Basisonderwijs

De zorg voor goed onderwijs begint met een groot respect voor het vak en het gezag van de leraar. Het vraagt ook dat we belemmeringen om te leren en door te leren wegnemen en scholieren de tijd en ruimte geven om hun eigen weg te vinden. Wij zijn bezorgd over de kwaliteit van het onderwijs. Dit moet omhoog. Leerkrachten moeten nu onnodig veel tijd aan administratie besteden, tijd die ze ook zouden kunnen besteden aan hun leerlingen. Ook de dalende leesvaardigheid is een groot punt van zorg en dit is de komende jaren een van de grootste opgaven om te verbeteren.


Wij leggen de lat omhoog en versterken de kwaliteit van het onderwijs, met name op kernvaardigheden als lezen, schrijven en rekenen.

Vrijheid van onderwijs

De vrijheid van onderwijs staat onder druk en wordt steeds verder ingeperkt. Wij staan pal voor de vrije keuze van ouders om de school te kiezen die past bij de opvoeding van hun kinderen (art. 23 Grondwet). Wij beschermen de ruimte voor bijzondere scholen (om zelf invulling te geven aan het onderwijs op basis van godsdienst, levensovertuiging of pedagogische visie voluit), al mag artikel 23 nooit een vrijbrief zijn voor onverdraagzaamheid of inperking van elkaars rechten op scholen (begrenzing volgt uit de rechtsstaat zelf). Met een goed toezicht op kwaliteitseisen en strenge handhaving zorgen we dat kinderen op elke school goed onderwijs krijgen.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.