Op 28 februari staat het regenboogbeleid op de agenda van de Provinciale Staten. Hieronder leest u de bijdrage van Aebe Aalberts in het debat. 

Voorzitter, 

In aanloop naar deze vergadering heb ik getwijfeld of de CDA-fractie inbreng zou moeten leveren in de regenboogdiscussie. De reden van mijn twijfel is de negatieve framing die gepaard gaat met een afwijkende mening. Eigenlijk kun je niets goeds zeggen tenzij je 100% voorstander bent. Zwijgen is in dat geval goud! Uit de INVENTARISATIE REGENBOOGBELEID REGENBOOGPROVINCIES van Movisie uit 2022 maken wij op dat vrijwel alle provincies worstelen met die vraag. De invulling is om die reden ook mager of uitbesteed aan derden door het verstrekken van subsidie. 

Mijn bijdrage is dan ook meer van persoonlijke aard. Mijn tegenstem in 2020 is door sommige collega Statenleden uitgelegd als een gevolg van mijn Christen zijn. Pijnlijk om te horen aangezien ik geloof in een God die eenieder zonder uitzondering liefheeft en nooit los zal laten wat zijn hand ooit is begonnen. 

Mijn stelling is dat onze grondwet, en de symbolen die daarbij horen, staan voor de vrijheid en gelijkwaardigheid van ieder individu. Met ieder symbool/beleid wat we hier aan toevoegen doen we ook aan een klein stukje afwaardering. Daarnaast is er een aanzienlijke groep uit de regenboog gemeenschap die niet verbijzonderd wil worden. 

Voor het CDA zijn onze grondwet maar ook de universele rechten van de mens basis van al ons handelen. Wij herkennen en erkennen echter ook de grote en brede verbindende waarde die de regenboogvlag/beleid heeft voor mensen, en zijn geen voorstander van het terugdraaien van het eerder genomen besluit. Mensenrechten en ongelijkheid bestrijden is echter iets dat niet vanzelf gaat. Solidariteit is fysiek. Betrokkenheid is persoonlijk. Een samenleving betekent samenleven, elkaar proberen te begrijpen en niet veroordelen. Hoe mooi idealen of beleidsvoornemens ook zijn, de eigenlijke verantwoordelijkheid ligt bij onszelf, in onze eigen straat, dorp, gemeente of provincie. Zonder persoonlijke, fysieke solidariteit tussen arm, rijk, oud, jong, sterk, zwak, vluchteling, gelovige, ongelovige, LHBTI+, hetero of anders is er geen samenleving.

Hoe meer de politiek de aandacht verlegt naar symbolen of geforceerd beleid, hoe meer het lijkt dat de bereidheid ontbreekt om écht te werken aan een betere, warmere, socialere wereld. Op die manier ontstaat er een steeds grotere kloof tussen wat er echt, wenselijk, moedig en correct is en wat politieke wil, politieke moed en politiek correct is. Zo kan het gebeuren dat een samenleving op papier ideaal lijkt, maar in de praktijk kil en afstandelijk is met onvoldoende oog voor de menselijk maat. Met een steeds grotere afstand tussen burgers onderling, maar ook die tussen benamingen en hun eigenlijke betekenis. Tussen de problemen die we wel en welke we niet willen zien, de mismatch tussen misstanden en de maatregelen die we nemen om ze op te lossen, neemt steeds grotere vormen aan. Tot slot voorzitter, Wat het CDA betreft is er voorzichtigheid geboden m.b.t. symbolen of beleidsvoornemens waar we massaal voor kunnen zijn zodat we ons solidair kunnen voelen. Laat een symbool of beleid geen kwijtschelding of aflaat van de eigen verantwoordelijk zijn. 
 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.