10 februari 2017

CDA heeft nog zorgen bij invoering PxQ-systematiek RUD

Voor ons ligt de zienswijze op het voorgenomen besluit van het Algemeen Bestuur tot invoering van de PxQ-systematiek. Als CDA willen we er een paar punten uitlichten of extra onderstrepen.

Het beëindigen ondermandatering Brzo-taken aan RUD Zeeland. Recent onderzoek uitgevoerd in opdracht van het ministerie van I&M komt tot de conclusie dat er binnen de wet geen ruimte bestaat voor ondermandatering. Het onlangs verschenen rapport van de rekenkamer Zeeland kwam ook met de aanbeveling de mandateringsregeling te heroverwegen. In de nu voorliggen de stukken is geen scenario doorgerekend met wat de financiële consequenties zijn van het verdwijnen van de Bzro-taken. In dat kader dient het CDA een motie in. Met de verrekensystematiek kunnen we als CDA instemmen.

In 2016 is ten opzichte van 2015 het aantal openstaande formatieplaatsen verder toegenomen.[1] Dit baart het CDA zorgen gezien dit negatieve gevolgen kan hebben op de taken van de RUD. Deze openstaande formatieplaatsen kunnen niet worden ingevuld bij gebrek aan financiële middelen.

Vervolgens wordt ook nog eens het voorstel gedaan om 3 á 4 fte uit de eigen organisatie te halen voor de implementatie van de PxQ systematiek. Gecombineerd met de reeds openstaande formatieplaatsen betekend dit dat ruim 20% van totale benodigde formatie. Daarmee komt er nog minder ruimte voor goed uitvoeren van de kerntaken van de RUD.

In de aangenomen motie - ingediend door het CDA en D66 d.d. 3 juni 2016 - hebben we onze zorgen uitgesproken en het college verzocht initiatief te nemen om binnen het AB van de RUD de financiën in overeenstemming te brengen met de afgesproken ambities en de daarbij behorende personele bezetting. Voor het CDA is het onaanvaardbaar dat de kerntaken van de RUD nog verder onder druk komen te staan. Het CDA hoort graag van de gedeputeerde wat de laatste stand van zaken is omtrent de uitvoering van de aangenomen motie.

De onduidelijkheid over oplevercontroles in het PxQ rapport zoals vermeld in de zienswijze onderschrijft het CDA.

Bij het punt over een te lage inschatting van de uren voor vergunningsverlening is het CDA verbaasd over de verschillen tussen het aantal uur dat de PxQ systematiek (60) aangeeft en het standpunt van het college (ten minste 100). Kan de gedeputeerde aangeven waar beide indicaties op gebaseerd zijn?

Voorzitter, de RUD heeft een moeilijke, min of meer gedwongen start gehad. Het streven was schoon door de poort als minimale kwaliteitseis, dit is uiteindelijk verruild voor ‘samen door de poort’. Het kan niet zo zijn dat door de PxQ-systematiek in te voeren, partijen met bepaalde taken weer terug door de poort gaan.

Wat het CDA betreft mag de zienswijze een nog krachtiger signaal afgeven. De provincie staat voor ruim de helft van het budget van de RUD aan de lat en mag daarvoor adequate dienstverlening en efficiency verwachten.

[1] In 2015 was de benodigde formatie 98 fte en het aantal openstaande formatieplaatsen 13 fte. De in 2016 benodigde formatieplaatsen bedroegen wederom 98 fte, het aantal openstaande formatieplaatsen is echter gestegen naar 16 fte.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.