staat of valt met een kritisch leervermogen in brede kring  en het kunnen bijstellen van het beleid in een veranderende werkelijkheid.

Het feit dat in Limburg geen provinciale eenheid van de landelijke CDA Bestuurdersvereniging (BSV) meer bestaat, heeft de Commissie in hoge mate verbaasd.

    1. Kwetsbaarheid door niet getoetste risico-inschattingen

De Commissie vindt dat bestuurders in risicovolle situaties terechtkomen door eigenzinnige interpretaties van wat kan of niet kan.

De Commissie krijgt signalen dat er bij verschillende bestuurders en leden sprake is van onvoldoende risicobewustzijn. Dubbelfuncties worden soms als vanzelfsprekend, efficiënt en handig ervaren. De Commissie betwist niet dat de kennis vanuit de ene rol handig kan zijn voor de andere rol. De Commissie is echter van mening dat voor iedereen duidelijk moet zijn waar een bestuurder voor staat en op welke rol hij of zij zich focust. Er mag geen sprake zijn van rolonduidelijkheid (rolonduidelijkheid vormt een basis voor conflicten/belangenverstrengelingen tussen het Werk domein, het Politiek (CDA) domein en het Privé domein) en mogelijke belangenverstrengeling.

    1. Dubbelfuncties vermijden

Dertig jaar geleden was het gebruikelijk om functies te combineren. In de huidige tijd niet meer. De Commissie was verbaasd dat dit überhaupt in deze tijd nog een discussiepunt is.

Het accepteren van dubbelfuncties staat bijna altijd in een spanningsveld met het vermijden van de schijn van belangenverstrengeling. Bij een eigentijdse governance en open cultuur moet absolute duidelijkheid bestaan welke rol een politicus of politica vervuld. Het combineren van functies of bepaalde wijzen van vervlochtenheid in de manier van werken, werden in het verleden wellicht normaal gevonden of zelfs gestimuleerd. Maar de tijden zijn wel veranderd. Een moderne politieke partij kan zich niet verschansen achter oude gewoonten. De overgrote meerderheid van het CDA Limburg ademt de nieuwe tijdgeest.  Die meerderheid wordt onrecht gedaan als door sommigen wordt gepersisteerd op individuele rechten. Het verweer “Ik heb dezelfde rechten als alle andere burgers….” gaat voor politici namelijk niet altijd op. Elke CDA politicus of politica moet steeds een risico-inschatting maken vanuit het publieke belang dat hij of zij dient. De Commissie is van oordeel dat het voorkomen van de schijn van belangenverstrengeling door dubbelle rollen een onderschat risicico is.

    1. Er is ‘momentum’ voor echte verandering

 

De Commissie constateert dat er een grote bereidheid was om met de Commissie in gesprek te gaan. Dit wordt door de Commissie zeer gewaardeerd. In de gesprekken bleek dat sprake is van grote betrokkenheid en veel inzet met liefde voor en trots op Limburg.
De meest voorkomende basishouding was dat als sprake is van aantoonbare integriteitsschendingen, deze moeten worden aangepakt. Verder moet er lering uit worden getrokken en moeten er maatregelen genomen worden om deze in de toekomst te voorkomen.

 

De recente affaires hebben grote impact gehad. Mensen binnen het CDA en bij de achterban kunnen daar verschillend op reageren. En dan doen ze ook.  De reacties varieren van moedeloosheid tot grote verontwaardiging.  Maar bij de meesten heeft het besef de overhand van enerzijds “keep calm and carry on” en anderzijds “nu doorpakken”.

Er is niet alleen bereidheid om de dingen aan te pakken, maar zeer beslist ook de sterk gevoelde behoefte daartoe. Om het CDA Limburg tot een lerende organisatie te maken is hard nodig. Die opdracht heeft kans van slagen. Er is draagvlak voor andering.

Zonder uitzondering wordt daar door iedereen een voorwaarde aan verbonden. De waarheid moet altijd voorop staan. De waarheid moet gebaseerd zijn op feiten. Wie zich niet eerst vergewist heeft van de feiten mag anderen niet voortijdig beschuldigen. Waarheidsvinding staat voorop.

Het vinden en uitdragen van de waarheid vraagt om een bepaalde kordaatheid, vastberadenheid en weerbaarheid.

De Commissie signaleert dat er bij bestuurders en achterban behoefte is aan een plan van aanpak, aan tools en oplossingen.. Vanuit de vraag “wat hebben we van deze kwesties geleerd”, moeten zaken bespreekbaar worden gemaakt. Maar het kan niet bij bespreken blijven..

De Commissie deelt de opvatting van het aanpakken. De Commissie ziet de aanbevelingen dan ook niet als indicatie of maatstaf dat alles fout is, maar als maatregelen om de toekomst weer vorm en inhoud te kunnen geven. De focus moet weer komen te liggen op waar het CDA voor staat. Dat het CDA een Volkspartij is, die midden in de samenleving staat en dienstbaar is aan die Samenleving, waarbij het dienen van het algemeen belang centraal staat. Dat het CDA werkt volgens de kernwaarden Solidariteit, Publieke gerechtigheid, Gespreide Verantwoordelijkheid en Rentmeesterschap en dat die richting- en maatgevend worden in het voeren van regie en het oplossen van maatschappelijke vraagstukken.

 

 

 

  1. Het advies: een actieplan

Ons advies is samen te vatten in enkele zinnen:

  1. WEES WIE JE BENT: Koppel als CDA het integriteitsbeleid aan de eigen kernwaarden. Het CDA moet trouw zijn aan de eigen ziel. De eigen identiteit van het CDA is de volkspartij die vanuit een christelijk-sociale traditie midden in de samenleving staat. Om dienstbaar te zijn aan de mensen vanuit het algemeen belang.

Waarachtige politiek & de Gedragscode Integriteit

Onlangs is de Gedragscode Integriteit opgesteld, waarin de bestaande uitgangspunten (publieke gerechtigheid, solidariteit, gespreide verantwoordelijkheid en rentmeesterschap) en gedragswaarden (betrokken, onkreukbaar, moedig, communicatief, transparant, bezonnen en respectvol) van het CDA nader zijn uitgewerkt (de Kernwaarden). De Kernwaarden vormen tezamen het houvast voor CDA’ers om het algemeen belang te behartigen en waarachtige politiek te bedrijven en – daarmee – de grondslag voor het vertrouwen dat eenieder in het CDA en CDA’ers mag hebben. Komen de Kernwaarden echter in het geding, dan ook de (morele) geloofwaardigheid van het CDA.

 

  1. DOE WAAR JE VOOR STAAT: Gooi het integriteitsbeleid over een andere boeg. Kijk niet als een konijn in de koplampen. Stap af van een reactief beleid na incidenten. Ga proactief aan de slag. Durf te leren van elkaar en van anderen.

De aanbevelingen zijn enerzijds gericht op een traject van cultuurverandering en anderzijds gericht op het aanpassen van de governance. Aanbevelingen op het terrein van cultuur en op het terrein van governance beïnvloeden elkaar wederzijds en staan dus niet los van elkaar. Zo behoort het opzetten van een opleidingstraject tot het domein van governance, maar zijn de effecten van de opleiding veelal onder te brengen bij het cultureel domein. Het advies is dan ook om te kiezen voor een integrale uitvoering van de aanbevelingen.

 

 

ACTIEPLAN: DOEN WAAR JE VOOR STAAT

 

VOORGESTELD ACTIEPUNT

TOELICHTING

TERMIJN

1

Oprichting instituut vertrouwenspersoon integriteit CDA Limburg met de optie van doorschakelen naar Landelijk niveau bij ontevredenheid of verschil van mening.

Hiermede ontstaat een onpartijdige en daarmee veilige sparringspartner voor bestuurders en leden om mogelijke integriteitsschendingen te bespreken.

Q4 2021

2

Stel een standaard-scenario op met een duidelijk stappenplan wie, waar, op welk moment in de juiste volgorde actie onderneemt bij een vermoeden van integriteitsschending (een integriteitsaffaire).

Door de spelregels en stappen vooraf vast te stellen, is er duidelijk wie aan zet is en welk proces en welke procedures worden gevolgd bij een integriteitsaffaire. Over spelregels discussiëren als een affaire speelt is veel lastiger en kost veel tijd en geeft ruimte aan interpretaties. 

Q4 2021

3

Stel een richtlijn op ter voorkoming van het combineren van politieke ambten. Laat deze richtlijn bekrachtigen door de ALV.

Voor iedereen moet duidelijk zijn waar een bestuurder voor staat en op welke rol hij zich focust. Er mag geen sprake zijn van rolonduidelijkheid en mogelijke belangenverstrengeling.

Q3 2021

4

Stel een richtlijn op ter voorkoming van het vervullen van nevenactiviteiten waarbij sprake is van enigerlei afhankelijkheid van het publieke orgaan waarin de desbetreffende CDA politicus zitting heeft. Laat deze richtlijn bekrachtigen door de ALV.

Een bestuurder staat voor het algemeen belang. Nevenactiviteiten mogen niet leiden tot belangenverstrengeling in die zin dat individuele of specifieke groeps- of verenigingsbelangen het algemeen belang overstijgen.

Q3 2021

5

Neem het initiatief tot heroprichting van een volwaardige provinciale afdeling van de CDA Bestuurdersvereniging (BSV) en zoek hiervoor verbinding met de landelijke BSV.

Door het heroprichten van een Bestuurdersvereniging ontstaat een platform en een netwerk waar kennis kan worden vergaard en gedeeld, meningen worden gedeeld, elkaar – al dan niet op eigen verzoek – een spiegel kan worden voorgehouden als tegenspraak aan de orde is, bestuurders elkaar leren kennen, elkaar inspireren, kortom waar synergie ontstaat.  

Q3 2021

6

Neem in samenwerking met het Steenkamp Instituut en de BSV het initiatief tot een meerjarig traject van permanent leren. Dit aanbod zal niet vrijblijvend zijn. Elke bestuurder of  volksvertegenwoordiger moet in een bestuursperiode tenminste drie onderdelen volgen.

Door opleidingen/ trainingen kan geïnvesteerd worden in een cultuurverandering. Dat is een proces van jaren. Er moet aandacht worden gegeven aan zowel het geven als het ontvangen van feedback.

Q1 2022

7

Investeer in een gezonde machtsbalans in politieke en bestuurlijke gremia.

Politiek heeft altijd te maken met machtsuitoefening. Voor een goede machtsbalans is kritische feedback een noodzaak. Het kritisch omgaan met macht maakt deel uit van het meerjarenopleidingsprogramma (zie punt hiervoor).

Q3 2021

(permanent)

8

Maak afspraken met de zittende statenleden en bestuurders over deelneming aan een intervisietraject

Bij vertegenwoordigende en bestuurlijke verantwoordelijkheden is het zinvol om persoonlijk professionele feedback te krijgen, bijvoorbeeld door intervisie.

Q3 2021

9

Richt een permanente scoutingcommissie op voor de recrutering van toekomstige bestuurders en statenleden.

Het verwerven van kwalitatief hoogstaande bestuurders en statenleden dient permanent aandacht te hebben. Door tijdig te selecteren kan al een ervarings- en opleidingstraject worden uitgezet voordat men in de betreffende functie belandt.

Q1 2022

10

Organiseer een workshop integriteit voor de lokale selectiecommissies voor de gemeenteraadskandidaten in verband met de gemeenteraadsverkiezingen 2022, of zoek actieve aansluiting bij het landelijke initiatief daartoe.

Door bij de werving en selectie van gemeenteraadskandidaten aandacht te besteden aan integriteit, worden mogelijke risico’s voor de toekomst zoveel mogelijk voorkomen.

Q3 2021

11

Hanteer de termijnen die zijn vastgelegd in de verschillende Statuten of Reglementen inzake functies van Bestuursleden, Statenleden, Eerste en Tweede Kamerleden, enz.

Het strikt hanteren van termijnen schept duidelijkheid voor iedereen. De termijnen zijn niet voor niets door het CDA vastgelegd (gezonde doorstroming).

Q2 2021

12

Neem de aanbevelingen zoals verwoord in de Handreiking van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en in het advies van de landelijke CDA werkgroep actualisering integriteitsbeleid geheel over (waar deze in het voorgaande niet reeds zijn benoemd) en stel een implementatieplan op dat vervolgens wordt uitgerold in de provinciale en in de lokale afdelingen.

Het implementeren van de aanbevelingen versterkt de governance en de gewenste cultuur. De aanbevelingen zoals verwoord in het advies van de landelijke CDA werkgroep actualisering integriteitsbeleid zijn grotendeels reeds in het voorgaande benoemd, toegespitst op het CDA Limburg.

Q4 2021


De Commissie wenst het Dagelijks Bestuur alle succes bij het uitvoering geven aan de aanbevelingen.


Adviescommissie integriteit CDA Limburg.

 

Herman Kaiser                                Carla van Baalen                            Joris Steenkamp

 

[1] Geciteerd bij Kees Schuyt, Scientific Integrity. The Rules of Scientific Research (Leiden: Leiden University Press 2019) p. 19.

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.