Met de komst van de wolf in Nederland, en ook in Fryslân, rijst de vraag of we die moeten toejuichen of juist niet. De wolf is een sterk beschermd dier en kwam tot voor enkele jaren alleen voor in Oost Europa. Ver van huis dus. Na het verdwijnen van het IJzeren Gordijn is de wolf langzaam aan opgeschoven naar het westen. In Duitsland heeft zich al een behoorlijk aantal roedels gevestigd. In Nederland zijn tot nu toe vooral een paar zwervende wolven aangetroffen, maar het lijkt erop dat een wolvenpaar van plan is om een roedel te vormen op de Veluwe.

Niet beheren is geen optie. Dat geldt niet alleen voor de vos, de gans, de steenmarter en de wolf. De situatie in de Oostvaardersplassen is een voorbeeld van hoe het niet moet. Met de komst van de wolf ontstaat er een nieuwe situatie, waarin wij ons opnieuw moeten bezinnen op de vraag hoe we een verantwoord evenwicht in de natuur kunnen bereiken en behouden.

De schade die de komst van de wolf met zich meebrengt, kan worden vergoed, mits er preventieve maatregelen zijn genomen. Alle schapen achter een hek dus en het liefst met een hond als bewaker, zoals dat in Duitsland ook gebeurt. Is dat hoe we in Nederland om kunnen en willen gaan met wildstand? We willen graag de karakteristieke weidevogels beschermen en geven daar per jaar miljoenen euro’s aan uit. En zien vervolgens veel vogels verdwijnen door predatie. Ganzen zijn welkom, maar intussen zijn het er zoveel dat de schade in de miljoenen per jaar loopt. En nu klopt de wolf aan de poort. Moeten we die poort dan maar wagenwijd openzetten?

De wolven die ons land aandeden hebben tot nu toe vooral slachtoffers gemaakt onder reeën en kuddes schapen. Schapenhouders zijn dan ook niet blij met de komst van de wolf. Hier past wel een kanttekening: honden maken vele malen meer slachtoffers onder schapen dan de wolf tot nu toe.

Tot nu toe….. Gevreesd moet worden dat er de komende jaren meer slachtoffers zullen vallen.

Nederland is een dicht bevolkt land. We hebben prachtige natuurgebieden en veel weilanden, ook in Fryslân. We kunnen genieten van alles wat groeit en bloeit en dieren die daar een veilig heenkomen vinden. Daarbij past echter wel de vraag of daar ook niet ook een goed en verantwoord beheer van de wildstand bij hoort: ruimte voor alle dieren. Ook voor koeien en schapen in de wei, zonder een hek met schrikdraad eromheen. Ook voor de weidevogels die ons landschap sieren. En ook voor de boeren die hun best doen om voedsel te produceren en daarmee een boterham te verdienen.

Laten we vooral zorgvuldig en evenwichtig omgaan met natuurbeheer, waarbij ruimte is voor alle dieren.

Maaike Prins,
CDA Statenlid Fryslân

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.